Vuurtoren
Een vuurtoren is een toren die door lichtsignalen schepen veilig helpt varen. Het licht is van ver goed te zien. Op deze manier worden schepen gewaarschuwd voor een klif of baai in de buurt.
Vuurtorens staan vaak op een hoge duin of rots omdat ze goed te zien moeten zijn. De vuurtoren is vaak rond zodat de wind er goed omheen kan waaien.
Ook de trap in een vuurtoren is rond, dat heet een wenteltrap. Helemaal bovenaan de trap is de ruimte met de lamp. Dit is het lichthuis of lantaarn.
In het lichthuis zijn grote ramen. De lamp staat tussen spiegels, die zorgen dat het licht feller wordt. Je kunt hem van 50 kilometer ver al zien.
(de lamp in een vuurtoren geeft evenveel licht als drie miljoen kaarsen)
Lichtkarakter:
Elke vuurtoren heeft zijn eigen lichtkarakter. Het karakter is het aan en uitschakelen van het licht. Door die verschillende lichtkarakters kun de schippers op de boten zien welke vuurtoren het is en dus waar ze zijn. De verschillende karakters komen door de prisma. De lamp bovenin de vuurtoren schijnt in de prisma. Het licht wordt gebroken door de prisma, waardoor het een bepaalde kant wordt opgericht.
Het licht van een vuurtoren dichtbij een haven schijnt vaak groen of rood licht.
Elke toren heeft zijn eigen lichtkarakter. Bijvoorbeeld drie keer een lichtstraal en daarna is het eventjes donker. Zo weet de schipper meteen waar hij in de buurt is en welke richting hij op moet varen.
Tegenwoordig:
Alle schepen van nu hebben een radar of GPS aan boord. Die radar meet alles in de omgeving. Aan boord lezen de schippers van een scherm of er andere schepen in de buurt varen.
Het licht gaat vanzelf aan, daar zorgt een computer voor. Enkele vuurtorens hebben nog wel een wachter. Dat is anders werk dan dat het vroeger was. Hij of zij kijkt op het scherm met de radar of GPS. Hij meet ook hoe hard het waait, of er mist of noodweer op komst is. Dus bij noodweer is hun werk onmisbaar.
Vuurtorens lijken vandaag de dag misschien overbodig voor schippers, maar toch is dat anders.
Alle beroepsvaart heeft GPS aan boord, veel kleinere boten hebben dat niet. Voor hen zijn, zeker bij slecht weer, alle vuurtorens aan de horizon nog een baken in zee. Allemaal voor een veilige vaart. En natuurlijk kan er af en toe een GPS signaal wegvallen.
De eerste vuurtoren:
De oudst bekende vuurtoren stond in Egypte en heet: de Pharos van Alexandrië.
Deze toren werd al 285 voor Christus gebouwd en was één van de 7 wereldwonderen.
Tijdens een aardbeving in 1302 is de vuurtoren ingestort waarvan in 1994 nog delen uit zee zijn teruggevonden.
Geschiedenis:
Voordat vuurtorens bestonden konden ze schippers door de sterren de weg op zee vinden. Of ze hadden een kompas. Zo wist de schipper of hij de goede richting op voer.
Als het bewolkt was, waren er geen sterren te zien. Hierdoor botsten schepen vaak op de kust. Dat heet: schipbreuk lijden.
Vroeger gebruikten de vuurtorenwachters in het lichthuis echt vuur. Het hout moest helemaal naar boven worden gebracht. Het was dus behoorlijk zwaar werk.
Sinds 1950 zijn alle open vuren vervangen door: lampen en spiegels.