Bastille Saint-Antoine
De bouw van de Bastille Saint-Antoine begon op 22 april 1370 en was voltooid op 1383 tijdens de tijd van Karel VI van Frankrijk. De Batstille is gebouwd als fort ter versterking van de stad Parijs en als gevangenis tot de Franse Revolutie waarna het fort werd afgebroken door de Franse revolutionairen. De Bastille is voornamelijk bekend om de bestorming ervan op 14 juli 1789, deze werd als startschot gezien van de Franse Revolutie.
Voor de Bestorming
De bestorming was voornamelijk de oorzaak van de economische crisis en de hongersnood onder de Franse bevolking. Door de stijgende graanprijzen brak er een hongersnood uit in 1788 (1 jaar voor de bestorming). De werkloze advocaat Camille Demoulins ging op 12 juli 1789 op een tafel staan in de tuin van palais royal. Daar sprak hij toe dat het volk de wapens moest pakken en zich verdedigen tegen de Franse troepen van Lodewijk XVI. Op 13 juli werden er verschillende wapenwinkels geplunderd in Parijs en ook het klooster van Reu de Paradis waar levensmiddelen lagen opgeslagen.
De Bestorming
Op 14 juli 1789 rond het midden van de ochtend ontstond er een groep menigten te ontstaan rondom de Bastille bij de poort nadat de Franse revolutionairen Hôtel des Invalides hadden geplunderd en musketten en kanonnen hadden buitgemaakt. Omdat er tijdens de bestorming niet veel soldaten aanwezig waren die onder leiding van markies (Landgraaf) Bernard-René de Launay stond. Om 13:30 werden de kabels van de ophaalbrug van de Bastille doorgehakt rond dat tijdstip werden ook de eerste schoten gelost door de mannen van de Launay omdat hij waarschijnlijk nerveus werd. De aanwezige waarnemers probeerde tot een staak het vuren over te halen om 17:30 werden de poorten naar de binnenplaats geopend omdat de Launey wist dat hij niet lang meer stand zou houden. De Bastille werd bestormt en er werd 13.600 kilo buskruit buitgemaakt en De Launey werd gevangengenomen en meegenomen naar Hôtel de Ville waar hij uiteindelijk werd omgebracht door de revolutionairen.