Schaken: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
  +
[[Bestand:Schaakbord-4526,jpg.jpeg|alt=|miniatuur|300x300px]]
[[Bestand:ChessStartingPosition.jpg|thumb|300px|right|''Schaakbord met de stukken in beginpositie'']]
 
 
[[Bestand:Schaakklok.JPG|right|250px|thumb|''Schaakklok'']]
 
[[Bestand:Schaakklok.JPG|right|250px|thumb|''Schaakklok'']]
 
[[Bestand:Schaken om de wereldtitel.ogv|miniatuur|alt=]]
 
[[Bestand:Schaken om de wereldtitel.ogv|miniatuur|alt=]]

Versie van 15 apr 2020 14:44

Schaakklok

Bestand:Schaken om de wereldtitel.ogv

Schaken is een intellectueel bordspel dat je met twee mensen kunt spelen. Je wint als je de koning van de tegenstander schaakmat kunt zetten, dat wil zeggen als je je stukken zo neerzet dat die koning op geen enkele manier kan ontsnappen aan het stuk van jou dat hem bedreigt.

er zijn nu ook online veel schaakwebsites om online te kunnen schaken zoals liChess

shaken wordt Chess in het Engels gezegd


Notitie

Indeling van het schaakbord

Er staan altijd cijfers (1 t/m 8) en letters (A t/m H) op een schaakbord. Alle velden (64 in totaal) hebben daarmee een naam gekregen. Met deze veldnamen moet je je zetten noteren. Het schaakbord hierboven kan je helpen!

Als je bijvoorbeeld je paard verzet van veld c1 naar veld b3, dan schrijf je op: Pc1-b3 of gewoon Pb3. De hoofdletter P betekent dat deze zet met het paard is gedaan.

Zet je bijvoorbeeld je pion van c2 naar c4, dan schrijf je: c2-c4 of gewoon c4, (alleen voor de pion hoef je geen letter te noteren!)


Voor de rest van de stukken moet je de volgende hoofdletters gebruiken: T voor de toren, L voor de loper, D voor de dame, K voor de koning, en P voor de Paard. In het engels is het R voor Rook (Toren), B voor Bishop (Loper), Q voor Queen (Dame), K voor King (Koning), en Kn of N voor Knight (Paard).M

Openingszetten

Zie Schaakopeningen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Je hebt duizenden openingszetten zoals de spiegelbeeldopening of de Siciliaanse openingszet. Je kan er zelf ook nog een maken, maar of hij dan werkt moet je zelf uitzoeken. Maar er zijn er duizenden en een openingszet is zo'n beetje een van de belangrijkste zetten van het spel.

Damegambiet

Gambiet is een schaakterm die betekent dat je in de opening, de beginfase van het spel, materiaal (stukken) prijsgeeft om positioneel voordeel te verkrijgen. Gambiet is 'beentje' in het Arabisch en wil dus eigenlijk zeggen 'beentje lichten'. Dus dat voordeel van het slaan van een stuk is maar schijn. Volgens het schaakcomputerprogramma Houdini (het sterkste schaakprogramma momenteel met een zogenaamde ELO-rating van 3000+) is het damegambiet (d.w.z. opening met de damepion, op de d-lijn dus) de opening die het meest kans biedt op succes.

Heel snel mat

Als er door zwart heel dom gespeeld wordt, kan wit soms in een paar zetten al winnen met een loper en een dame. Dit heet herdersmat. Als zwart heel snel wint met een paar pionnen en een dame, heet dit gekkenmat.

ELO-rating

De ELO rating bepaalt hoe goed je bent in schaken. Dus van heel slecht (ELO 1000) tot grootmeesterniveau (ELO 2200+). De hoogste rating die een mens ooit heeft gehaald is 2872 (Magnus Carlsen). Houdini heeft dus meer dan 3000, ongeveer 3334.

Punten

  • pion: 1 punten;
  • loper: 3 punten;
  • paard: 3 punten;
  • toren: 5 punten;
  • dame: 9 punten;
  • koning: koning kan niet geslagen worden (oneindig punten.)

Schaakbord

een schaakbord ziet er uit als een 8 bij 8 bord.een schaakbord:

  • je hebt 8 pionnen;
  • 2 lopers;
  • 2 paarden;
  • 2 torens;
  • 1 dame;
  • 1 koning.

