Romaanse architectuur: verschil tussen versies
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Tournai JPG001.jpg|thumb|rechts|Romaanse koorpartij van de [[Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Doornik)|Onze-Lieve-Vrouwekathedraal]] in Doornik]] | [[Bestand:Tournai JPG001.jpg|thumb|rechts|Romaanse koorpartij van de [[Onze-Lieve-Vrouwekathedraal (Doornik)|Onze-Lieve-Vrouwekathedraal]] in Doornik]] | ||
| − | '''Romaanse architectuur''' is de benaming voor een stijlperiode in de [[architectuur]] in Europa die duurde van ca. 1000 tot ca. 1200. Kenmerkend voor deze stijl zijn onder andere de [[Rondboog|rondbogen]] bij raam- en deuropeningen en gewelven. Er is enige overeenkomst met de bouwstijl in het oude Rome. De naam werd pas in 1820 voor het eerst gebruikt door de Franse kunsthistoricus Charles de Gerville. De stijl is veel terug te zien in de kloosters en kerken van de [[hoge middeleeuwen]]. De veel toegepaste bogen hebben een dragende functie. De rondbogen leiden de druk van het (ton)gewelf (dakconstructie) rechtstreeks af op de muren, waardoor deze extra dik moeten zijn en vanwege de stevigheid vaak maar kleine vensteropeningen bevatten. Hierdoor waren de gebouwen van binnen tamelijk donker. Het zaalgedeelte van een kerk wordt ook wel het schip genoemd (een houten dakgewelf kun je zien als een omgekeerd schip). Omdat de overspanning van muur tot muur nog niet zo groot gemaakt kon worden, | + | '''Romaanse architectuur''' is de benaming voor een stijlperiode in de [[architectuur]] in Europa die duurde van ca. 1000 tot ca. 1200. Kenmerkend voor deze stijl zijn onder andere de [[Rondboog|rondbogen]] bij raam- en deuropeningen en gewelven. Er is enige overeenkomst met de bouwstijl in het oude Rome. De naam werd pas in 1820 voor het eerst gebruikt door de Franse kunsthistoricus Charles de Gerville. De stijl is veel terug te zien in de kloosters en kerken van de [[hoge middeleeuwen]]. De veel toegepaste bogen hebben een dragende functie. De rondbogen leiden de druk van het (ton)gewelf (dakconstructie) rechtstreeks af op de muren, waardoor deze extra dik moeten zijn en vanwege de stevigheid vaak maar kleine vensteropeningen bevatten. Hierdoor waren de gebouwen van binnen tamelijk donker. Het zaalgedeelte van een kerk wordt ook wel het schip genoemd (een houten dakgewelf kun je zien als een omgekeerd schip). Omdat de overspanning van muur tot muur nog niet zo groot gemaakt kon worden, werden bij grotere kerken de gewelven naast elkaar herhaald, waarbij in plaats van een tussenmuur er pilaren werden gebouwd. Elk zo'n gedeelte wordt een beuk genoemd. Als de plattegrond van de kerk kruisvormig is, dan worden de 'armen' het transept genoemd. Je had ze ook met aan weerszijde van het schip een smallere en vaak lagere zijbeuk. |
==Galerij== | ==Galerij== | ||
<gallery> | <gallery> | ||
| + | File:Transept.png|Transept | ||
| + | File:Langhaus,_Hauptschiff.svg|{{legenda|#ffdede|schip}} met aan weerskanten zijbeuken van een [[kruiskerk]] | ||
| + | File:Sint-Mauritiuskerk_Lille_10-3-2017_14-51-52.JPG|De Sint-Mauritiuskerk te [[Rijsel]] met vier zijbeuken | ||
Bestand:00 Basilique Ste-Marie-Madeleine de Vézelay - Tour et côté sud.JPG|Driebeukig basilicaal schip: [[Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay|Sainte-Marie-Madeleine]] in [[Vezelay]] | Bestand:00 Basilique Ste-Marie-Madeleine de Vézelay - Tour et côté sud.JPG|Driebeukig basilicaal schip: [[Basiliek Sainte-Marie-Madeleine van Vézelay|Sainte-Marie-Madeleine]] in [[Vezelay]] | ||
Bestand:Maastricht, OLV-basiliek, zuidbeuk naar het noordwesten 2.jpg|Interieur driebeukig schip: [[Basiliek van Onze Lieve Vrouwe Tenhemelopneming (Maastricht)|Onze-Lieve-Vrouwebasiliek]], Maastricht | Bestand:Maastricht, OLV-basiliek, zuidbeuk naar het noordwesten 2.jpg|Interieur driebeukig schip: [[Basiliek van Onze Lieve Vrouwe Tenhemelopneming (Maastricht)|Onze-Lieve-Vrouwebasiliek]], Maastricht | ||
Versie van 24 aug 2025 22:51
Romaanse architectuur is de benaming voor een stijlperiode in de architectuur in Europa die duurde van ca. 1000 tot ca. 1200. Kenmerkend voor deze stijl zijn onder andere de rondbogen bij raam- en deuropeningen en gewelven. Er is enige overeenkomst met de bouwstijl in het oude Rome. De naam werd pas in 1820 voor het eerst gebruikt door de Franse kunsthistoricus Charles de Gerville. De stijl is veel terug te zien in de kloosters en kerken van de hoge middeleeuwen. De veel toegepaste bogen hebben een dragende functie. De rondbogen leiden de druk van het (ton)gewelf (dakconstructie) rechtstreeks af op de muren, waardoor deze extra dik moeten zijn en vanwege de stevigheid vaak maar kleine vensteropeningen bevatten. Hierdoor waren de gebouwen van binnen tamelijk donker. Het zaalgedeelte van een kerk wordt ook wel het schip genoemd (een houten dakgewelf kun je zien als een omgekeerd schip). Omdat de overspanning van muur tot muur nog niet zo groot gemaakt kon worden, werden bij grotere kerken de gewelven naast elkaar herhaald, waarbij in plaats van een tussenmuur er pilaren werden gebouwd. Elk zo'n gedeelte wordt een beuk genoemd. Als de plattegrond van de kerk kruisvormig is, dan worden de 'armen' het transept genoemd. Je had ze ook met aan weerszijde van het schip een smallere en vaak lagere zijbeuk.
Galerij
Transept
schip
met aan weerskanten zijbeuken van een kruiskerk
De Sint-Mauritiuskerk te Rijsel met vier zijbeuken
Driebeukig basilicaal schip: Sainte-Marie-Madeleine in Vezelay
Interieur driebeukig schip: Onze-Lieve-Vrouwebasiliek, Maastricht
Driebeukige hallenkerk: Saint-Brice in Doornik
Eenbeukige zaalkerk: Saint-Pierre de Melle
