Driedradige meun
Driedradige meun Gaidropsarus vulgaris | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Noordoosten van de Atlantische Oceaan zuidelijke Noordzee, Middellandse Zee | ||
Leefomgeving | op rotsige zeebodems op een diepte tussen 10 en 120 meter | ||
Behoort tot de | Kabeljauwachtige beenvissen(Paracanthopterygii), Kabeljauwachtigen (Gadiformes), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De Driedradige meun (Gaidropsarus vulgaris) wordt gevonden in de Europese wateren (Noordoosten Atlantische Oceaan) van de centrale Noorse kust en de Faeröer eilanden, via de Noordzee en rond de Britse eilanden tot het gebied rond de westelijke Middellandse Zee. Komen zeldzaam voor aan de Nederlandse kust.
Ze kunnen groeien tot een maximale lengte van 60 cm. Hun kleur varieert van schemerig tot bleek oranje-bruin, met grote chocoladebruine vlekken op het hoofd en lichaam, en de kleur van de vinnen varieert met de locatie. Ze kunnen ook een kleuraandoening hebben die wordt gekenmerkt door openlijke geel-oranje-rode pigmentatie, vanwege de hoge niveaus van zogeheten xanthoforen in de huid. Ze hebben drie weerhaken, een op de onderkaak en twee op de snuit. Deze geven de vis zijn gebruikelijke naam.
Ze leven op een diepte van 10-120 meter. Ze zijn met name ’s nachts actief en schuilen overdag onder stenen. Ze paaien in de winter. De eieren en larven leven vrij zwevend in het water.