Totaal: 32 stukken, dus 16 stukken (aan een kant)

Stukken verplaatsen

  • De pionnen mogen 1 stap vooruit (als op het begin staan 2 stappen vooruit)ze mogen alleen schuin slaan
  • De lopers mogen zoveel stappen als ze maar willen maar alleen schuin.
  • De paarden mogen 2 stappen vooruit en 1 op zij ze mogen ook over andere stukken springen
  • De toren mag zo ver als hij wilt maar alleen rechtdoor of opzij niet schuin of een paarde sprong
  • De dame mag recht en schuin naar alle kanten
  • De koning mag overal naar toe maar met één stap per keer vooruit en achteruit

Als de koning schaak staat, dus als hij wordt aangevallen, dan moet de koning naar een veilig veld. Of je zet er een stuk tussen of je slaat het stuk dat aanvalt. Als jouw koning nergens naar toe kan of je kan er geen en je kan schaak niet opheffen dan wint de ander. Als je niet schaak staat en je kan met niets zetten, ook niet met de koning, is het pat (gelijkspel). Ook als de tegenpartij aan jou vraagt om het punt te delen en je dan ja zegt is het ook gelijkspel (remise).

Rokeren

Rokeren is dat je je koning en toren tegelijk beweegt, maar er zijn ook regels die bepalen dat je niet mag rokeren als je koning schaak staat of als je koning schaak komt te staan. Er mogen geen stukken tussen staan en de koning of de toren mogen niet reeds verschoven zijn. Er mogen geen vakken bedreigd staan tussen de koning en de toren. Rokeren is een handige zet, maar dan moet je de toren niet weghalen want dat kan dan weer problemen opleveren. Bv mat achter de paaltjes

Geschiedenis

Wanneer het schaakspel precies is ontstaan, weet niemand. Wel dat het al duizenden jaren oud is en van Perzische oorsprong schijnt te zijn. In de loop van de tijd zijn de regels wat veranderd, zo mochten de dame en de pionnen eerst minder.

In ieder geval is schaken vast en zeker het meest ingewikkelde bordspel dat er is, er is een grote denkkracht vereist.

Wereldkampioenschap schaken

Schakers willen natuurlijk graag winnen, want dat betekent dat je slimmer bent dan een ander. Vandaar dat men al vroeg in wedstrijdverband ging schaken. Er werden hele competities georganiseerd. En er werd zelfs om een wereldkampioenschap gestreden. Duitsland en Amerika gingen vooraan bij dergelijke evenementen.

De Amerikaanse Oostenrijker Steinitz wordt beschouwd als de eerste wereldkampioen. Hij won in 1886 een 24 partijen tellende match en ging daarna op zijn lauweren rusten. Want in die tijd was het zo, dat de wereldkampioen zelf bepaalde, wie hem mocht uitdagen. Kandidatentoernooien, zoals tegenwoordig, had je toen niet. Zo kon iemand gewoon tientallen jaren wereldkampioen blijven, als hij daar zin in had, tenzij de dood hem uit het leven wegrukte en de titel vacant kwam.

Max Euwe

Euwe (rechts) tegen Aljechin tijdens de revanchematch om het wereldkampioenschap 1937

Nederland had ook een topschaker, dr. Max Euwe. Die slaagde er in om de wereldkampioen, de in Parijs wonende Rus Aljechin, in 1935 gedurende een 80 dagen durende tweekamp om de wereldtitel te verslaan. Tot zijn eigen verrassing overigens. De Amsterdamse wiskundeleraar was de bescheidenheid zelve, want toen een jubelende menigte opdrong voor zijn woning, knikte hij de mensen vriendelijk toe en sprak na enkele ogenblikken: "Dank jullie wel jongens, nu is het wel mooi geweest. Het is morgen weer vroeg dag, dus nogmaals bedankt en welterusten!" waarop hij de balkondeuren sloot en zich terugtrok. Twee jaar later was de revanchematch die Euwe dit keer vol vertrouwen tegemoet zag, maar door onderschatting van zijn tegenstander kansloos verloor.

De Russen

In 1946 kwam de titel door het overlijden van Aljechin vacant en bleef lange tijd in handen van de oersterke schakers uit de Sovjet-Unie. Botwinnik, Tal, Smyslov, het deed er niet toe hoe ze heetten, maar het was altijd een Sovjet-Rus die wereldkampioen was. Daar dreigde echter een eind aan te komen. En dat midden in het heetst van de Koude Oorlog!

Bobby Fischer

Bobby Fischer (foto 1960)

Dat kwam zo. Amerika beschikte over Bobby Fischer. Dat was een voormalig wonderkind die toen hij pas 14 jaar oud was, menig schaakgrootmeester had verslagen en gezegd had: "O, die Russen kan ik ook wel hebben!" Maar die lieten zich niet zo gemakkelijk aftroeven. Daar kon Bobby niet tegen en hij ging met het bord en de stukken smijten en moest geschorst worden.

