Brigand (Boerenkrijg)
Brigand is de naam die door de Fransen aan de Vlaamse opstandelingen werd gegeven die in de Boerenkrijg tegen de Franse bezetter streden op het einde van de 18e eeuw. In het Franse betekent brigand gewoon struikrover.
Met het strenge beleid van de militaire bezetting gedurende de Franse tijd in België, de vele in beslagnames, extra-belastingen en de oorlogsleningen, zonder de minste inspraak van de plaatselijke bevolking, hadden de Fransen zich weinig geliefd gemaakt bij de Vlamingen. Die waren dan ook zeer ontevreden en kwamen in opstand.
De bewoners van de vroegere Zuidelijke Nederlanden en van het prinsbisdom Luik waren door het decreet (wet) van 1 oktober 1795 Franse staatsburgers geworden. Hun eeuwenoude privaatrechtelijke en publieke gebruiken werden allemaal afgeschaft. In de Vlaamse en Duitse regio's werd het Frans eigenlijk alleen maar door de adel en vooraanstande personen gesproken en verstaan en ook officiële stukken waren in het Frans geschreven. Deze werden door de Vlaamse en Duitse sprekers dan ook nauwelijks begrepen.
Door de Wet op de algemene dienstplicht van 5 september 1798 (19 fructidor VI) moesten alle jongemannen tussen 20 en 25 jaar dienst nemen in het Franse "bevrijdings"-leger. Een algemene dienstplicht kende ze voorheen nog niet, want legers bestonden toen uit vrijwilligers aangevuld met huurtroepen.
Het volk, onder de leuze Voor Outer en Heerd, kwam in opstand tegen de sansculotten. Er verschenen plakkaten (aanplakbrieven) in de grote steden op kerken en openbare gebouwen met onder meer de tekst "Nederlanders! blyft nu bijeen, wy moeten standvastich wezen".
Een eerste incident gebeurde bij Overmere (tussen Gent en Dendermonde) op 12 oktober 1798. Dit was voor de begindatum van de opstand. De Brabantse patriotten hadden bemiddeld en steun gevraagd aan buitenlandse mogendheden als Holland, Engeland en Pruisen. Na dit vuur aan de lont kwamen er overal in Vlaanderen incidenten voor, maar deze werden al snel door de Fransen onderdrukt. In Limburg echter kon de rebellie pas maanden later worden bedwongen met een overweldigende troepenmacht door de Slag bij Hasselt op 5 december 1798.
Deze opstand vond weinig aanhang in de grotere steden en ook in de Waalse dorpen deed men er niet aan mee. In Duitstalige delen van Luxemburg (Woudendepartement) kwam er wel een opstand, de zogenaamde Klöppelkrieg, maar deze werd eveneens binnen korte tijd de kop ingedrukt.
Een van de legendarische brigands is Charles-François Jacqmin, die al in 1795 in Loupoigne (Waals-Brabant) een verzetsgroep vormde om tegen de Fransen te strijden en daarbij de naam Charles de Loupoigne gebruikte; die naam is later in de volksmond verbasterd tot "Charlepoeng". Hij werd in juli 1799 gedood tijdens een gevecht in Margijsbos te Loonbeek, bij Huldenberg.