Bronforel
Bronforel Salvelinus fontinalis | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | oorspronkelijk oosten van Noord-Amerika. In NL in de Geul en Maas | ||
Leefomgeving | rivieren | ||
Behoort tot de | Zalmen (Salmoniformes), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De bronforel of beekforel (Salvelinus fontinalis) is een soort zoetwatervis, behorend tot de Zalmen (Salmoniformes). Het is inheems (komt er van oorsprong voor) in Oost-Noord-Amerika in de Verenigde Staten en Canada, maar is elders in Noord-Amerika door de mens geïntroduceerd, evenals in IJsland, Europa en Azië. In Nederland is de soort uitgezet in de Geul en de Maas. De beekforel leeft in grote en kleine meren, rivieren, beken, kreken en bronvijvers. Ze geven de voorkeur aan helder water met een hoge zuiverheid.
Beschrijving
De bronforel heeft een donkergroene tot bruine kleur, met een kenmerkend gespikkeld patroon. De buikvinnen en onderste vinnen zijn roodachtig van kleur, de laatste met witte voorranden. Vaak wordt de buik, vooral van de mannetjes, erg rood of oranje als de vissen aan het paaien zijn. Meestal zijn ze 25 tot 65 cm lang en wegen van 0,3 tot 3 kg. De grootste ooit gevangen was 86 cm en woog 6,6 kg.
De bronforel kan minstens zeven jaar oud worden tot wel 15 jaar. De groeisnelheden zijn afhankelijk van seizoen, leeftijd, water- en omgevings luchttemperaturen en stroomsnelheden.
Meestal eten ze larven en (water)insecten. Volwassen vissen eten schaaldieren , kikkers en andere amfibieën , weekdieren , kleinere vissen, ongewervelde dieren en zelfs kleine waterzoogdieren zoals woelmuizen en soms andere jonge bronforellen.
De eitjes van de vrouwtjes worden door het sperma van meerdere mannetjes bevrucht. Het vrouwtje begraaft vervolgens de eieren in een kleine grindheuvel; ze komen binnen 95 tot 100 dagen uit.
Bronforel wordt ook in grote aantallen voor de handel gekweekt voor voedselproductie en wordt zowel vers als gerookt voor menselijke consumptie verkocht.