Woestijn
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
Een woestijn is een droge vlakte die bedekt is door steen, sneeuw, zand of leem. Een woestijn is te herkennen doordat er zelden neerslag is (minder dan 200 mm per jaar) en door de eindeloze vlaktes. Er leven weinig dieren in de woestijn, en er zijn ook weinig planten te vinden. Dat komt omdat het moeilijk is te overleven in de woestijn. Vrijwel op elk continent is een woestijn te vinden. De droogste woestijn is de Atacamawoestijn in Chili. Er zijn ook dieren die alleen maar in de woestijn leven, onder andere de woestijnvos en het Gilamonster.Het beeld van een woestijn is een lang uitgerekte vlakte met veel zand. Veel dieren, zoals slangen, verstoppen zich in het zand van een woestijn. In een woestijn kunnen temperaturen al snel tot boven de 40 graden. In de nacht is het meestal onder het vriespunt. De bekendste woestijn is de Sahara.
In een woestijn valt er gemiddeld minder dan 100mm regen per jaar. Vergeleken met andere gebieden in de wereld is dat weinig. In een van de droogste woestijnen, de Atacama-woestijn in chili in Zuid-Afrika, is er de laatste 40 jaar geen regen gevalle. De meeste regen valt, wanneer er een storm boven de woestijn hangt. Deze stormen komen meestal 1 of 2 maanden per jaar (12 maanden) voor. Maar het te kort aan regen is nog niet alles. De lucht in de woestijn is erg droog. Als er geen water in de lucht zit dan zijn er bijna geen wolken. De meeste woestijnen hebben dan ook bijna het hele jaar een heldere lucht. Wanneer de zon schijnt, kan het 40 tot 50 graden worden.
’S nachts word het dan weer heel erg koud. Zelfs in de heetste woestijnen is het ’s nachts koud, dan kan het gaan vriezen. In woestijnen is er dus sprake van grote temperatuurverschillen. Wanneer het vriest is de temperatuur onder 0. Door deze grote temperatuurwisselingen is het moeilijk voor mens, plant en dier te overleven.
Verschillende soorten woestijnen
Woestijnen kunnen er heel verschillend uit zien. Veel mensen denken dat alle woestijnen uit zand bestaan. Maar dat is dus niet waar. Slechts een kwart van alle woestijnen bestaat uit zand. De helft bestaat uit stenen of grind (kleine steentjes).
Er zijn vijf verschillende soorten woestijnen:
- Zandwoestijnen Deze woestijnen zijn maar weinig te vinden op de wereld. Bij deze woestijnen is het belangrijk dat de wind de goede kant op waait. Waait de wind de verkeerde kant op dan waait het zand weg en verdwijnt de woestijn. Deze woestijnen bestaan bijna helemaal uit zand.
- Rotswoestijn In deze woestijnen vind je vooral rotsen. Dit komt omdat de wind en het water deze meeneemt naar de woestijn tijdens bijvoorbeeld een storm. Dit wil niet zeggen dat er altijd wind en water in de buurt is van deze woestijn.
- IJs woestijn Dit zijn woestijnen in gebieden waar de temperatuur altijd onder 0 ligt. Dit wordt ook wel vriezen genoemd. Deze woestijnen bestaan bijna helemaal uit ijs.
- Grindwoestijnen Deze woestijnen ontstaan door rotsen en grind die daar al aanwezig zijn. Het materiaal dat het grind bijeen heeft gehouden verwaait en het overgebleven grind vormt de nieuwe bodem van de woestijn.
- Zoutwoestijnen Deze woestijnen bestaan uit een zoutvlakte. Wanneer het geregend heeft verdampt de hitte en blijft het zout uit het zoute water achter.
Welke grote woestijnen zijn er in de wereld?
De sahara De sahara is de grootste zandwoestijn in noord Afrika. Deze woestijn bestaat slechts 20% uit zand, de rest is rotsachtig. Op verschillende plaatsen in de woestijn komen oases voor, plaatsen waar drinkwater aan of nabij de oppervlakte komt.
