Oog
Met je ogen kun je zien. Het oog is een van de vijf zintuigen. In het donker wordt je pupil groter en overdag wordt je pupil kleiner. Dat komt doordat er veel licht overdag binnen komt. 's Nachts wordt je pupil groter want dan komt er geen licht meer in. Soms zijn je ogen niet helemaal goed meer. Je ziet dan niet alles meer scherp. Het kan dan zijn dat je een bril moet dragen. Niet alle mensen vinden dat leuk, zij vinden een bril niet mooi. Deze mensen kunnen tegenwoordig kiezen voor contactlenzen.
Bouw van het oog
Het oog bestaat uit veel lagen, elke laag heeft zijn eigen functie.
De buitenste laag van het oog is het harde oogvlies. Dit vliesje geeft het oog zijn stevigheid. Het harde oogvlies is wit. Aan de voorkant van het oog gaat het harde oogvlies over naar het hoornvlies. Dit deel is doorzichtig.
De tweede laag van het oog is het vaatvlies. Het vaatvlies bevat veel bloedvaten. Aan de voorkant van het oog gaat het vaatvlies over in de iris. In de iris zitten kleurstoffen waardoor de rode bloedvaten niet zichtbaar zijn.
De derde laag van het oog is het netvlies. In deze laag zitten cellen die seintjes aan de hersenen doorgeven, waardoor je ziet.
In het centrum van het netvlies, recht achter de lens, ligt de gele vlek. Met dit deel van het netvlies zie je het scherpst en zie je kleuren het best.
In het oog zit ook een blinde vlek. Op dat punt zie je niks. Dit komt doordat dit de plek is waar alle zenuwbanen zich bevinden. De zenuwbanen sturen het beeld wat wij zien door naar onze hersenen. Hier kun je een testje doen met de blinde vlek!
De ruimte binnenin het oog is gevuld met een soort gelei. Dit wordt het glasachtig lichaam genoemd.
De pupil is een kleine ronde zwarte opening in de iris. De pupil wordt kleiner wanneer er veel licht is en groter wanneer er weinig licht is.
De lens is één van de belangrijkste onderdelen van het oog. Wanneer je in de verte kijkt dan wordt je lens hol (plat). Als je dichtbij kijkt wordt je lens bol (rond).
Iris
De iris is het gekleurde om je oog. Het stukje van de lens wat tussen je iris zichtbaar is noemen we de pupil. De iris zorgt ervoor dat de pupil groter en kleiner wordt. Dat gebeurt doordat er allemaal spiertjes in de iris samentrekken als er veel licht in je oog valt, je pupil wordt dan kleiner. Als het donker is ontspannen de spiertjes in de iris zich waardoor de pupil groter wordt. De kleur van je iris wordt bepaald door het pigment dat in je iris zit. Als er veel pigment in je iris zit, zorgt het voor bruine kleur en anders zijn ze lichter, bijvoorbeeld groen of blauw. Sommige baby's hebben als ze geboren worden blauwe ogen en krijgen later pas hun eigen oogkleur.
Netvlies
Je netvlies is de derde laag in je oog en zit aan de achterkant van je oog. Beelden die je ziet komen op z’n kop op je netvlies terecht. Om precies te zijn op de lichtgevoelige cellen op je netvlies. Je netvlies heeft 2 soorten lichtgevoelige cellen, kegeltjes en staafjes. Je oog heeft ongeveer 120 miljoen staafjes en 6 tot 7 miljoen kegeltjes. Met je kegeltjes kun je kleur zien en met je staafjes zwart/wit. De kegeltjes zorgen er ook voor dat je voorwerpen heel erg scherp kunt zien.
Je ziet doordat er lichtstralen op een voorwerp weerkaatsen. Het licht komt vervolgens door je pupil je oog in. Je lens zorgt er vervolgens voor dat het beeld dus op je netvlies terecht komt. Dit gebeurd doordat er aan je lens spiertjes zitten die de lens kunnen bewegen. Het beeld staat dan op z'n kop. Het beeld wordt via de oogzenuw naar je hersenen gestuurd en die zetten het beeld weer rechtop. Het kan gebeuren dat het licht dat in je oog valt niet helemaal netjes door de lens op het netvlies terecht komt. Het kan er dan iets voor terecht komen. Dan ben je bijziend. Dit betekent dat je dichtbij scherp ziet, maar veraf niet. Je lens blijft dan te bol en daarom helpt het om een bril met holle lenzen te nemen. Het kan ook zijn dat het licht iets achter het netvlies terecht komt, je lens blijft dan te hol. Dan ben je verziend. Dit betekent dat je veraf scherp ziet, maar dichtbij niet. Dan helpt het om een bril met bolle lenzen te nemen.
