Fuik
Een fuik is een viswerktuig. Het is gemaakt van netten rond steeds kleiner wordende hoepels. In deze soort van koker zitten ook netten die het terugzwemmen van de vis vrijwel onmogelijk maakt. Het werd en wordt vooral voor de aal- of paling-visserij gebruikt in ondiep water.
De fuiken worden opgehangen aan stokken of staken en voorzien van een boei. Aan het begin zit ook nog een soort van drijfnet dat de vissen naar het begin van de fuik moet leiden.
Fuiken werden heel vroeger al gebruikt en gemaakt van plantaardig materiaal als bast van de berkenboom en twijgen of tenen van de wilg. Later werd het gemaakt van henneptouw of katoen dat werd getaand. Dat is het koken van de netten in een looihoudende roodbruine stof die verrotting van de draad moet tegengaan. De looistof cachou komt onder andere uit de bast van een eik. Na 1950 kreeg je ook nylon fuiken.