Toy Story

Uit Wikikids
⧼vector-jumptonavigation⧽ ⧼vector-jumptosearch⧽
Farm-Fresh bullet terug.pngTerug naar Lijst van Disneyfilms
Toy Story
Toy Story logo.svg
Informatie
Tagline
Alternatieve titel
Regie John Lasseter
Productie Walt Disney Pictures

Pixar Animation Studios
Ralph Guggenheim, Bonnie Arnold

Scenario Joss Whedon,

Andrew Stanton, Joel Cohen, Alec Sokolow
Verhaal: John Lasseter, Pete Docter, Andrew Stanton, Joe Ranft

Voice-over
Hoofdrol(len) Stemacteurs: Tom Hanks,

Tim Allen, Don Rickles, Jim Varney, Wallace Shawn, John Ratzenberger, Annie Potts, John Morris, Erik von Detten

Muziek Randy Newman
Montage Robert Gordon,

Lee Unkrich

Cinematografie
Distributie Buena Vista Pictures Distribution
Première VS: 19 november 1995, (El Capitan Theatre)

BE: 27 maart 1996
NL: 4 april 1996

Genre Animatiefilm
Lengte 81 minuten
Beeldratio
Medium
Taal Engels, ook NL en BE
Land Vlag van de Verenigde Staten Verenigde Staten
Budget US$ 30 miljoen
Opnamelocatie(s)
Bezoekersaantal
Opbrengst US$ 394 miljoen
Nominatie(s) voor 20
Prijzen 25
Voorloper
Vervolg Toy Story 2 (1999)

IMDb-profiel

MovieMeter-profiel
Portaal Portaalicoon Film & Video
Buzz Lightyear

Toy Story is een Amerikaanse computeranimatiefilm.

Inleiding

De eerste Toy Story film werd geproduceerd door Pixar Animation Studio’s. Een producer is iemand die beslist of de film gemaakt wordt en die op zoek gaat naar geld om de film te maken. De film is uitgebracht door Walt Disney Pictures in de Verenigde Staten op 22 november 1995. De film werd geschreven door John Lasseter, en de regisseur van de film was ook Lasseter. Muziek voor de film werd geschreven door Randy Newman. De stemmen in de film zijn van Tom Hawk, die de tekst van Woody inspreekt en Tim Allen die de tekst van Buzz Lightyear. De film maken begint met een idee of een boek. Daarmee kan je nog geen film maken. Eerst moet een schrijver het idee uitwerken. Dat noem je een scenario. Daarin staat precies hoe de film eruit moet komen te zien. Het verhaal noem je de plot. De film duurt 81 minuten. De film kostte 30. 000. 000 dollar om te maken, en de opbrengst was 361.958.736 dollar. De film kreeg 32 kansen om een prijs te winnen. (dat noem je nominaties) De eerste film was zo succesvol, dat er een vervolg kwam. Elf jaar later, werd de tweede film gemaakt. In 2009 kwam Toy Story 3 uit. Doordat de film een computer animatie film is, kan je bijna alles laten gebeuren. Dus soms lijkt alles heel echt (=realistisch), maar soms gebeuren er ook heel vreemde dingen die in het echt eigenlijk helemaal niet kunnen. Er is heel veel fantasie in de film gebruikt. De hoofdpersonen kunnen er op allerlei manieren uitzien. Dik of juist dun, een jongen of een meisje. Slim of dom. Soms is de hoofdpersoon niet een mens maar een voorwerp of een dier. Maar het kan ook een fantasiefiguur zijn. Of zoals in Toy Story gewoon speelgoed wat tot leven komt.

Het verhaal gaat over...

Als er geen mensen in de buurt zijn komt het speelgoed van Andy tot leven. Als Andy jarig is krijgt hij een nieuwe pop die, Buzz Lichtyear heet, een ruimteactiefiguur. Al snel krijgen Woody en Buzz ruzie omdat Buzz langzaam de nummer 1 positie van Woody in neemt. Buzz is er ook van overtuigd dat hij een spanceranger is, en dat hij het universum moet beschermen tegen de keizer Zurg.

Op een avond besluit Andy dat hij Buzz mee neemt naar het restaurant in plaats van Woody. Woody wil Buzz tijdelijk uitschakelen zodat Andy hem niet kan vinden. Maar opeens gooit hij Buzz per ongelijk uit het raam. Het andere speelgoed is heel erg boos op Woody, gelukkig kan hij net op tijd ontsnappen. Zo neemt Andy gewoon Woody mee naar het restaurant. Buzz heeft de val uit het raam gelukkig overleeft en hij ziet de auto met Woody erin vertrekken. Dan springt Buzz stiekem op de auto. Als de auto stopt bij een tankstation, vindt er een gevecht plaats tussen Woody en Buzz. Ze vallen uit de auto en blijven achter als de auto weer weg rijdt.