Hoornvlies
Het hoornvlies is dus het doorzichtige deel van de harde oogrok. Het hoornvlies heeft een dikte van 0,5 millimeter en is opgebouwd uit vijf lagen.
- Het epitheel: Dit is de buitenste laag. Het epitheel bestaat uit cellen die gemiddeld zeven dagen blijven leven. Na deze zeven dagen is het epitheel helemaal vernieuwd. De cellen vernieuwen zichzelf steeds, zodat het zicht goed blijft.
- De laag van Bowman: Dit is de dunste laag van het hoornvlies. Deze laag beschermt de derde laag. Als de laag van Bowman beschadigd raakt, dan kan het niet meer herstellen.
- Het stroma: Dit is de dikste laag. Het stroma zorgt voor de doorzichtigheid en stevigheid van het hoornvlies en laat de voedingsstoffen voor het hoornvlies door.
- Het membraam van Descement: Deze laag zit tussen het stroma en endotheel in.
- Het endotheel: Dit vormt de achterkant van het hoornvlies.
Het hoornvlies is een gedeelte van het oog waar geen bloedvaten zitten. Vandaar dat het hoornvlies op een andere manier aan zijn voedingsstoffen moet komen, anders gaat het hoornvlies kapot. Achter ons hoornvlies bevindt zich kamerwater. In dit water bevinden zich de voedingsstoffen die het hoornvlies nodig heeft. Dit kamerwater is anders dan onze tranen. Als alle voedingsstoffen eruit gehaald zijn, wordt het kamerwater door het vaatvlies naar de bloedvaten gebracht. Het kamerwater zorgt er ook voor dat het oog zijn vorm blijft houden en dat de lens voedingsstoffen krijgt. Het kamerwater wordt in het Straallichaam gemaakt.
De 'blinde vlek'
Achter het oog bevindt zich de oogzenuw (nervus opticus). Dit is eigenlijk de informatiekabel die het oog verbindt met de hersenen. De plek waar de oogzenuw vast zit aan de oogbol noemen we de papil. Deze kan je bij een oogonderzoek zien. Alle zenuwen die komen van de staafjes en de kegels komen samen in de papil. De papil heeft zelf geen netvlies wat er voor zorgt dat we hier niet mee kunnen zien. De plek waar de oogzenuw het oog verlaat noemen we de 'blinde vlek'.
De gele vlek
In het centrum van het netvlies ligt de gele vlek. In dit gebied komen lichtstralen en beelden terecht waar we naar kijken. In de gele vlek zitten alleen kegeltjes. Deze nemen kleuren en contrast waar om zo nodig details te kunnen zien. De kegeltjes liggen hier heel dicht op elkaar en zorgen ervoor dat we daarom met dit deel van het oog het scherpst kunnen zien.
De werking van het oog
Het oog werkt ongeveer hetzelfde als een fototoestel. Wij kunnen dingen zien, omdat er licht door de pupillen en de lens gaat. Dit valt dan op het netvlies. De beelden draaien om aan de achterkant van het oog en komen op zijn kop binnen. Als dit licht dan de achterkant van het oog bereikt, gaat het langs de zenuwen in ons netvlies en komen samen in een bundel. Deze beelden gaan dan via de gezichtszenuw helemaal naar de herenen. Wanneer de hersenen de beelden verwerken, keren de beelden weer om. Zo zien we de wereld niet op zijn kop.
Tranen
Wij mensen hebben het misschien niet helemaal door, maar wij tranen de hele dag om onze ogen vochtig te houden, anders drogen ze uit. Die tranen noemen wij basale tranen. Basale tranen zorgen voor de voeding en beschermen voor het oog. Daarnaast heb je ook nog reflex tranen, die komen bijvoorbeeld als je uien moet snijden of als je een vuiltje in je oog krijgt. Reflex tranen spoelen je oog weer schoon. En echt huilen doen we met onze emotionele tranen. En alleen mensen hebben emotionele tranen dieren hebben geen emotionele tranen.
Dit artikel is geschreven door Nick van Korven