Onbegrepen gedrag

Uit Wikikids
Versie door MakiBoy (overleg | bijdragen) op 25 okt 2024 om 11:02 (→‎omgang)
(wijz) ← Oudere versie | toon huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Onbegrepen gedrag is gedrag, signaalgedrag, moeilijk verstaanbaar gedrag of probleemgedrag dat iemand vertoont met een reden die niet wordt begrepen. Bijvoorbeeld agressie. Onbegrepen gedrag komt veel voor bij mensen met dementie en mensen met niet-aangeboren hersenletsel (NAH).

Hoe werkt het brein

Iedereen heeft een brein dat uit drie delen (lagen) bestaat. Van buiten naar binnen: een mensenbrein (de cortex of hersenschors), het zoogdierenbrein (het middenbrein of limbisch systeem) en een reptielenbrein dat ook wel de hersenstam wordt genoemd.

De bovenste laag van de hersenen bestaat uit de linker en rechter hersenenhelft. Dat noemen wij het mensenbrein. In je mensenbrein kun je moeilijke dingen doen zoals praten en het stuurt je emoties aan. Het zorgt er ook voor dat je ze in kan houden. Dit worden de executieve functies genoemd. Bij mensen met dementie of NAH is dat kapot en dat zorgt er onder andere voor dat ze ontremd gedrag kunnen vertonen, bijvoorbeeld agressie.

De volgende laag is het zoogdierenbrein: die zit onder je mensenbrein. Dit gedeelte omvat alles wat met emoties, affectie (genegenheid), motivatie en sociaal gedrag te maken heeft. Hier zitten gevoelens als liefde, genegenheid en verdriet, angst en pijn. Het zoogdierenbrein zorgt dat die emoties en ervaringen een waarde krijgen en het zorgt dat je gedrag vertoont op gevoel (dus niet zoals in het mensenbrein dat je erover nadenkt en dan pas handelt). Zo kan je, doordat je in je verleden iets mee hebt gemaakt, afwijkend gedrag gaan vertonen, bijvoorbeeld iemand gaat slaan als die onder douche wordt gezet, omdat deze persoon bang voor water is, want deze persoon was vroeger bijna verdronken. Dit deel blijft bij dementie lang in tact. Daarom zie je gedragingen van vroeger sneller terug.

De daarop volgende laag is het reptielenbrein. Die zorgt voor alle automatisch verlopende dingen in je lichaam, zoals je vitale functies als ademhalen, hartslag en temperatuurregeling. Daarnaast zorgt het ervoor dat je continu op scherp staat ten aanzien van gevaar. Zo trek je je hand weg (reflex) als je met je hand in de buurt van hete pan komt.

Mensen met NAH en dementie begrijpen de wereld soms niet zo goed meer, waardoor ze snel de knop in drukken van gevaar en dingen gaan doen zonder na te denken, want alles wat je in dit gedeelte doet, doe je zonder na te denken.

Alle gedrag kan 'onbegrepen' zijn

Je zou onbegrepen gedrag kunnen omschrijven als:

al het gedrag dat de omgeving moeilijk kan plaatsen en waar de bewoner, zijn familie of de professional moeilijk mee om kan gaan.

Over welk gedrag hebben het? Schelden of slaan ken je wel, maar er zijn zo veel meer gedragingen die niet begrepen kunnen worden.

De deskundige stopt die in vijf categorieën:

  • Psychotische gedrag
  • Angstig gedrag
  • Apathisch gedrag
  • Depressief gedrag
  • Geagiteerd gedrag

Het is belangrijk dat je weet dat al het gedrag onbegrepen kan zijn, ook gedrag waar je zelf geen last van hebt. Zoals een meneer die de hele dag in huiskamer zit nergens aan mee wil doen, of iemand die doelloos rond blijft lopen. Maar het kan gedrag zijn waar jij last van hebt en dat hoeft voor de bewoner geen probleem te zijn. Bijvoorbeeld:

  • Vindt de meneer die in de hoek van de kamer plast dat zelf een probleem? Of vind jij het een probleem, omdat jij het op moet dweilen?
  • Heeft die mevrouw die spullen verzamelt een probleem? Of heb jij een probleem, omdat jij die spullen aan het einde van de dag weer terug moet brengen?

