Berner sennenhond: verschil tussen versies
k |
|||
(11 tussenliggende versies door 7 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | {{Infobox dier |
||
⚫ | |||
+ | |Naam = Berner sennenhond |
||
− | ze zijn heel trouw en lief. |
||
+ | |Wetenschappelijke naam = Canis lupus familiaris |
||
− | je moet er goed voor zorgen en ze veel aandacht schenken. [[Afbeelding:bernesenne pup .jpg]] |
||
+ | |Afbeelding =[[File:Bernese Mountain DOg2.jpg|250px]] |
||
− | je begint met een pup dat is ook wel logies, |
||
+ | |IUCN-status = |
||
− | en ze kunnen best wel groot worden. |
||
+ | |Leefgebied = {{CH}} |
||
⚫ | |||
+ | |Leefomgeving = werkhond, trekhond, waakhond, gezinshond |
||
− | wel 64-70 cm (reu) 58-66 cm (teef) zo lang kunnen ze worden. |
||
+ | |Familie = [[Rasgroep 2: Pinschers, schnauzers, molossers en sennenhonden]] |
||
+ | |AfbeeldingLeefgebied = |
||
+ | }} |
||
⚫ | |||
+ | Ze zijn heel trouw en lief. Je moet er goed voor zorgen en ze veel aandacht schenken. Ze kunnen best wel groot worden, maar vaak niet zo oud. |
||
− | de functie van een bernesenne hond: |
||
⚫ | |||
+ | == Geschiedenis == |
||
− | [[Afbeelding:bernesenne hond.jpg]] |
||
⚫ | |||
− | de geschiedenis van een bernesenne hond: |
||
+ | wel 64–70 cm (bij een mannetje) of 58–66 cm (bij een vrouwtje) lang worden. |
||
⚫ | Beweerd wordt dat het ras afstamt van zwarte dogachtige honden die de Romeinen in Zwitserland importeerden. Hieruit ontwikkelden zich verschillende typen sennenhonden ('boerenhonden'). Deze rassen verdwenen echter geleidelijk totdat een aantal Zwitserse kynologen in het Dürrbachgebied in de buurt van Bern zich gingen toeleggen op het fokken van de huidige Berner sennenhond. De hond die eerst 'Dürrbächler' werd genoemd kreeg zijn huidige naam een jaar na de oprichting van de eerste vereniging voor dit ras in 1908. |
||
⚫ | |||
⚫ | Beweerd wordt dat het ras afstamt van zwarte, dogachtige honden die de [[Romeinse Rijk|Romeinen]] in [[Zwitserland]] importeerden. Hieruit ontwikkelden zich verschillende typen sennenhonden ('boerenhonden'). Deze rassen verdwenen echter geleidelijk totdat een aantal Zwitserse kynologen in het Dürrbachgebied in de buurt van [[Bern (stad)|Bern]] zich gingen toeleggen op het fokken van de huidige Berner sennenhond. De hond, die eerst 'Dürrbächler' werd genoemd, kreeg zijn huidige naam een jaar na de oprichting van de eerste vereniging voor dit ras in 1908. |
||
− | het karakter volgens de fokkers: |
||
+ | |||
+ | ==Karakter== |
||
De Berner sennenhond hoort een waakzaam maar beheerst karakter te hebben. De waakzaamheid van de Berner beperkt zich tot het terrein en de leden van het eigen gezin. De hond is niet overmatig fel en grijpt alleen in wanneer het echt nodig is. Tegenover eigen mensen is de Berner sennenhond zeer aanhankelijk. De zelfstandigheid die de Berner sennenhond heeft ontwikkeld vanwege de taken waarvoor hij is gefokt, kan leiden tot eigenwijs gedrag. Dit maakt dat het ras een zeer consequente training nodig heeft. Het is bekend dat de honden over het algemeen niet erg oud worden. De hond kan goed overweg met kinderen. |
De Berner sennenhond hoort een waakzaam maar beheerst karakter te hebben. De waakzaamheid van de Berner beperkt zich tot het terrein en de leden van het eigen gezin. De hond is niet overmatig fel en grijpt alleen in wanneer het echt nodig is. Tegenover eigen mensen is de Berner sennenhond zeer aanhankelijk. De zelfstandigheid die de Berner sennenhond heeft ontwikkeld vanwege de taken waarvoor hij is gefokt, kan leiden tot eigenwijs gedrag. Dit maakt dat het ras een zeer consequente training nodig heeft. Het is bekend dat de honden over het algemeen niet erg oud worden. De hond kan goed overweg met kinderen. |
