Conceptuele kunst
Conceptuele kunst, ook wel conceptualisme genoemd, is kunst waarbij de concept (en) of idee (en) die bij het werk betrokken zijn, voorrang hebben op traditionele esthetische (schoonheid), technische en materiële zaken. het is één van de kunstvormen binnen het postmodernisme. Sommige werken van conceptuele kunst, soms ook installaties genoemd, kunnen door iedereen worden gebouwd door simpelweg een reeks schriftelijke instructies te volgen. Deze methode was van belang voor de definitie (omschrijving) van conceptuele kunst van de Amerikaanse kunstenaar Sol LeWitt, een van de eersten die in druk verscheen:
"In de conceptuele kunst is het idee of concept het belangrijkste aspect van het werk. Wanneer een kunstenaar een conceptuele vorm van kunst gebruikt, betekent dit dat alle planning en beslissingen vooraf worden gemaakt en de uitvoering een plichtmatige aangelegenheid is. Het idee wordt een 'machine' die de kunst maakt.
Tony Godfrey, auteur van Conceptual Art (Art & Ideas) (1998), stelt dat conceptuele kunst de aard van kunst in twijfel trekt. Het idee dat kunst haar eigen aard moet onderzoeken, was in de jaren vijftig van de twintigste eeuw een veel voorkomend iets dat de invloedrijke kunstcriticus Clement Greenberg 's ook noemde in zijn visie op moderne kunst. Met de opkomst van een uitsluitend op taal gebaseerde kunst in de jaren zestig, begonnen conceptuele kunstenaars zoals Art & Language, Joseph Kosuth (die de Amerikaanse redacteur van Art-Language werd) en Lawrence Weiner begon een veel radicalere ondervraging van kunst dan voorheen mogelijk was. Een van de eerste en belangrijkste dingen die ze in vraag stelden, was de algemene veronderstelling dat de rol van de kunstenaar was om speciale soorten materiële objecten te maken.
In de jaren negentig werd "conceptuele kunst" eigenlijk alle hedendaagse kunst die niet de traditionele vaardigheden van schilderen en beeldhouwen beoefent. Het is best lastig om de term conceptuele kunst te definiëren (omschrijven) en te begrijpen. Het is niet altijd helemaal duidelijk waar 'concept' naar verwijst. Het risico bestaat dat het verward wordt met 'intentie' (de wil om iets te maken).
Een concept is ongeveer zoiets als het denkproces dat samen met het idee tot de uitwerking van iets komt. Hierbij moet je ook denken aan het toepassen van technische kennis en meer zaken die je ooit geleerd hebt (ervaring). Nicolaus Copernicus bedacht bijvoorbeeld dat de zon niet om de aarde draaide, maar van mening was dat dit niet klopte en dat het andersom moest zijn. Dit zou je ook een hypothese (voorlopige stelling) kunnen noemen. Met dit concept ging hij het verder onderzoeken en zou gelijk krijgen. Bij Dmitri Mendelejev gebeurde iets vergelijkbaars. Hij bedacht het Periodiek Systeem der scheikunde omdat hij van mening was dat de scheikundige elementen volgens een vast patroon te rangschikken moesten zijn. Vooral wist hij zo dat er elementen moesten bestaan, die in zijn tijd nog niet bekent of ontdekt waren. Ook hij zou gelijk krijgen.
Kunstenaar Christo Vladimirov Javacheff bedacht dat een gebouw of een brug een voorwerp is. Een groot voorwerp, maar toch. Voorwerpen kun je inpakken, dus moet dat met een gebouw of een brug ook kunnen ... toch? Van Pippi Langkous kennen we de uitspraak: "Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan".
Hoewel elk kunstwerk iets unieks heeft en gebruiksvoorwerpen er in overvloed kunnen bestaan, moeten die gebruiksvoorwerpen toch ooit een keer zijn uitgedacht en vormgegeven. Ook dit punt wilden de conceptualisten duidelijk maken. Van daaruit is de term toegepaste kunst ook ontstaan.
Pindakaas in opspraak
Doordat de conceptuele kunst voor de meeste mensen iets vreemds heeft, zorgt het nog wel eens voor de nodige opschudding en protesten.
Zo is de Pindakaasvloer een conceptueel kunstwerk uit 1969 van de Nederlandse kunstenaar Wim T. Schippers. Het werk bestaat uit een laag pindakaas verspreid op een vloer. Het concept is op elke gewenste grootte uit te voeren en bestaat uit een soort lijst waarbinnen een bepaalde hoeveelheid pindakaas egaal is uitgesmeerd. In 2011 toonde Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam de Pindakaasvloer in een versie van 4 bij 14 meter groot en 1100 liter pindakaas. Toeschouwers vroegen zich af of dit wel kunst was. Bij een eerdere versie (1969) in het Centraal Museum in Utrecht hadden scholieren het bestrooid met hagelslag en boterhammen.