Passen
		
		
		
		
		
		Naar navigatie springen
		Naar zoeken springen
		
		
	
Passen betekent onder meer de juiste maat hebben ("Dat past precies"); je beurt voorbij laten gaan ("Ik pas") en gelegen komen ("Sorry, maar die dag past mij niet").
Passen betekent onder meer de juiste maat hebben ("Dat past precies"); je beurt voorbij laten gaan ("Ik pas") en gelegen komen ("Sorry, maar die dag past mij niet").