Tien jaar later echter was hij weer helemaal terug en won in 1970 met groot machtsvertoon het kandidatentoernooi in Palma de Mallorca. Nu begonnen de Russen toch wel wat zenuwachtig te worden, helemaal toen hij in de daarop volgende reeks tweekampen de ene na de andere tegenstander verpletterde. De Rus Taimanov ging er het eerst met 6-0 aan, evenals daarna de Deense grootmeester Bent Larsen, die daardoor zo gefrustreerd raakte, dat hij nooit meer een schaakstuk heeft aangeraakt. Ten slotte wachtte de voormalige wereldkampioen, de Rus Petrosjan. Die bood meer tegenstand, maar moest toch met 6½-2½ in het stof bijten. Toen mocht Fischer de wereldkampioen, de Rus Spasski uitdagen.

Die tweekamp om de wereldtitel in 1972 in Reykjavik op IJsland is wel de merkwaardigste, die ooit is gespeeld. Fischer kwam eerst helemaal niet opdagen. Professor Euwe, inmiddels president van de internationale schaakbond, de FIDE, moest al zijn overredingskracht aanwenden om Fischer over te halen om toch te spelen. En toen die eindelijk kwam, had hij weer allerlei bezwaren en zag overal een Russisch complot in. Maar toen werd er dan toch gespeeld. In de eerste partij blunderde Fischer opzichtig, en bij de tweede partij liet hij verstek gaan. Die partij ging dus reglementair verloren, zodat Spasski al met 2-0 leidde. Vervolgens begon Fischer aan een inhaalrace en won ten slotte de tweekamp met 12½-8½. Een Amerikaan wereldkampioen! De Russische overheersing was gebroken!

Wie gedacht had, dat het genie Fischer wel tot in lengte van jaren wereldkampioen schaken zou blijven, had het mis. De grillige Amerikaan stelde aan een match tegen een uitdager zulke onmogelijke eisen, dat de FIDE hem de titel afnam. De Rus Karpov werd in 1975 de nieuwe wereldkampioen zonder een partij te hoeven spelen.

De schaakcomputer

Karpov werd in 1985 opgevolgd door Kasparov, maar toen laatstgenoemde zelf een schaakbond oprichtte werd Karpov in 1993 weer wereldkampioen. Intussen had het fenomeen schaakcomputer zijn intrede gedaan in de schaakwereld en die computers werden steeds sterker. Ten slotte slaagde ook de sterkste schaker, Kasparov, er niet meer in om van de IBM-schaakcomputer Deep Blue te winnen. De computer was de mens de baas geworden!

Wereldkampioenen schaken

De huidige wereldkampioen schaken, Magnus Carlsen uit Noorwegen (foto 2008)
Naam kampioen Periode Land van herkomst
Wilhelm Steinitz 1886 - 1894 Verenigde Staten
Emanuel Lasker 1894 - 1921 Duitsland
José Raúl Capablanca 1921 - 1927 Cuba
Aleksandr Aljechin 1927 - 1935 Rusland
Max Euwe 1935 - 1937 Nederland
Aleksandr Aljechin 1937 - 1946 Rusland
Michail Botwinnik 1948 - 1957 Rusland
Vasili Smyslov 1957 - 1958 Rusland
Michail Botwinnik 1958 - 1959 Rusland
Michail Tal 1960 - 1961 Rusland
Michail Botwinnik 1961 - 1963 Rusland
Tigran Petrosjan 1963 - 1969 Rusland
Boris Spasski 1969 - 1972 Rusland
Bobby Fischer 1972 - 1975 Ver. Staten
Anatoli Karpov 1975 - 1985 Rusland
Garri Kasparov 1985 - 1993 Rusland
Anatoli Karpov 1993 - 1998 Rusland
Aleksandr Chalifman 1999 - 1999 Rusland
Viswanathan Anand 2000 - 2001 India
Roeslan Ponomarjov 2002 - 2003 Oekraïne
Rustam Kasimdzjanov 2004 - 2005 Oezbekistan
Veselin Topalov 2005 - 2006 Bulgarije
Vladimir Kramnik 2006 Rusland
Viswanathan Anand 2007 - 2013 India
Magnus Carlsen 2013 - Noorwegen

Lijst van schaakbonden

Film

De film Lang leve de koningin gaat over het 8-jarige meisje Sara die leert schaken.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Schaken&oldid=606900"