Wetsteen
Wetstenen of Slijpstenen, worden gebruikt om de randen van stalen gereedschappen zoals messen te slijpen door middel van slijpen en het zogeheten honen. Ook bij het slijpen van schaatsen worden ze gebruikt.
Dergelijke stenen zijn er in grote variëteit aan vormen, maten en materiaalsamenstellingen. Ze kunnen plat zijn, voor het bewerken van platte randen, of gevormd voor meer complexe randen, zoals die van sommige houtsnij- of houtdraaigereedschappen zoals een draaibeitel. Ze kunnen zijn samengesteld uit natuurlijk gewonnen materiaal of uit door de mens gemaakt materiaal. Ze zijn er in verschillende gradaties, die verwijzen naar de gritgrootte van de schurende deeltjes in de steen. De gritgrootte wordt gegeven als een getal, dat de een hoog getal voor stenen met fijne deeltjes en een lager getal naarmate de korrel of deeltje groter wordt. Stenen bedoeld voor gebruik op een werkbank worden bankstenen genoemd, terwijl kleine, draagbare stenen, waarvan de grootte het moeilijk maakt om grote messen er gelijkmatig overheen te trekken, vooral "in het veld", zakstenen worden genoemd.
Vaak worden wetstenen gebruikt met een snijvloeistof om de scherpte te verbeteren en zogeheten bramen (haakjes) weg te slijpen. Degenen die voor dit doel met water worden gebruikt, worden vaak waterstenen genoemd, die met olie soms oliestenen.
Wetstenen zullen bij gebruik wegslijten, meestal in het midden. Gereedschap dat in deze groef is geslepen, zal ongewenste krommingen op het blad ontwikkelen. Om dit te voorkomen kan een wetsteen worden geëgaliseerd met schuurpapier of een egalisatie- of egaliseersteen.