||
+ | ==Gezondheid== |
||
− | de gezond heid van een bernesenne: |
||
− | Het ras heeft weinig genetische variatie waardoor erfelijke ziektes veel voorkomen. Verschillende vormen van kanker treffen de Berner. Ook heupdysplasie, elleboogdysplasie, artritis, |
+ | Het ras heeft weinig genetische variatie waardoor erfelijke ziektes veel voorkomen. Verschillende vormen van kanker treffen de Berner. Ook heupdysplasie, elleboogdysplasie, artritis, auto-immuunziektes en nierproblemen vormen gezondheidsproblemen voor het ras. |
− | Ook ligt het gevaar van een maagtorsie op de loer |
+ | Ook ligt het gevaar van een maagtorsie op de loer. Dit is meestal dodelijk en kan alleen door direct ingrijpen worden opgelost. De eerste tekenen zijn opzwelling van de buik door gasvorming. |
+ | == Links == |
||
− | [[Afbeelding:bernesenne hond.jpg]] |
||
+ | * https://bernersennen.nl/ |
||
+ | [[Categorie:Hondenras]] |
Huidige versie van 4 mrt 2023 om 16:15
Berner sennenhond Canis lupus familiaris | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | Zwitserland | ||
Leefomgeving | werkhond, trekhond, waakhond, gezinshond | ||
Behoort tot de | Rasgroep 2: Pinschers, schnauzers, molossers en sennenhonden | ||
|
De Berner sennenhond is een langharige hond.
Ze zijn heel trouw en lief. Je moet er goed voor zorgen en ze veel aandacht schenken. Ze kunnen best wel groot worden, maar vaak niet zo oud.
Geschiedenis
De Berner sennenhond komt oorspronkelijk uit Zwitserland. Eigenlijk is het een berg hond. Hij kan goed tegen de kou en kan wel 64–70 cm (bij een mannetje) of 58–66 cm (bij een vrouwtje) lang worden.
De Berner sennenhond is gefokt als hoeder van vee, als trekdier en als waakhond. De hond is in staat om vee te hoeden zonder menselijk toezicht. In sommige Zwitserse dorpen worden Berner sennenhonden nog steeds gebruikt om karren met melkbussen te trekken.
Beweerd wordt dat het ras afstamt van zwarte, dogachtige honden die de Romeinen in Zwitserland importeerden. Hieruit ontwikkelden zich verschillende typen sennenhonden ('boerenhonden'). Deze rassen verdwenen echter geleidelijk totdat een aantal Zwitserse kynologen in het Dürrbachgebied in de buurt van Bern zich gingen toeleggen op het fokken van de huidige Berner sennenhond. De hond, die eerst 'Dürrbächler' werd genoemd, kreeg zijn huidige naam een jaar na de oprichting van de eerste vereniging voor dit ras in 1908.
Karakter
De Berner sennenhond hoort een waakzaam maar beheerst karakter te hebben. De waakzaamheid van de Berner beperkt zich tot het terrein en de leden van het eigen gezin. De hond is niet overmatig fel en grijpt alleen in wanneer het echt nodig is. Tegenover eigen mensen is de Berner sennenhond zeer aanhankelijk. De zelfstandigheid die de Berner sennenhond heeft ontwikkeld vanwege de taken waarvoor hij is gefokt, kan leiden tot eigenwijs gedrag. Dit maakt dat het ras een zeer consequente training nodig heeft. Het is bekend dat de honden over het algemeen niet erg oud worden. De hond kan goed overweg met kinderen.
Gezondheid
Het ras heeft weinig genetische variatie waardoor erfelijke ziektes veel voorkomen. Verschillende vormen van kanker treffen de Berner. Ook heupdysplasie, elleboogdysplasie, artritis, auto-immuunziektes en nierproblemen vormen gezondheidsproblemen voor het ras.
Ook ligt het gevaar van een maagtorsie op de loer. Dit is meestal dodelijk en kan alleen door direct ingrijpen worden opgelost. De eerste tekenen zijn opzwelling van de buik door gasvorming.