Bruine hyena
Bruine hyena Parahyaena brunnea | |||
---|---|---|---|
Gevoelig | |||
Leefgebied | in Namibië, Botswana, westelijk en zuidelijk Zimbabwe, zuidelijk Mozambique en Zuid-Afrika | ||
Leefomgeving | woestijn en kustgebieden | ||
Behoort tot de | Hyena's | ||
|
De bruine hyena (Parahyaena brunnea), ook wel strandwolf genoemd, is een soort hyena die voorkomt in Namibië, Botswana, westelijk en zuidelijk Zimbabwe, zuidelijk Mozambique en Zuid-Afrika. Het is de enige bestaande soort in het geslacht Parahyaena. Het is momenteel de zeldzaamste soort hyena. De grootste overgebleven populatie bruine hyena's bevindt zich in de zuidelijke Kalahari-woestijn en kustgebieden in Zuidwest-Afrika. De wereldpopulatie van bruine hyena's wordt door IUCN geschat op een aantal tussen de 4.000 en 10.000 en de staat van instandhouding wordt op de Rode Lijst van de IUCN gemarkeerd als bijna bedreigd (gevoelig).
Kenmerken
Bruine hyena's onderscheiden zich van andere soorten door hun lange ruige donkerbruine vacht, puntige oren en korte staart. Hun poten zijn bruin en wit gestreept, en volwassenen hebben een duidelijke crèmekleurige bontkraag om hun nek.
De lichaamslengte is gemiddeld 144 cm. De schouderhoogte is 70–80 cm en de staart is 25–35 cm lang. Een gemiddeld volwassen mannetje weegt 40,2–43,7 kg, terwijl een gemiddeld vrouwtje 37,7–40,2 kg weegt. Bruine hyena's hebben krachtige kaken en jonge dieren kunnen de beenderen van springbokken in vijf minuten breken.
Leefwijze
Het kan overleven in de buurt van stedelijke gebieden door te spoelen. De bruine hyena is niet afhankelijk van de directe beschikbaarheid van waterbronnen om regelmatig te drinken en geeft de voorkeur aan rotsachtige, woestijn- en daarin bergachtige gebieden, omdat deze voor schaduw zorgen. Ze leven vooral 's nachts.
Ze leven in clans van 4 tot 6 dieren. Clans verdedigen hun territorium en alle leden werken samen om welpen groot te brengen. Bruine hyena's zijn voornamelijk aaseters waarvan het grootste deel van hun dieet bestaat uit karkassen die zijn gedood door grotere roofdieren, maar ze kunnen hun dieet aanvullen met knaagdieren, insecten, eieren, fruit en schimmels (de woestijntruffel, Kalaharituber pfeilii). Omdat ze minder goede jagers zijn, vormt levende prooi slechts een klein deel van hun dieet.