Bacteriën
Bacteriën zijn hele kleine levende wezens. Ze bestaan maar uit één cel en je kunt ze alleen zien met een microscoop. Ze zijn zo'n 100 keer zo groot als virussen.
Negatief en positief
Bacteriën kunnen allerlei ziekten veroorzaken. Ook besmettelijke ziekten zoals tuberculose, difterie, de pest en cholera. Je kunt je beschermen tegen bacteriën door je goed te wassen (vooral je handen), zonlicht, inenten en geneesmiddelen die de bacteriën doodmaken (desinfecteren).
Gelukkig zijn de meeste bacteriën goede bacteriën. Wij hebben ze zelfs nodig om gezond te blijven. Zo heb je nuttige bacteriën voor de zuivering van afvalwater, bacteriën die helpen bij de productie van sommige levensmiddelen als kaas en yoghurt, en in de biotechnologie voor de productie van nuttige chemicaliën.
Bacteriën vermenigvuldigen zich heel snel. Uit één enkele bacterie kunnen binnen één dag 70 miljoen nieuwe bacteriën ontstaan.
Soorten bacteriën
- Staafjesbacteriën (bacillen)
- Kogelbacteriën (coccen)
- Piraalvormige bacteriën (spirocheten)
- Draadvormige bacteriën
Nuttige bacteriën
Er zijn ook een hoop nuttige bacteriën. Deze worden ook wel commensale bacteriën genoemd. Bijvoorbeeld:
- Bacteriën in de dikke darm maken vezels zacht.
- Bacteriën in darm maken vitamine K aan.
- Bacteriën in de mond, op de huid en in de slijmvliezen houden schadelijke bacteriën weg.
Organismes | |||
---|---|---|---|
Dieren · Planten · Schimmels · Bacteriën |