Zwarte Amerikaanse dwergmeerval

Zwarte Amerikaanse dwergmeerval Ameiurus melas
Niet bedreigd
Leefgebied	oorspronkelijk komt hij uit het oosten van de Verenigde Staten
Leefomgeving	kan goed tegen troebel, zuurstofarm water
Behoort tot de	Meervalachtigen (Siluriformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen
Portaal Biologie

De zwarte meerval (Ameiurus melas) is een soort van meerval. Net als andere riviermeervallen kan hij gedijen in zuurstof-arm, brak, troebel en/of erg warm water. Het heeft ook weerhaken in de buurt van zijn mond, een brede kop, stekelige vinnen en geen schubben. Hij is te onderscheiden van andere rivierdonderkoppen omdat de baarddraden zwart zijn en hij een geelbruine halve maan rond de staart heeft. De staartvin is afgeknot (vierkant op de hoeken). Zoals vrijwel alle meervallen is hij 's nachts actief en geeft hij er de voorkeur aan om 's nachts te eten, hoewel de jongen overdag eten. Het wordt over het algemeen niet zo groot, met een gemiddeld volwassen gewicht in het bereik van 0,45 tot 0,91 kg, en maximaal 1,8 kg. Het heeft een lengte van 15-36 cm, waarbij het grootste exemplaar 61 cm was, waardoor het de grootste van de rivierdonderpadden is. Het is meestal zwart of donkerbruin aan de rugzijde van zijn lichaam en geel of wit aan de buikzijde.

Zwarte Amerikaanse dwergmeervallen komen overal in het midden van de Verenigde Staten voor, vaak in stilstaand of langzaam stromend water met zachte bodems. In Nederland werden ze vanaf 1905 gekweekt door de Heidemij bij Valkenswaard. Ze zijn rond die periode in het wild terecht gekomen door uitzettingen en mogelijk door het loslaten van aquariumexemplaren. Af en toe worden ze gespot in Limburg en het oosten van Noord-Brabant.

Het zijn alleseters, dus eten ze bijna alles, van granen en ander plantaardig materiaal tot insecten, dode of levende vissen en schaaldieren. Muggenlarven en andere jonge insecten vormen het belangrijkste voedsel voor volwassen Zwarte Amerikaanse dwergmeervallen. Ze houden een soort van winterslaap.

Zwarte Amerikaanse dwergmeervallen beginnen in april te paaien en gaan door tot juni. De vrouwtjes scheppen een klein gaatje of kuiltje in de bodem van het meer en leggen 2000 tot 6000 eieren. De mannetjes bevruchten de eieren en verzorgen ze vervolgens. Als de eieren een week later uitkomen, waken beide ouders nog even over de jongen.