Kaukasische dwerggrondel: verschil tussen versies
k (→top: clean up, replaced: o.a. → onder anderen) |
k (→top: replaced: onder anderen → onder andere) |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
|Afbeelding = [[File:Knipowitschia_caucasica.jpg|250px]] | |Afbeelding = [[File:Knipowitschia_caucasica.jpg|250px]] | ||
|IUCN-status = 5 | |IUCN-status = 5 | ||
− | |Leefgebied = van oorsprong voor in het Ponto-Kaspische gebied rondom de [[Zwarte Zee]]. Komt in Nederland onder | + | |Leefgebied = van oorsprong voor in het Ponto-Kaspische gebied rondom de [[Zwarte Zee]]. Komt in Nederland onder andere in de [[Biesbosch]] voor |
|Leefomgeving = ondiepe plantenrijke delen in rivieren, meren en kustwateren | |Leefomgeving = ondiepe plantenrijke delen in rivieren, meren en kustwateren | ||
|Behoort tot de = [[grondels]] (Gobiidae), [[Zoetwatervis]]sen, [[Beenvissen]], [[Vissen]] | |Behoort tot de = [[grondels]] (Gobiidae), [[Zoetwatervis]]sen, [[Beenvissen]], [[Vissen]] |
Huidige versie van 7 feb 2024 om 12:15
Kaukasische dwerggrondel Knipowitschia caucasica | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | van oorsprong voor in het Ponto-Kaspische gebied rondom de Zwarte Zee. Komt in Nederland onder andere in de Biesbosch voor | ||
Leefomgeving | ondiepe plantenrijke delen in rivieren, meren en kustwateren | ||
Behoort tot de | grondels (Gobiidae), Zoetwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
De Kaukasische dwerggrondel (Knipowitschia caucasica), is een soort grondel die inheems is in de kustgebieden, zoete en brakke wateren langs de kusten van de Zwarte Zee, de Zee van Azov, de Kaspische Zee en de Egeïsche Zee en in de Haliacmon- afvoer van Griekenland. In Nederland komt het nog niet zo heel lang voor zoals in de grote rivieren, het IJsselmeer, Markermeer en de Biesbosch. Het leeft in ondiepe wateren (0 tot 2 meter) als bodemvis met overvloedige onkruidgroei waar het zijn prooi kan vinden bestaande uit kleine schaaldieren, larven en de larven van de mossel. Het paaien vindt plaats na hun eerste winter, waarbij de eieren worden afgezet op het 'dak' van een holte gevormd door stenen, schelpen of plantaardig materiaal. Het mannetje blijft achter om de eieren te verdedigen. Deze soort kan een lengte bereiken van 5 centimeter.