Harry Potter en de Gevangene van Azkaban (boek)
Harry Potter woonde sinds zijn geboorte bij zijn gemene oom tante en zijn neefje dirk de die heten de Duffelingen. Ze zijn erg gemeen tegen Harry .Op een dag komt de zus van Harrys tante. Als ze eenmaal binnen zijn doen ze gemeen tegen Harry, en beginnen zijn vader en moeder af te kraken. En dan wordt Harry zo kwaad op zijn oom en tante, dat hij die irritante mevrouw met een toverspreuk opblaast, zodat ze zo licht wordt als een ballon en weg vliegt. Dan loopt Harry weg. Bij de speeltuin kwam hij een zwarte weerwolf tegen. Toen viel hij achterruit. De weerwolf kwam op hem af en rende snel weg.Harry zag toen 2 felle lichten .Ze kwamen dichterbij.Toen zag Harry dat het een bus was. Met de bus ging hij naar de lekke Ketel daar praatte Harry met het Ministerie van toverkunst. Daarna ging hij naar Zweinstein. Daar bewaakte de Dementors de poort van Zweinstein hoge school voor hekserij en Hokespokus. Een paar weken later Griffoendor tegen Huffelpuf. Harry ging achter de snaai aan en tijdens de achtervolging kwamen de Dementors opdagen .Ze zorgden ervoor dat Harry van zijn bezem viel. Perkamentes het schoolhoofd brak met een spreuk de val van Harry. Op het eind verandert professor Lupus in een weerwolf en Sirius Zwarts ook toen gingen ze vechten. Toen rende Harry Zwarts achterna. Dan komen ze bij een meer met allemaal Dementors uit.Harry en zwarts vallen bewusteloos, Dan wordt hij wakker in de zieke” boeg. Harry en Hermelien gaan met een toverklokje terug in de tijd.Als ze klaar zijn Bevrijden ze zwarts uit de kerker, en hij krijgt van Zwarts een nieuwe bezem. En nu gaat Harry Potter terug naar zijn familie. Bestand:Azkaban.jpg