Composietenfamilie
Composietenfamilie of Asterfamilie Compositae of Asteraceae | |
---|---|
Leefgebied | Wereldwijd, behalve de polen |
Leefomgeving | De meeste komen voor in hete woestijn- en koude of hete semi-woestijnklimaten |
Behoort tot de | 'Nieuwe' tweezaadlobbigen |
Portaal Biologie |
De composietenfamilie, asterfamilie of samengesteld-bloemigen (Compositae of Asteraceae) zijn een van de grootste families
tweezaadlobigen planten. Na de orchideeënfamilie is de composietenfamilie de grootste bestaande plantenfamilie. Het aantal planten dat tot de familie behoort zijn er 20.000 tot 25.000. De familie werd voor het eerst omschreven in 1740. De meeste planten uit de familie zijn bloemen, maar er vallen ook verschillende soorten bomen onder. De planten uit de familie komen over vrijwel de gehele wereld voor, maar de meeste komen in woestijnachtige gebieden voor. Veel planten uit de familie zijn ook nuttig, doordat er medicijnen en voeding van gemaakt kan worden.
In Nederland en België voorkomend
De meest bekende soorten onder de composietenfamilie zijn de paardenbloem, het margrietje, het afrikaantje, de melkdistel, madelief en de aster.
- Jakobskruiskruid (Jacobaea vulgaris ondsrt. vulgaris)
- Japans hoefblad (Petasites japonicus)
- Kaal knopkruid (Galinsoga parviflora)
- Kalketrip (Centaurea calcitrapa)
- Kamille (Matricaria)
- Klein hoefblad (Tussilago farfara)
- Klein kruiskruid (Senecio vulgaris)
- Klein streepzaad (Crepis capillaris)
- Kleine schorseneer (Scorzonera humilis)
- Knikbloem (Chondrilla juncea)
- Knikkende distel (Carduus nutans)
- Kompassla (Lactuca serriola)
- Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum)
- Korenbloem (Centaurea cyanus)
- Korensla (Arnoseris minima)
- Kruldistel (Carduus crispus)
- Langstekelige distel (Carduus acanthoides)
- Late guldenroede (Solidago gigantea)
- Madeliefje (Bellis perennis)
- Mariadistel (Silybum marianum)
- Moerasandijvie (Tephroseris palustris)
- Moerasdroogbloem (Gnaphalium uliginosum)
- Moerasstreepzaad (Crepis paludosa)
- Moesdistel (Cirsium oleraceum)
- Muizenoor (Hieracium pilosella)
- Muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus)
- Muurhavikskruid (Hieracium murorum)
- Muursla (Mycellis muralis)
- Oranje havikskruid (Hieracium aurantiacum)
- Paardenbloemstreepzaad (Crepis vesicaria ondsrt. taraxacifolia)
- Paarse morgenster (Tragopogon porrifolius)
- Reukeloze kamille (Tripleurospermum maritimum)
- Ruige leeuwentand (Leontodon hispidus)
- Ruige rudbeckia (Rudbeckia hirta)
- Scherpe fijnstraal (Erigeron acer)
- Schijfkamille (Matricaria discoïdea)
- Spaanse ruiter (Cirsium dissectum)
- Speerdistel (Cirsium lanceolatum)
- Stengelomvattend havikskruid (Hieracium amplexicaule)
- Stinkende kamille (Anthemis cotula)
- Tengere distel (Carduus tenuiflorus)
- Valkruid (Arnica montana)
- Vals muizenoor (Hieracium peleterianum)
- Valse kamille (Anthemis arvensis)
- Vertakte leeuwentand (Leontodon autumnalis)
- Wegdistel (Onopordum acanthium)
- Wilde averuit (Artemisia campestris ondsrt. campestris)
- Wilde bertram (Achillea ptarmica)
- Wilde cichorei (Cichorium intybus)
- Wilgalant (Inula salicina)
- Wilgkoeienoog (Buphthalmum salicifolium)
- Wit hoefblad (Petasites albus)
- Wollige distel (Cirsium eriophorum)
- Zaagblad (Serratula tinctoria)
- Zeealsem (Artemisia maritima)
- Zomerfijnstraal (Erigeron annuus)
- Zulte (Aster tripolium)
- Zwart knoopkruid (Centaurea nigra)
Ook deze, in Nederland voorkomende, maar niet inheemse, planten hebben eigen pagina:
- Edelweiss (Leontopodium alpinum)
- Kardoen (Cynara cardunculus)
- Kokardebloem (gaillardia)
ondsrt. = ondersoort