Betonning
|
|
Een betonning, of zeemarkering en navigatiemarkering of een boei, is een vorm van hulp bij het navigeren en loodsen (sturen) van schepen en boten. Met behulp van deze markeringen kunnen de schippers/kapiteins de geschatte positie van een monding in zee, een kanaal, rivier bepalen om hun boten/schepen en watervliegtuigen veilig te laten navigeren.
Er zijn drie soorten markeringen: bakens (geplaatst op de zeebodem of aan de kust, of op de wal bij rivieren en kanalen), boeien (bestaande uit een drijvend object dat meestal is verankerd aan een specifieke locatie op de bodem van de zee of aan een object onder water) en een stapel stenen (cairn) gebouwd op een onder water gelegen rots/object, vooral in rustiger water. Een ton is ook een soort boei, maar dan van metaal. Een boei kan ook van kunststof zijn. Zo heb je tijdelijke gele opblaasbare wedstrijdboeien die bij een zeilwedstrijd de wedstrijdbaan aangeven.
Deze markeringen worden gebruikt om kanalen, gevaarlijke rotsen of ondiepten, afmeerposities, gebieden met snelheidsbeperkingen, verkeersscheidingsstelsels, gezonken scheepswrakken en voor tal van andere navigatiedoeleinden aan te geven. Sommige zijn alleen bedoeld om zichtbaar te zijn bij daglicht (dagmarkeringen), andere hebben een combinatie van lichten, radarreflectoren, mistbellen, misthoorns, en fluitjes om ze 's nachts en bij beperkt zicht bruikbaar te maken.
Markeringen worden weergegeven op zeekaarten en waterkaarten, met behulp van symbolen die hun kleur, vorm en lichtkarakteristiek aangeven, en worden meestal aangeduid met naam of nummer.
In bredere zin wordt onder de uitdrukking "betonning" vaak verstaan alle soorten oriëntatiepunten, constructies en apparaten die kunnen worden gebruikt om schippers en kapiteins te waarschuwen en te begeleiden. Voorbeelden van betonningen op het land (bij rivieren en kanalen) zijn verschillende signaallichten en voormarkeringen. Deze laatste worden voornamelijk gebruikt om de middellijn van een vaargeul in smalle doorgangen aan te geven. Zeemarkeringen kunnen soms ook worden gebruikt om de grenzen van defensieve mijnenvelden op zee te markeren, of de veilige vaarstroken er doorheen, vooral in oorlogstijd.
Steekbaken of staak (rechts) en vervangende kleine ton in de vaargeul bij Schiermonnikoog
Model van gastransportschip Vlissingen waarmee lichtboeien werden gevuld. Afbeelding & collectie: Zeeuws maritiem muZEEum