Tong

200px

Iedereen heeft een tong. Hij zit in je mond en is heel sterk. Je kunt ermee praten en proeven. Soms brand je je tong, als je bijvoorbeeld hete thee drinkt. Ook kun je in je tong bijten, als je heel snel eet. Dat doet erg pijn.

Je tong kan vijf smaken onderscheiden:

• zout
• zoet
• zuur
• bitter
• umami

Op je tong zitten heel kleine bultjes, daarmee proef je de dingen die je eet en drinkt. Die bultjes noemen we de smaakpapillen. In je smaakpapillen zitten smaakknopjes. Die sturen informatie naar je hersenen. Als de informatie aangekomen is in je hersenen, wordt dat vertaald naar een smaak.

Je tong is roze. Je tong kan ook bewegen omdat er allemaal spiertjes in zitten. De voorkant van je tong is vrij. Daarmee kan je heen en weer bewegen en de voorste rij van je tanden aanraken.

De functies van de tong is

• kauwen
• slikken
• zuigen
• spreken

Je tong is nodig om te slikken en helpt met kauwen, want hij duwt je gekauwde eten naar achter, de keelholte in. Zonder je tong kan je ook geen letters uitspreken. Mensen die een korte tong hebben kunnen bijvoorbeeld moeilijk de letter R en L uitspreken.

Bestand:Schematische weergave van een mond.jpeg