Kleding
Wat is kleding
Kleding zijn stoffen die je aan doet. Kleding draagt iedereen om zijn lichaam te beschermen tegen de kou. In de zomer draag je bijvoorbeeld: een korte broek met een T-shirt. In de winter dragen veel mensen warme kleding, vooral als het vriest of sneeuwt. Kleren zijn gemaakt van stof, bijvoorbeeld katoen. Kleding kan ook op een andere manier gebruikt worden. Op welke manieren kleding gebruikt kan worden kan je lezen in de volgende alinea's.
Kleding op het werk
Misschien heb je het wel eens gezien. Bij sommige bedrijven dragen ze speciale kleren. Dit noemen ze werkkleding of bedrijfskleding. Deze kleren beschermen de mensen tijdens het werk. Denk maar aan bouwvakker, zij moeten soms zware stenen of planken tillen. Of een muurtje metselen, waarbij ze lang op hun knieën zitten. Deze bouwvakkers hebben dan schoenen met stalen neuzen aan. Om te zorgen dat de tenen beschermd zijn als er een steen opvalt. Ook hebben de bouwvakkers broeken aan met kussentjes op de knieën. Hierdoor kunnen ze lang op de knieën zitten zonder zere knieën te krijgen. Andere voorbeelden van mensen met werkkleding zijn: de politie, de brandweer en wegwerkers.
Bedrijfskleding wordt gebruikt om te laten zien dat je in die winkel werkt. Denk maar aan een supermarkt. De mensen die werken bij de supermarkt dragen dezelfde shirts of vesten. Als je wilt vragen waar iets ligt in de winkel. Kan je dat aan die mensen vragen. Je ziet dat ze bij de supermarkt werken, omdat ze hetzelfde shirt dragen. Vaak staat er op dit shirt de naam van de winkel of het logo. Het logo is een soort tekening die bij de winkel hoort.
Soorten kleren in de herfst, winter, lente en zomer
In de winter doe je andere kleren aan dan in de zomer. Stel je voor dat je in de winter in je zwembroek rond loopt. Dat zou veel te koud zijn en wordt je misschien wel ziek. Het weer wordt kouder in de winter en in de herfst. Je trekt dan dikke kleren aan. Je doet een lange broek aan, een trui of vest. Buiten doe je een jas aan. Zo blijf je warm. Kleren zijn gemaakt van stoffen. Er zijn stoffen die zorgen dat jij warm blijft in de winter. Dit zijn stoffen zoals: wol, fleece en kasjmier.
Het weer wordt warmer in de zomer en in de lente. Je gaat dan minder kleren dragen. Je draagt dan een T-shirt, soms een korte broek of rokje. Buiten draag je een dunne jas of geen jas. Als het heel warm is draag je een zwembroek of bikini. Deze kleren zijn gemaakt van andere stoffen. Stoffen die ervoor zorgen dat je het niet te warm krijgt. Een paar voorbeelden zijn: katoen en linnen.
Kleding bij culturen
Er zijn verschillende culturen. Een cultuur bestaat uit groepen mensen. Deze mensen denken op dezelfde manier. Zij dragen dezelfde soort kleren. Ook geloven ze in hetzelfde. Je kan mensen van een soort cultuur herkennen aan de kleren. Een voorbeeld is mensen binnen de islamitische cultuur. De vrouwen dragen een hoofddoek om de haren te bedekken. Mensen binnen de Afrikaanse cultuur dragen vooral grote doeken, met veel kleuren. Deze doeken worden wrapper of pagne genoemd.
zie ook
onderbroek, trui, hemd, T-shirt, vest, broek, sokken, schoenen, beenwarmers, sportkleren
Videolink
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.
Meer informatie over dit onderwerp vind je hier: |
Dit artikel is een beginnetje.
|