Maleise jaarvogel
| Maleise jaarvogel Aceros corrugatus | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Gevoelig | |||
| Leefgebied | Maleisië, Thailand, Brunei en Indonesië | ||
| Leefomgeving | oerwouden, moerassen en bossen | ||
| Behoort tot de | Neushoornvogels | ||
|
| |||
| |||
De Maleise jaarvogel of geribbelde jaarvogel is een vogel uit de familie Neushoornvogels. De Maleise jaarvogel komt voor in Maleisië, Thailand, Brunei en Indonesië. De Maleise jaarvogel is zo'n 75 centimeter groot. De Maleise jaarvogel heeft zwarte veren aan de bovenkant en witten veren op de borst en in de nek. Echter heeft een vrouwtje geen wit in haar veren. Allebei de geslachten hebben een grote snavel met daarop een soort van "hoorn". Een mannetje heeft zijn snavel in verschillende tinten geel, rood en oranje. Een vrouwtje heeft haar snavel alleen in het geel. Verder heeft de vogel twee grote klauwen en een lange staart. Tijdens het broedseizoen eten Maleise jaarvogels insecten en kleine vogels. Buiten het broedseizoen eten ze vooral vruchten en zaden. Per keer legt een Maleise jaarvogel ongeveer 2 tot 3 eieren. Vier weken hierna komen de eieren uit. De vogels leven vooral in het oerwoud. Toch komt de vogel ook voor in gekapte bossen, mits deze weer aan het opgroeien zijn en het in de buurt ligt van een gewoon bos. De Maleise jaarvogel is in 1832 ingedeeld door Coenraad Jacob Temminck.