Sneeuwgrens
De sneeuwgrens is de grens boven het zeeniveau waarboven altijd sneeuw blijft liggen. Boven de sneeuwgrens ligt eeuwige sneeuw. Boven de sneeuwgrens blijft het hele jaar door zo koud, dat de sneeuw niet smelt. Onder de sneeuwgrens valt in de winter ook sneeuw, maar die smelt weer in de lente of zomer. De sneeuwgrens wordt dus vooral bepaald door temperatuur, maar ook door andere dingen. Als de berg in een woestijn ligt, valt er zo weinig sneeuw dat er misschien nauwelijks een sneeuwgrens is en als het ergens heel winderig is, is er ook geen nette sneeuwgrens. Ook ligt aan de kant van de berg waar de zon het meest op schijnt, de sneeuwgrens hoger dan aan de schaduwkant.
De sneeuwgrens ligt niet over de hele aarde op dezelfde hoogte. Bij de evenaar ligt de sneeuwgrens rond de 5000 meter, in de Alpen rond de 3200 meter en op Antarctica ligt de sneeuwgrens onder water. Daar blijft overal boven zeeniveau het hele jaar sneeuw liggen.