Zwarte grondel

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Zwarte grondel
Gobius niger

Gobius niger (varietà Albidus) - (Stefano Guerrieri).jpg

Niet bedreigd
Leefgebied Atlantische Oceaan, Middellandse Zee
Leefomgeving zeewater en brak water boven zeegras en algen
Behoort tot de Baarsachtigen (Perciformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen
Portaal Portal.svg Biologie

De zwarte grondel (Gobius niger) is een grote en best brede grondelsoort. Ze komen voor in de Noordoost-Atlantische Oceaan, vanaf Noorwegen, in de Oostzee, Kattegat en Skagerrak en via de Britse Eilanden en de Noordzee tot in de Middellandse Zee en Zwarte Zee. Langs de Nederlandse kust werden ze voor het eerst waargenomen in het Veerse Meer, begin jaren '60. Al snel werden ze ook gezien in het Grevelingenmeer en elders in de Zeeuwse wateren, waar de soort nog steeds algemener is dan op de meeste andere plaatsen langs onze kust (maar niet in het Noordzeekanaal). Ze komen voor op zanderige of modderige bodems en tussen zeegras en zeewier, en het beweegt zich af en toe in zoet water. Deze soort is ook te vinden in de aquariumhandel.

Ze worden gemiddeld 15 (tot 18) cm lang. Het lichaam is licht- tot donker bruin, met donkere stippen en lichtere vlekken. Vooraan in de rugvinnen, met name in de eerste, zit bovenaan tussen de eerste paar vinstralen donkerzwart pigment (kleurstof). Er is geen band op de zijkanten en geen zwarte vlek op het achterste deel van de voorste rugvin. Mannetjes worden in de paaitijd vrijwel helemaal blauwzwart tot pikzwart, alleen de rugvinnen zijn dan doorzichtig. De kop is opmerkelijk breed, met bolle wangen en verdikte lippen. De ogen staan hoog in de kop. In de nek zijn er duidelijke schubben. De twee forse rugvinnen staan direct achter elkaar, raken elkaar zelfs. De voorste heeft sterke stekels. Bij volwassen mannetjes is de eerste rugvin verlengd. De tweede rugvin loopt - in tegenstelling tot bij veel andere grondelsoorten - bijna tot aan de staart door. De anaalvin loopt ongeveer vanaf het midden, iets korter dan de tweede rugvin. De staartvin is groot en duidelijk afgerond. De borstvinnen zijn ook vrij groot. De buikvinnen zijn, zoals bij alle grondels, aaneengegroeid tot een zuignap waarmee de vis zich kan vastzetten op een harde ondergrond.

De zwarte grondel voedt zich met kleine ongewervelde dieren op de zeebodem. Het broedt in de zomer, wanneer het mannetje een territorium (gebied) creëert in een ondiep onkruidgebied en een nest voorbereidt op een schoon stuk zeebodem. Hij nodigt het vrouwtje uit om het te inspecteren en als ze het goed vindt, legt ze haar eieren daar en het mannetje bewaakt ze totdat ze uitkomen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Zwarte_grondel&oldid=800671"