Wijngaardslak
Wijngaardslak Helix pomatia | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Heel Europa | ||
Leefomgeving | Tuinen, graslanden, wijngaarden, loof- en gemengde bossen | ||
Behoort tot de | Longslakken | ||
|
De wijngaardslak is een slak uit de familie tuinslakken (Helicidae). Het is de grootste huisjesslak die je in Nederland kunt vinden.
Verspreiding en geschiedenis
Van nature komen wijngaardslakken in Nederland alleen voor bij de kalkgebieden in Zuid-Limburg. Een logische plek, want de slakken hebben veel kalk nodig om hun slakkenhuisje van te kunnen bouwen. Toch kom je de slakken ook op andere plekken tegen. Op landgoederen bijvoorbeeld, daar kwamen ze ooit per ongeluk terecht, meeliftend op ingevoerde planten. Ook vindt je ze in de buurt van kloosters, daar werden ze vroeger gekweekt en opgegeten in de Middeleeuwen tijdens de vastentijd. Dat is een periode waarin ander vlees verboden was. Door de jaren heen is de wijngaardslak altijd een populaire snack geweest als het gerecht escargot. Zelfs de Romeinen waren er al dol op! Omdat de slak zo populair was om te eten, is hij vanaf 1974 daarom een beschermde soort; je mag ze niet meer uit de natuur halen. Wijngaardslakken houden van warme plekken. In Zuid-Europa vind je ze bijvoorbeeld vaak in wijngaarden, vandaar de naam.
In de winter graven ze zich in en dekken hun huisje af met een tijdelijk afsluitplaatje van verhard slijm, het epiphragma. In het voorjaar komen ze weer tevoorschijn om te paren.
Paren
Wijngaardslakken zijn, net als andere slakken, hermafrodiet; ze zijn zowel man als vrouw en kunnen elkaar bevruchten. Dat wordt ook wel tweeslachtigheid genoemd. Het paren gebeurt met een soort liefdesdans die wel 24 uur lang kan duren. Tijdens die paring prikken ze elkaar met puntige, ‘liefdespijlen’ waarmee ze hormonen afgeven.
Wijngaardslakken leggen ongeveer 50 witte eieren in een holletje in de grond dat de moeder zelf graaft. Na drie tot vier weken komen de kleine slakjes uit de eitjes. Ze hebben al een huisje, maar zijn nog wel helemaal doorzichtig.
De eerste jaren zijn de slakjes kwetsbaar voor jagers, zoals egels, spitsmuizen en zelfs loopkevers. Maar als ze eenmaal volwassen zijn – ze kunnen 12 jaar oud en 5 centimeter lang worden – dan biedt hun stevige huisje genoeg bescherming tegen hongerige dieren.