Bol (figuur): verschil tussen versies
k (→top: clean up, replaced: [[File: → [[Bestand:) |
k (→top: replaced: |thumb| → |miniatuur|) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[Bestand:Blender-meta-ball.png|250px|right| |
+ | [[Bestand:Blender-meta-ball.png|250px|right|miniatuur|De foto van een bol.]] |
De '''Bol''' is een [[ruimtefiguur]]. De bol heeft geen [[hoek]]en of [[rib]]ben. Het heeft alleen één gebogen vlak. De bol is aan alle kanten rond. Voorbeelden van bolvormige dingen zijn, een [[voetbal]] en een [[globe]]. In het midden heeft de bol een [[middelpunt]]. Vanaf het middelpunt lopen oneindig veel [[diameter]]s en [[Straal (wiskunde)|stralen]]. |
De '''Bol''' is een [[ruimtefiguur]]. De bol heeft geen [[hoek]]en of [[rib]]ben. Het heeft alleen één gebogen vlak. De bol is aan alle kanten rond. Voorbeelden van bolvormige dingen zijn, een [[voetbal]] en een [[globe]]. In het midden heeft de bol een [[middelpunt]]. Vanaf het middelpunt lopen oneindig veel [[diameter]]s en [[Straal (wiskunde)|stralen]]. |
||
Versie van 7 okt 2021 19:52
De Bol is een ruimtefiguur. De bol heeft geen hoeken of ribben. Het heeft alleen één gebogen vlak. De bol is aan alle kanten rond. Voorbeelden van bolvormige dingen zijn, een voetbal en een globe. In het midden heeft de bol een middelpunt. Vanaf het middelpunt lopen oneindig veel diameters en stralen.
Oppervlakte
De oppervlakte van de bol is eenvoudig te berekenen. Voor de oppervlakte heb je alleen de lengte van de straal nodig. Hiervoor gebruiken we de volgende som: 4 x π x straal² = oppervlakte. De vier mag je nooit weglaten of veranderen. De π betekend pi, dit is een getal dat nooit lijkt op te houden. De straal moet je alleen weten. De straal loopt van het middelpunt in een bol naar de buitenkant. Het ²-tekentje staat voor kwadraat.
Inhoud
Een bol heeft net als elk ander ruimtefiguur een inhoud. Net als bij de oppervlakte moet je eerst het middelpunt weten. vervolgens teken je twee diameters. Een van boven naar beneden en een van links naar rechts. De diameters moeten loodrecht op elk staan. Je meet nu de lengte van één diameter en deelt het door twee. Nu heb je de lengte van de straal. Vervolgens doe je deze formule: 4/3 x π x straal³ = inhoud. 4/3 is een breuk. De π is een Pi, dit is een getal dat nooit op lijkt te houden. Het woord straal haal je weg en daar vul je de lengte van de straal in. Het ³-tekentje betekend derde macht.