Varken
(Tam) varken Sus scrofa domesticus of Sus domesticus | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Wereldwijd | ||
Leefomgeving | Boerderijen, weides en open vlakten | ||
Behoort tot de | Evenhoevigen (Artiodactyla) | ||
|
Het varken is een zoogdier. Varkens komen in het wild voor als zwijnen.
Kenmerken
Een varken is roze en hij heeft een ronde neus (wroetschijf) en een krulstaart. Ze hebben een schubachtige huid met haren erop. Een varken heeft het vermogen spelletjes te leren. Dat betekent dat ze slim zijn. Er wordt gezegd dat een varken de intelligentie heeft van een kleuter. Alhoewel de intelligentie van het ene diersoort met een ander diersoort niet helemaal opgaat.
Een echt varken is een vlug, behendig en stevig dier met een topsnelheid van 65 kilometer per uur, een actieradius van 50 kilometer per nacht en een gewicht van rond de 100 kilogram. Met hun kleine oogjes kunnen varkens goed zien, ook kleuren en ’s nachts. Ze hebben een goed gehoor en reukvermogen: ze kunnen met de neus net zo goed tasten en voelen als mensenhanden. Wilde varkens eten echt alles: planten, wortels, paddenstoelen, kadavers en levende dieren. Een varken kan alleen nooit naar de lucht kijken: het dier kan zijn hoofd niet zo ver bewegen.
Als voedsel
Vroeger leefden varkens heel anders dan nu. Vier miljoen jaren geleden zijn ze ontstaan en heetten toen wilde zwijnen. Ze leefden in groepen met elkaar vrij in de natuur. Pas 6000 jaar geleden zijn mensen ze gaan houden op een boerderij voor vlees. Voor de Tweede Wereldoorlog (voor 1939 ongeveer) hadden boeren een stuk of vijftien tot twintig varkens.
Na de Tweede Wereldoorlog begon het houden van varkens, evenals andere landbouwdieren. Niet alleen in Nederland maar over de hele wereld groeide het aantal varkens om zo te zorgen dat hongerrampen zoals in de Tweede Wereldoorlog niet meer voorkwamen. Boeren gingen steeds meer varkens houden omdat ze minder geld kregen voor hun varkens en daardoor meer varkens nodig hadden om van te leven.
In Nederland hebben varkens het veel beter als in andere landen. Een varken in Nederland heeft meer ruimte als een varken in andere landen, ook hebben ze meer licht en worden ze in groepen gehouden. Ook weten boeren in Nederland bijna alles van varkens waardoor ze weten wat hun varkens nodig hebben. Een boerderij in Nederland heeft gemiddeld 2900 Varkens. Varkens worden gehouden tot ze ongeveer 110 kilo wegen dan gaan ze naar de slacht en worden ze verwerkt tot vlees.
Een varken is een heel handig dier. Ze eten het eten wat mensen niet meer willen eten zoals bijvoorbeeld kapotte koekjes, afval van suiker en spullen die overblijven in de bakkerij, dit is ongeveer 65% van het voedsel van een varken. Ook na het slachten word er niks weggegooid. Naast vlees worden varkens onder andere gebruikt voor: kwasten, verf, behang, kauwgom, drop, pepermunt, papier en schuurpapier. Hun botten worden verwerkt tot gelatine, dat zit bijvoorbeeld in je gummibeertjes.
Als komiek
Varkens kunnen ook heel grappig zijn, onder kinderen is vooral varkentje rund heel bekend. Varkentje rund en zijn beste vriend leo (vlieg) beleven de dolste avonturen die voor veel plezier zorgen onder kinderen. De filmpjes van varkentje rund zijn onder andere bekend van het klokhuis.
Namen
- Een mannetjesvarken heet een beer.
- Een vrouwtjesvarken heet een zeug.
- Een jong varken heet een big.