Samen weten ze in het restaurant te komen waar Andy is, maar ze komen niet in de handen van Andy maar in de handen van de buurjongen Sid. Sid zijn hobby is speelgoed kapot maken. Buzz en Woody moeten nu samen werken om terug te komen bij Andy maar het moet wel heel snel gebeuren want Andy gaat verhuizen. Terwijl ze bij Sid zijn komt Buzz er eindelijk achter dat hij gewoon een stuk speelgoed is. Daardoor is Buzz heel erg depressief. Ondertussen dat Woody Buzz aan het troosten is, is Sid plannen aan het uitwerken om Buzz op te blazen met vuurwerk en een raket. Het is eigenlijk wel tegen de speelgoed regels maar ze laten Sid zien dat ze leven en dwingen hem het niet te doen en te stoppen met speelgoed kapot te maken.

Woody en Buzz haasten zich snel naar Andy's huis maar ze zien nog maar alleen een verhuiswagen wegrijden. Woody kan op de wagen springen maar Buzz blijft achter. Woody haalt snel Andy's RC racer uit de verhuiswagen om Buzz terug te halen. Het andere speelgoed dat ook in de wagen zit is nog steeds boos en gooien hem uit de wagen. Pas waneer Woody en Buzz de wagen samen achtervolgen krijgt het andere speelgoed spijt van wat ze hebben gedaan. De batterijen van RC racer raken op voordat ze de verhuiswagen in kunnen halen. In wanhoop steekt Woody de vuurpijl aan die nog steeds op Buzz rug ziet. De vuurpijl is te sterk en vliegen ze de lucht in. Dan gebruikt Buzz zijn vleugels om zich los te breken en naar beneden te vliegen. Ze landen in het open dak van de auto van Andy's moeder. Andy vindt ze en bedenkt zich dat ze gewoon de hele tijd al in de auto lagen. Het eindigt met kerst, maar Woody maakt zich geen zorgen dat Andy een erger cadeau kan krijgen dan Buzz, totdat hij hoort dat Andy een puppy heeft gekregen...

Animatiefilms maken

Een animatie film kan je op verschillende manieren maken, zoals: - Een computeranimatiefilm - Een tekenfilm

Computeranimatie

In de meeste filmstudio’s wordt nog druk getekend. Dat gebeurt op papier. Maar ook steeds vaker op de computer. Op het beeldscherm kun je een figuur in alle mogelijke houdingen zetten. Bovendien kun je een figuur laten overgaan in een andere figuur. Dan verandert bijvoorbeeld de walvis op het scherm in een brandweerauto of een wolk. Dat kan langzaam, maar ook heel snel gebeuren. Op een diskette (een schijfje voor op de computer) bewaart de animator alle ontwerpen die hij ooit heeft gemaakt. Als hij ze nodig heeft, haalt hij ze zó weer op het scherm te voorschijn. Als het moet, kan hij er gemakkelijk iets aan veranderen. Niet alleen bij het ontwerpen en tekenen speelt de computer een rol. Sommige camera’s zijn zelfs met een computer uitgerust. Met zo’n camera kun je nieuwe personen en voorwerpen laten optreden in een bestaande film. Dat gebeurt nogal eens bij videoclips. Eerst wordt er een film gemaakt over een popster. Daarna neemt de camera allerlei animatiefiguren op. De computer mengt de figuren gemakkelijk met de film van de popster. Is er een kleine trilling nodig, of moet het beeld draaien? De computer berekent precies wat er moet gebeuren. En meteen voert de camera de beweging uit.