Hoe we elkaar beïnvloeden

Jouw gedrag heeft invloed op het gedrag van een ander. Wat je zegt, hoe je handelt, hoe je kijkt en hoe je beweegt. Mensen pikken dit op. En reageren daarop. Wanneer jij bang bent dat iemand boos wordt en onvoorzichtig te werk gaat, kan dit bijvoorbeeld agressie opwekken omdat diegene duidelijkheid verwacht. Dit geldt voor iedereen, maar voor mensen met dementie nog veel meer. Want mensen met dementie krijgen een sterker gevoel voor emoties, omdat het andere weg valt. Het is dus bij mensen met dementie heel moeilijk om gevoel geborgen te houden. Daarom is het belangrijk om met je omgeving over onbegrepen gedrag te blijven praten: zo kan je leren van elkaar. Als onbegrepen gedrag te lang aanhoudt zal de afstand tussen cliënt en medewerker groter worden en echt contact moeilijker worden, bijvoorbeeld bij claimgedrag. Je gaat dan minder echte aandacht geven. Waardoor het claimen alleen maar erger wordt. Negatieve emoties mogen er zijn en hou ze dus niet tegen. Je hebt er wel invloed op hoe je er mee omgaat. En zo heb je invloed op het gedrag van een ander. Dus doe iets met je negatieve emoties en blijf er niet mee lopen. Onthoud: we kunnen het gedrag van iemand met onbegrepen gedrag vaak alleen veranderen door de omgeving of onze manier van benaderen en/of handelen te veranderen.

Omgang

  • Onthoud dat bewoners met hun onbegrepen gedrag altijd een signaal afgeven. De truc is om je dat continu af te vragen. Heeft die bewoner misschien ergens last van?
  • Door de levensloop te kennen van een bewoner met dementie lukt soms beter om met onbegrepen gedrag om te gaan.
  • Onbegrepen gedrag laat je niet onberoerd en dat merkt de bewoner.
  • Door stil te staan kom je verder, of door de tijd te nemen en te vertragen kom je verder.
  • Je gaat het pas zien als het door hebt.

Wanen en hallucinaties

Bij hallucinaties ziet , voelt en ruikt of hoort iemand dingen die wij niet kunnen waarnemen , maar die ander heel echt zijn.

Bij een waan wordt de omgeving verkeerd geïnterpreteerd.

Hallucinaties

De beelden , geluiden en gevoelens van hallucinaties zijn voor de gene die ze ervaart echt . Iemand kan zijn overleden vader in de kamer zien staan of de overtuigingen hebben dat er beestjes in de kamer lopen . Hierdoor kan iemand heel erg in paniek raken . Het helpt niet om te zeggen dat hallucinaties niet echt zijn. Want voor gene zijn ze wel echt. Je kan er beter vragen hoe zijn vader er uit ziet en dus mee te gaan .

Wanen

Bij hallucinaties neem je dingen waar die er niet zijn. Bij wanen wordt de omgeving verkeerd geïnterpreteerd. Wanneer jij langs een groepje jingens loopt en ze schieten in de lach. Zal je kunnen gaan denken dat ze het om jou lachen. Maar misschien vertelde gewoon iemand een mop . Dit is dus geen hallucinaties, want de waarnemende groep jongens zijn wel echt . Enkel de interpretatie kan waarachtig zijn.

Bij hallucinaties gaan de zintuigen met je aan de hal bij wanen doen je gedachten en overtuigingen dat.

Achterdocht

Stel je voor je staat in de winkel bij de kassa. Je hebt net boodschappen gedaan en wilt net gaan betalen. Je zoekt je portemonnee maar je kan hem nergens vinen waar je ook zoekt. Je probeert na te denken waar je hem voor het laatst had thuis. Hij moet er in zitten want je hebt hem er in gestopt. Dus ga je denken gestolen of verloren. Het is een hele logisch gedachte dat je anderen gaat verdenken als we ons niet kunnen voorstellen dat we iets zelf kwijt hebben gemaakt. Deze gedachten noemen we achterdocht.

Omgang

  • Toon begrip
  • Steunen
  • Vertrouwen winnen
  • Iedere dag op vast tijd een klaagmoment in lassen
  • Luisteren
  • Zinvolle bezigheden
  • Versterken van zelfvertrouwen

Niet doen

  • Zeggen dat de achterdocht onnodig is
  • Om heen praten
  • Door sturen naar de politie
  • Niet serieus nemen
  • De achtedocht voeden.

Media

Accessories-text-editor.svg
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.

Meer informatie over dit onderwerp vind je hier:
Tekst: WikipediaNPO KennisGoogle
Afbeeldingen: Wikimedia Commons (oud) • WikiKids Beeldbank
Clipjes: SchooltvBeeld & GeluidYouTube

Accessories-text-editor.svg
Dit artikel is een beginnetje.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Onbegrepen_gedrag&oldid=892296"