Philip Sheridan
Philip Sheridan (6 maart 1831 - 5 augustus 1888) was een noordelijke Generaal in de cavalerie tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Uiteindelijk werd hij na de oorlog gepromoveerd tot General Of The Army (Generaal van het leger), de hoogste rang in de Verenigde Staten.
Leven
In het begin werd Philip Sheridan door Abraham Lincoln beschreven als een bruin, dik ventje met een lang lichaam, een niet lang genoege nek om op te hangen en zulke lange armen dat als zijn enkels jeukten dat hij eraan kon krabben zonder zich te bukken. Maar toch bleek hij succes te hebben in zijn militaire carriére.
Hij is het meest bekend voor zijn veldtocht in de Shenandoahvallei in 1864. Hij was ook de hoofdrol in een gedicht genaamd "de rit van Sheridan". Waarin hij en zijn beroemde paard Reinzi zich net konden redden toen ze arriveerden net voor de Slag bij Cedar Creek.
Net als Patrick Cleburne werd Sheridan heel vaak gepromoveerd en kon dus snel hele hoge rangen bereiken. In de herfst van 1861 werd Sheridan staffofficier bij generaal Henry Halleck. Later werd hij kwartiermeester-generaal bij het Army of Southwest Missouri. Dankzij de hulp van invloedrijke vrienden werd hij op 2 mei 1862 gepromoveerd en overgeplaatst naar de 2de Michigan Cavalry. Na zijn eerste veldslag in dat onderdeel, de Slag bij Booneville, maakte hij indruk op generaal Wiliam S. Rosecrans, en zoveel indruk zelfs, dat hij werd gepromoveerd tot brigadegeneraal. En na de Slag bij Stones River werd hij nog eens gepromoveerd tot generaal-majoor.
Sheridan's mannen maakten deel uit van de soldaten bij Missionary Ridge. Toen Ulysses Grant General of the Army werd, maakte hij Sheridan bevelhebben van het hele cavaleriekorps van het Army of the Potomac. Dit was een verandering, want nu vocht hij aan het westfront en daarvoor vocht hij enkel op het oostfront. In het begin van de veldtocht werd Sheridan's korps enkel gebruikt voor verkenning. In mei 1864 werden Sheridan en zijn mannen naar het zuiden gestuurd om een strategische aanval op Richmond te doen. Daarna vocht hij met wisselend succes in de Overland-veldtocht.
Tijdens de burgeroorlog was de Shenandoahvallei in Virginia een belangrijke bron voor de confederatie. Niet alleen om de opslagplaatsen, maar ook om de bevoorradingsroute. Het was ook een uitstekende positie om mannen in dekking op te stellen. Daardoor hadden ze al twee veldtochten afgeslagen met telkens weer minder man. In 1864 besloot Grant om de Shenandoahvallei opnieuw aan te vallen en hij stuurde Sheridan er als eerste op uit.
In september versloeg Sheridan de kleinere troepenmacht van Early de eerste keer bij Winchester en de tweede keer bij Fisher's Hill. Toen begon hij een offensief om alle schuurwegen, molens, fabrieken - alle bronnen die heel belangrijk waren voor de confederatie - in brand te steken. Hij maakte 400 vierkante mijl (+/- 600 km2) onbewoonbaar. Dit was de voorafloop van generaal William T. Sherman's "March to the sea" (mars naar de zee). In oktober kon Early wel enkele "off gaurd's" gevangennemen. Op de 19de lanceerde hij een aanval op Cedar Mountain. Sheridan was tien mijl verder (+/- 15 km) bij Winchester. Bij het horen van het artillerie vuur, reden Sheridan en zijn mannen in volle galop naar hun leger. Hij kwam net op tijd zodat hij nog zijn troepen kon verzamelen. Early's mannen, die heel hongerig waren vermits het leger niet tot beperkt bevoorraad kon worden, plunderden de unionistische legerkampen. De aanvallen van Sheridan en Horatio Wrihgt sloegen de geconfedereerden terug. Dit was een zware klap voor het leger van Early.
Voor zijn actief bij Cedar Creek werd hij bevorderd tot generaal-majoor in het reguliere leger. Hij ontving ook een brief van dankbaarheid van president Abraham Lincoln zelf. Dit kwam ook in het gedicht van Thomas Buchanan Read "Sheridan's Ride". Sheridan had hier zoveel herineringen aan dat hij zijn paard "Winchester" noemde. De overwinningen in de Shenandoahvallei kwamen net voor Abraham Lincoln's verkiezingen en die reputatie hielp Abraham Lincoln om tijdens zijn verkiezingen de democratische kandidaat George B. McClellan te verslaan.
In het voorjaar van 1865 streefde Sheridan met vastberadenheid het leger van Lee na. Hij "pinde" het leger in maart. In april werd Lee gedwongen om zijn leger te evacueren uit Petersburg omdat Sheridan zijn bevoorradingslijnen vanuit Five Forks had afgesneden. Bij Sayler's Creek kon hij bijna een kwart van Lee's leger doden, verwonden of gevangennemen. Eindelijk, bij Appomattox, toen Sheridan de enige weg waarlangs Lee met zijn leger kon vluchten had geblokkeerd, werd Lee gedwongen om de overgave van het Army of Northern Virginia te tekenen.
Aan het eind van de oorlog was Sheridan een held voor vele unionisten. Ook Grant was heel bevriend met hem. Maar Sheridan deed ook niet alleen goed. Hij had Grant's bevelen geweigerd tot het limiet. Hij had ook de Gouverneur Warren weggeplaatst onder zijn commando. Later werd bekend dat het overplaatsen van Warren onterecht en onrechtvaardig was.
Tijdens de wederopbouw werd Sheridan aangesteld als militaire gouverneur van Texas en Louisiana (het 5de militaire district). Vanwege de ernst van de regering daar, verklaarde president Andrew Johnson dat hij een tiran was en ontsloeg hem. In 1867 plaatste Grant hem over naar het indianenfront om daar tegen de indianen te vechten.