Horatio Kitchener
Horatio Herbert Kitchener (1850-1916) was een Brits generaal en politicus.
Soedan
Kitchener werd beroemd door zijn succesvolle veldtocht tegen de inboorlingen in de Soedan in 1898. Door deze prestatie werd hij bevorderd tot veldmaarschalk en in de adelstand verheven als Lord Kitchener of Khartoum.
Eerste Wereldoorlog
Nauwelijks was de Eerste Wereldoorlog uitgebroken of Kitchener werd benoemd tot minister van Oorlog. Met zo'n beroemdheid aan het bewind op defensie kon het niet misgaan. Zijn portret sierde dan ook de poster die opriep om dienst in het Britse leger te nemen. Want Engeland kende toen nog geen dienstplicht. Hoewel iedereen dacht dat de oorlog wel in een paar maanden afgelopen zou zijn, voorspelde Kitchener terecht dat het nog wel jaren kon duren. Ook zijn analyse (inschatting) dat de beslissing al in 1914, na de grote veldslag aan de Marne, was gevallen, bleek achteraf te kloppen. Zijn reputatie liep echter ernstige schade op toen de Britse inmenging in de strijd tegen de Turken bij Gallipoli (1915/16) volkomen faalde.
De reis naar Rusland
Kitchener zou nooit weten dat hij wat betreft het verloop van de oorlog het gelijk aan zijn zijde had. Op 4 juni 1916 was hij met zijn staf in de Britse oorlogshaven Scapa Flow aangekomen voor een reis naar Archangelsk in Noord-Rusland. Het doel was de Russen ondersteuning toe te zeggen in hun strijd tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. De situatie aan het oostelijke front was kritiek en daarom kon de zeereis niet langer wachten. Maar op die dag stak er een vreselijke storm op. Daarom werd gekozen voor een rustiger route, hoewel die niet gecontroleerd was op de aanwezigheid van zeemijnen. Maar die lag zo ver buiten het bereik van Duitse mijnenleggers, dat er niets kon gebeuren, zo dacht men.
De ondergang van de "Hampshire"
Op 5 juni 1916, om half zeven in de vroege ochtend, terwijl de storm nog loeide, voer de grote pantserkruiser "Hampshire" met Kitchener en zijn medewerkers aan boord uit, begeleid door twee torpedoboten. Maar die konden de pantserkruiser door de zware zee niet bijhouden en moesten al om acht uur teruggestuurd worden. Toen gebeurde het verschrikkelijke, dat niemand had voorzien. Om half negen liep de Hampshire, maar 1,5 zeemijl uit de kust, op een mijn en zonk, zoals vanaf de wal was te zien, binnen een kwartier. Door het noodweer kon de Hampshire geen reddingsboten uitzetten, het schip kapseisde, en slechts 12 man lukte het om op een vlot aan land te komen. De overigen, meer dan 600 opvarenden onder wie Kitchener en zijn staf, kwamen om in de woeste zee, nog voordat torpedoboten de plaats van de ramp hadden bereikt.
Engeland was in rouw gedompeld. De kranten verschenen met een zwarte omlijsting. Kitchener, die beschouwd werd als het symbool van de strijd tegen Duitsland, was heengegaan.