Gobiwoestijn De Gobi is de grootste woestijn van Azië. Deze bestaat niet zoals de meeste woestijnen uit zand, maar grotendeels uit kale rotsen. Uitslagen van een onderzoeken kunnen zeggen dat hier ooit dinosaurussen hebben geleefd, er zien hier namelijk dinosaurus eieren gevonden. Tegenwoordig leven hier gazelles, kamelen en de Gobi beer. Dit is de enige woestijnbeer ter wereld en van deze beer zouden er nog maar vijftig zijn.
Libische Woestijn De Libische Woestijn bestaat voornamelijk uit zand en steen. Deze woestijn staat op nummer drie van de grootste woestijnen in de wereld.
Dit zijn slechts de drie grootste woestijnen op de wereld. In totaal telt de wereld ongeveer 21 woestijnen, waarvan de meeste rond de evenaar liggen.
Dieren in de Woestijn
Dromedarissen en kamelen: Het meest bekende woestijndier is de kameel, die dagenlang zonder water door de kale woestijn kan reizen. De belangrijkste aanpassing van de kameel aan de woestijn is wel dat hij veel water kan opslaan in zijn maag. Een kameel kan tot wel 10 dagen zonder water. Als er genoeg voedsel is kunnen kamelen grote vetreserves opbouwen in hun bulten. Als de kamelen de reserves opmaken worden de bulten slap. De kameel heeft nog meer aanpassingen aan de woestijn: zijn voeten hebben maar twee tenen met daartussen huidplooien. Deze huidplooien helpen het gewicht van de kameel te verspreiden en ze voorkomen dat hij in het zachte zand wegzakt. Bij zandstormen kan een kameel of dromedaris ook zijn neusgaten afsluiten.
Gazellen Andere grotere dieren die we vaak zien in de woestijn zijn verschillende soorten gazellen en antilope. Antilope wonen meestal in rots- en bergachtige gebieden. Gazellen leven meer in vlak land ze leven zelfs in zandduinen. Tijdens de heetste uren van de dag zijn de dieren te vinden in alle schaduw die er maar te vinden is zelfs in gaten in de grond! Wanneer het koeler word gaan ze op zoek naar eten , dat duurt vaak de hele nacht. Uit onderzoeken blijkt dat deze dieren al hun water uit planten halen, en hun hele leven doorbrengen zonder echt te drinken. Verder zien we in de woestijn heel veel insecten, slangen en andere reptielen, spinnen, schorpioenen, sprinkhanen, knaagdieren zoals eekhoorns, kangoeroeratten en springmuizen. Ook zijn er veel nachtdieren zoals veel soorten uilen, gekko’s, wangzakmuizen en woestijnvossen.
Planten in de woestijn
Planten brengen leven in de woestijn. Zonder planten zouden er geen dieren zijn. Maar planten kunnen niet zoals dieren de zon vermeiden. Een woestijn is namelijk meer dan alleen een grote zandvlakte. Een woestijn kan zelfs zeer vruchtbaar zijn. Wanneer het erg hard heeft geregend in een woestijn wordt de grond erg vruchtbaar. Dit houd in dat er planten kunnen groeien. Je ziet dan ook dat er na een regenbui veel meer planten te zien zijn in een woestijn. Na de regen wordt het weer extreem warm in de woestijn waardoor het water weer uit de grond trekt. Hierdoor sterven alle planten weer af. Op hun vaste plek in de grond hebben planten zich op een aantal manieren aangepast aan de hitte en droogte, maar ondanks de kale aanblik van de woestijn, zijn er toch meer planten dan je denkt. Woestijnplanten hebben ook maar een beperkte watervoorraad. Sommige kunnen met lange vertakte wortels water opzuigen uit een groot gebied. Andere kunnen dankzij speciale stammen of bladeren water opslaan. Cactussen zijn de bekendste woestijnplanten. Maar ze groeien alleen in Noord-Amerika. Een cactus is een plant met heel veel stekels. Ze kunnen ook bloeien. Dan komen er hele mooie bloemen uit. Cactussen kunnen water in hun stam opslaan. De was die ze aan de buitenkant hebben zorgt ervoor dat het water niet verdampt. Cactussen kunnen heel groot worden sommigen wel 18 meter hoog.