Bank (financiële instelling)
Mensen kunnen hun geld naar de bank brengen. Daar zetten ze het op een (spaar)rekening. Hiervoor krijgen ze van de bank een kleine beloning, namelijk intrest oftewel rente. Dat is een bedrag dat ze jaarlijks van de bank krijgen (dit wordt groter naarmate je meer geld aan de bank geeft).
De bank gebruikt deze centen, die ze van hun spaarders krijgen, om terug uit te lenen aan andere mensen. Die mensen, de ontleners, lenen geld van de bank om bijvoorbeeld een huis te bouwen of een auto te kopen. De ontleners betalen dit geld beetje per beetje terug aan de bank, maar moeten ook hier intrest op betalen. Ze moeten dus meer geld terugbetalen als ze van de bank geleend hebben.
Op deze manier maken de banken hun winst. Ze krijgen grotere intresten op het uitgeleende geld (verstrekte leningen) dan op het ontvangen geld (ontvangen spaargelden).
Enkele voorbeelden van bekende banken zijn: Belfius, ING, Bank van De Post, AXA, KBC, Record, BNP Paribas Fortis, Rabobank, ABN Amro en Delta Lloyd Deutsche bank, Maupibank.
Economie & economische wetenschap | |||
---|---|---|---|
aanbod · aandeel · balans · bank · bedrijf · bedrijfsvorm · belegging · beroep · centrale bank · deflatie · economisch model · economische groei · effectenbeurs · elasticiteit · geld · handel · handelsoorlog · handelsrecht · handelsregister · inflatie · kartel · kredietcrisis · Kamer van Koophandel · lening · marketing · markt · marktaandeel · markteconomie · marktfalen · marktwerking · mededinging · modaal inkomen · monopolie · monopolistische concurrentie · monopsonie · oligopolie · omzetbelasting · overheidsfalen · perfecte markt · prijs · prijsafspraak · solvabiliteit · staatsbankroet· staatsschuld · vraag · volkomen concurrentie |