Pestvogels
Pestvogels (familie) Bombycillidae | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | vrijwel geheel Noordelijk halfrond | ||
Leefomgeving | divers | ||
Behoort tot de | Zangvogels, Vogels | ||
|
De Pestvogels zijn drie soorten zangvogels die zijn ingedeeld in de soort Bombycilla. Ze zijn rozebruin en lichtgrijs met een kenmerkend glad verenkleed waarin veel lichaamsveren niet afzonderlijk zichtbaar zijn, een zwart-witte oogstreep, een kuif, een vierkant uitgesneden staart en puntige vleugels. Sommige vleugelveren hebben rode uiteinden. Volgens de meeste vogelkenners is dit het enige geslacht dat in de familie Bombycillidae wordt geplaatst, hoewel de familie soms wordt uitgebreid met verwante soorten die vaker in afzonderlijke families worden opgenomen: zijdevliegenvangers (Ptiliogonatidae (bijv.Phainoptila), Hypocolius (Hypocoliidae), Hylocitrea (Hylocitreidae), palmchats (Dulidae) en de Hawaïaanse 'honingeters' (Mohoidae).
De Engelse naam is waxwings. Dit verwijst naar wax=zegellak en wings=vleugels. Dit slaat op de rode uiteinden van de vleugels.
Er zijn drie soorten:
- (Boheemse) pestvogel (Bombycilla garrulus)
- Japanse pestvogel (Bombycilla japonica)
- cederpestvogel (Bombycilla cedrorum).
Pestvogels zijn geen langeafstandstrekkers, maar verplaatsen zich buiten het broedseizoen. Pestvogels voeden zich meestal met fruit, maar in tijden van het jaar waarin fruit niet beschikbaar is, voeden ze zich met sap, knoppen, bloemen en insecten. Ze vangen insecten door in gebladerte of in de lucht te verzamelen. Ze nestelen vaak in de buurt van water, waarbij het vrouwtje een los nest bouwt aan de vork van een tak, ver weg van de stam van de boom. Ze broedt ook de eieren uit, het mannetje brengt haar eten naar het nest, en beide geslachten helpen de jongen groot te brengen. Pestvogels verschijnen in de kunst en zijn genoemd in de literatuur.