Een tekenfilm

Eigenlijk is een tekenfilm een animatie film. De tekenfilm begint met een idee. Eigenlijk is een idee voor een film hetzelfde als het idee voor een boek: een verhaal. Bij een film idee moet je nadenken over de hoofdpersonen en waar de film over gaat. (dat heet de plot) Daarna wordt in de studio de plot goed besproken met mensen die er verstand van hebben. Wanneer de filmmakers het idee goed vinden, gaan ze ermee aan het werk. De filmmakers beginnen met het maken van het storyboard. Een storyboard is een serie tekeningen die het verhaal van de film duidelijk laten zien. Eerst maken ze een presentatie-storyboard. Dat bestaat uit niet zo heel veel tekeningen. Die tekeningen krijgen alle mensen die aan de film werken te zien. Zo hebben ze een idee over hoe de film eruit moet komen te zien. Dan maken een werk-storyboard. Daarop zijn veel meer tekeningen te vinden. Er staat ook wat de verschillende figuren zeggen en welke geluiden er nodig zijn. Meestal wordt een werk-storyboard op video opgenomen. Zo heb je een soort stripverhaal op de televisie. Toch is het niet een film want de beelden bewegen niet. Een film is om naar te kijken. Maar het geluid is ook heel belangrijk samen met de muziek. Want als een film geen geluid zou hebben, zou je de film moeilijk kunnen begrijpen. De muziek laat zien of het op dat moment in de film vrolijk, spannend of verdrietig is. Zo kan je tijdens een stukje van de film heel vrolijk of verdrietig zijn. Je hebt ook geluidseffecten, dat zijn geluiden die heel grappig zijn. Je ziet bijvoorbeeld een reusachtig vliegtuig opstijgen, terwel je het geluid van bromfietsje hoort. Dat noem je geluidseffect. Ook heb je achtergrond geluid. Stel je voor dat je een film kijkt waarbij een muis in een drukke winkelstraat loopt. Dan hoor je de muis praten, maar op de achtergrond hoor je pratende mensen, auto’s en vogels. Achtergrond geluid is dus eigenlijk geluid dat je op de achtergrond hoort. Je hebt ook nog het geluid wat de hoofdpersonen inspreken. Gewoon spreekgeluid. Dan is het zover, de tekenaar van de animatiestudio moet gaan tekenen. De tekenaar moet heel veel tekeningen maken. Zo tekent hij de hoofdpersonen, maar ook de plot. Elke hoofdpersoon tekent hij van elke kant. Maar de tekenaar maakt niet de belangrijkste tekeningen van de film, dat doet de animator hij is zegmaar de baas van de hele film. De tekenaar moet heel nauwkeurig tekenen. Zo moeten alle figuren dezelfde houding hebben. Ze moeten kunnen lopen, rennen of slenteren. En de tekenaar moet dat allemaal kunnen tekenen. Het is dus lastig werk. Wanneer alle tekeningen klaar en af zijn komt de rol van de cameraman. De cameraman maakt een lange serie foto’s, van elke tekening 1 foto. Per seconde film, zijn 24 foto’s nodig. Als alle foto’s zijn genomen, is de tekenfilm af.

Het inspreken van de stemmen

In Toy Story wordt gesproken, maar vroeger waren er geen films waarin gesproken werd. Die films zonder geluid noem je stomme films. De gebaren en de gezichtsuitdrukkingen zijn dan heel erg belangrijk. Dat noem je mimiek. Charlie Chaplin was een hele bekende acteur. Hij speelde in vele stomme films. Hij is de grootste komiek van de stomme film. Chaplin had veel succes, met zijn zwart-wit filmpjes. Hij maakte veel mensen aan het lachen. Pas veel later maakte hij films met geluid. Na vele jaren, werden er steeds meer films met geluid gemaakt. En tegenwoordig heb je animatiefilms waarin gesproken wordt. Al dat geluid nemen ze op in een geluidstudio. Er wordt eerst iemand gezocht waarvan de stem erg goed past bij het karakter van het stripfiguur. Gaat het om iemand met een hoge, een lage, een vriendelijke, of juist een beetje een boze stem? Er is een verschil tussen een stem die gedeeltes van het verhaal aan je vertelt, dat noem je voice over, of een stem die gewoon bij de persoon hoort die op dat moment spreekt. Met een stemgeluid kan je ook iets spannend maken, door bijvoorbeeld een beetje te fluisteren, of onverwacht ineens hard te praten terwijl je het op dat moment niet verwacht. Ook zijn er geluiden die gebruikt worden om de film echter maken. Bijvoorbeeld het geluid van een spoorwegovergang wanneer er een trein aankomt. Of het geluid van een vliegtuig of ruimteschip. Of van rinkelend glas wanneer er bijvoorbeeld een ruit breekt. De stemmen worden ingesproken door verschillende mensen in een geluidsstudio. Later worden de geluiden en stemmen pas in de film geplakt. De filmfiguren gaan dan pas echt leven.

Het speelgoed

Toy Story is de afgelopen jaren heel erg bekend geworden. Zo kun je er speelgoed, poppen, sleutelhangers van kopen. Er zijn er nog veel en veel meer spullen van maar dat is echt te veel om op te noemen. Er wordt hieraan veel geld verdiend. Niet iedereen mag zomaar spullen maken met afbeeldingen van Toy Story erop. Er zijn verschillende bedrijven die dit mogen doen nadat ze een speciaal contract hebben afgesloten met de filmproductiemaatschappij. Deze bedrijven noem je merchandising bedrijven. Er zijn heel veel verschillende merchandising producten. Het thema kan ook verschillend zijn. Bijvoorbeeld goed en kwaad, sprookjes, ruimtevaart, enzovoorts. Zo kan je de filmheld voor verschillende producten gebruiken: 1. producten voor fans: bijvoorbeeld sleutelhangers of speelgoed 2. producten die je gratis krijgt wanneer iets anders koopt 3. als afbeelding op andere spullen: bijvoorbeeld op t-shirts of dekbedhoezen. De Belgische schrijver Georges Remi, die de strip Kuifje verzon, was de eerste die zag hoe belangrijk merchandising kan zijn. Behalve dat er soms veel geld aan wordt verdiend, is het ook belangrijk dat de strip- of film-figuur daardoor bekender en populairder wordt.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Toy_Story&oldid=849718"