Walrus
Walrussen (Odobenus rosmarus) zijn een soort grote 'zeehonden' of zeerobben met slagtanden. Ze leven in de koude zeeën van het noordelijke halfrond. Ze hebben heel veel vet, en ze kunnen ook heel gevaarlijk zijn. Ze kunnen zelfs met een groep een ijsbeer doden. Ze zijn het favoriete eten van de orka. Walrussen lijken kaal maar ze hebben een dikke huid met vacht die wel 4 cm dik kan worden.Een mannetje is een stier en een vrouwtje is een koe. Walrussen hebben flippers waarmee ze zich op het land kunnen voortbewegen en ermee zwemmen in het water. Walrussen eten vooral tweekleppigen zoals mosselen en oesters maar ook slakken, kreeften en zeekomkommers vinden ze heel lekker. Ze leven in grote groepen. Zie je een walrus alleen, dan is de walrus ziek of gewond. Een vrouwtje krijgt één kalf per keer en het duurt anderhalf jaar voor dat het kleintje komt. De grootste vijand van de walrus is de mens. Want mensen jagen voor vlees en de ivoren slagtanden van de walrus. Maar het smeltende ijs is ook een probleem want dan hebben ze geen rustplekken.