Valentijnsdag
14 februari is het altijd Valentijnsdag.
Op deze dag kan je een geheime liefde een kaartje sturen of iets leuks geven, bijvoorbeeld een cadeautje of bloemen. Maar je kunt ook een vriend of familielid iets sturen of geven, omdat je blij bent dat je elkaar kent. Op deze dag worden er veel rode rozen gegeven. De rode kleur staat vaak voor de liefde.
Geschiedenis van Valentijnsdag
Valentijnsdag wordt gevierd op 14 februari. Deze dag is niet zomaar gekozen. In het jaar 496 riep Paus Gelasius I 14 februari uit tot de dag van de heilige Valentijn. Er zijn verschillende heilige Valentijns geweest. De een was een priester in Rome en de ander was een bisschop in Terni. Maar het zou best kunnen dat het dezelfde persoon kan zijn geweest. In ieder geval waren het martelaren. Een martelaar is iemand die omwille van zijn (of haar) geloof gemarteld wordt en daardoor sterft. In het oude Romeinse Rijk mocht een soldaat niet zomaar trouwen als hij dit wilde. En zeker niet met een christen. De Romeinse priester trouwde toch een heidense soldaat en een christelijke vrouw. Hij vond de liefde belangrijker dan de wetten van de keizer. Er kwamen meer paren die door de priester getrouwd wilden worden. De keizer werd kwaad en liet de priester ondervragen, martelen en onthoofden. Dat was op 14 februari, maar we weten niet precies in welk jaar dat was.
Toen Valentijn in de gevangenis zat kwam de cipier (een gevangenbewaarder) bij hem. Het dochtertje van de cipier was blind. De cipier vroeg of Valentijn zijn dochtertje kon genezen. Valentijn maakte een geneesmiddel, maar het hielp niet. Vlak voordat hij gedood zou worden gaf Valentijn de cipier een briefje voor zijn dochter. Er stond op: "Van je Valentijn". Er zat ook een klein bloemetje in het opgevouwen briefje. (Valentijn gaf de mensen altijd een bloem als ze bij hem om raad vroegen. Vandaar dat mensen elkaar met Valentijnsdag vaak bloemen geven.) Toen het meisje het briefje kreeg kon ze direct weer zien.
==