Gebruiker:Milly
Koala
De koala is een klein zacht knuffelig beertje.
De vacht dient voor de kou en warmte, want de koala blijft op dezelfde plaats. Zijn lichaamstemperatuur verandert mee met het weer. Als het warmer wordt dan wordt zijn vacht dunner en als het koud wordt dan wordt zijn vacht dikker. Hij zorgt voor een constante lichaamstemperatuur.
Op zijn buik is hij lichter van kleur dan zijn vacht. Zijn buik is wit en zijn vacht is grijs.
Hij gaat op zijn rug liggen en maakt zijn haren in de war als het warm is, want dan schudt hij de warmte van zich af.
Zijn neus is platgevormd in een V-vorm. Daarboven heeft hij een groot (zacht, nat) kaal bovendeel net als bij een hond of kat.
De voor-en-achterpoten hebben vijf vingers en tenen. De duim van de koala wordt steeds kleiner net als bij alle andere buideldieren bijv. de kangaroe. De andere tenen en vingers zijn sterk en hebben lange nagels. Met de duim en wijsvinger kunnen ze van alles mee en bij de achterpoten alleen de grote teen. De tweede en derde teen zijn bijna uitgegroeid, behalve hun uiteinden. De tenen zijn net een soort kam waarmee hij zijn vacht mee kan glad kan houden.
In plaats van een staart heeft hij twee poten.
Koala’s zijn ‘s nachts helemaal fit en wild. Hij leeft in bomen die hem voedsel en bescherming geven: de eucalyptusbomen. Hij heeft zich aangepast aan het leven in de bomen en aan een goede klimmer, maar hij beweegt zich langzaam.
Hij komt alleen op de grond als het moet om van de ene boom naar de andere te gaan of waneer deze bomen te ver van elkaar staan dat hij er niet over kan springen. Op de grond is hij erg onhandig en erg kwetsbaar.
Een koala kan een paar dagen in dezelfde boom blijven. Hij gaat pas weg als hij geen voedsel meer kan vinden.
De koala heeft een zeer speciaal dieet. Hij eet bijna alleen maar eucalyptusbladeren en nog andere sommige soorten. Hij kiest ze heel precies uit en eet ze dan helemaal op, omdat ze weinig voedsel hebben. Een koala eet ongeveer van 10kg tot 500gram bladeren. Dat is ongeveer een twintigste van zijn gewicht. Omdat de bladeren genoeg vocht hebben, hoeven de koala’s bijna nooit te drinken. De koala leeft in bomen en hoort bij de weinige zoogdieren die geen nest bouwen.
Zijn vacht beschermt zich tegen het weer. Hij leeft erg vrij en kan zich erg wild gedragen tegen indringers op de grond. De koala heeft een heel klein zanggeluidje, maar kan toch verschillende kreten laten horen. Hij gebruikt het voor als hij wordt aangevallen of als hij zich ontwikkeld. De koala slaapt tussen twee takken. Hij rolt zich op als het koud is, want dan blijft hij warm. Hij strekt zich weer pas uit in de zomer als het warm is. Dan kan zijn dikke vacht luchten. Dat doet hij tussen de twee dikke takken. Hij slaapt soms altijd overdag. Hij wordt al wakker bij een klein geluidje, omdat hij een beetje langzaam is, is hij makkelijk te vangen.
Een koala vrouwtje kan maar één jong per jaar krijgen. Ze voedt haar baby alleen op. Na vijf maanden heeft de baby zich ontwikkeld. Na zes maanden zit de koalababy al vol met haren. Na acht maanden is de baby te groot voor de buidel. Hij gaat er dan ook uit, maar alleen steekt hij de kop erin als hij moet drinken, want de tepels van de moeder zitten in de buidel. Na een jaar gaat de koala weg bij zijn moeder.
De eucalyptusbos is een koninkrijk voor de koala. In sommige streken in Australië worden bomen bedreigt, omdat ze geen kans krijgen om nieuwe bladeren te laten groeien. De verspreiding van de koala volgt die van de eucalyptusbossen tot een hoogte van 2.000 m, vooral in het oosten van het land.
Sinds 1870 is de koala opnieuw ingevoerd op verschillende plekken bijv. in Zuid-Australië. In Kangeroe Ysland de kust van Adelaide.
De ergste vijanden van de koala zijn de dingo en de Aborginals. Ze vallen de koala alleen aan als hij op de grond komt. Ze dode oude of zieke dieren. Als de koala gezond is dan gaan ze vechten. De koala gaat dan tegen de boom staan. Met zijn sterke poten kan hij kwaad uithalen, maar omdat de hij sterke klauwen heeft moet de dingo zich twee keer bedenken of hij door gaat met vechten. Als de dingo slap is van het vechten dan klimt de koala steeds verder weg van de dingo. Hij gaat dan naar de eerste en de beste boom.
De Aboriginals jagen ook op koala’s.
Zij jagen op oude koala’s, omdat ze langzaam zijn. De oude koala’s verstoppen zich in plaats van te vluchten of te vechten. De Aboriginals kunnen ze gemakkelijk vinden in hun boom. Ze kunnen oude koala’s ook doden met pijl en boog, stok of een speer.
De koala is rustig en lief als hij vanaf zijn geboorte wort vast gehouden. In het Lone Pine Sanctuarij in Brisbane wordt de koala op de rug van een hond gezet. Dit was al sinds 1932. De duitse herder Auskas is het negende dier waar koala’s op rijden. De koala is verboden om als huisdier te hebben. Het is een zeldzaam en beschermd dier.
Er zijn ook ziekenhuizen voor koala’s. Het Lone Pine Sanctuarij in Brisbane is een heel beroemd ziekenhuis in heel Australië. Het grootbrengen en fokken wordt daar bestudeerd en het wordt bewaakt met het modernste apparatuur. Hun gezondheid wordt gecontroleerd. Als het nodig is geven ze eiwitten, vitaminen of mineralen. Jonge of gewonde dieren uit dierentuinen of uit het wild worden speciaal verzorgd.