Michaël Pavlovitsj van Rusland: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'miniatuur|Michaël Pavlovitsj van Rusland Groothertog Michail Pavlovitsj was een prins die in Rusland werd ge...') |
k |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Grand Duke Michael Pavlovich of Russia.JPG|miniatuur|Michaël Pavlovitsj van Rusland]] |
[[Bestand:Grand Duke Michael Pavlovich of Russia.JPG|miniatuur|Michaël Pavlovitsj van Rusland]] |
||
− | Groothertog Michail Pavlovitsj was een prins die in Rusland werd geboren. Hij was de vierde zoon van Paulus I en Maria Feodorovna. Hij werd geboren op 28 januari 1798 in Sint-Petersburg en stierf op 28 augustus 1849 in Warschau. Hij was de jongere broer van keizers Alexander I en Nicolaas I en groothertog Constantijn. Groothertog Michail Pavlovitsj was het jongste kind van [[Paul I van Rusland]] en [[Mariya Fyodorovna van Württemberg]]. |
+ | Groothertog '''Michail Pavlovitsj''' was een prins die in Rusland werd geboren. Hij was de vierde zoon van Paulus I en Maria Feodorovna. Hij werd geboren op 28 januari 1798 in Sint-Petersburg en stierf op 28 augustus 1849 in Warschau. Hij was de jongere broer van keizers Alexander I en Nicolaas I en groothertog Constantijn. Groothertog Michail Pavlovitsj was het jongste kind van [[Paul I van Rusland]] en [[Mariya Fyodorovna van Württemberg]]. |
= Biografie = |
= Biografie = |
Versie van 24 okt 2023 11:20
Groothertog Michail Pavlovitsj was een prins die in Rusland werd geboren. Hij was de vierde zoon van Paulus I en Maria Feodorovna. Hij werd geboren op 28 januari 1798 in Sint-Petersburg en stierf op 28 augustus 1849 in Warschau. Hij was de jongere broer van keizers Alexander I en Nicolaas I en groothertog Constantijn. Groothertog Michail Pavlovitsj was het jongste kind van Paul I van Rusland en Mariya Fyodorovna van Württemberg.
Biografie
Groothertog Michail Pavlovitsj werd geboren op 28 januari 1798 in het Winterpaleis van Sint-Petersburg, Rusland. Hij was de vierde zoon van keizer Paulus I en keizerin Maria Fjodorovna, en het jongste kind van de zonen van Paul I. Hij stierf op 28 augustus 1849 in Warschau, Polen.
Op de dag van zijn geboorte werd een aantekening gemaakt in het Kammer-Fourier’s Journal, waarin stond dat hij om half vier 's morgens werd geboren en dat de biechtvader van Zijne Majesteit naar de binnenkamers werd geroepen om een gebed uit te spreken en de naam Michaël te geven aan de hooggeboren groothertog. Een verslag van zijn geboorte werd ook gepubliceerd in de krant “St. Petersburg News” op 29 januari 1798.
De naam van Michaël was al gekozen voordat hij werd geboren. Gravin V. N. Golovina herinnerde zich: “Er was een gerucht dat vanaf de eerste dag van de regering van de vorst de schildwacht van het Zomerpaleis een visioen had van de aartsengel Michaël… Bij het eerste nieuws van het wonderbaarlijke visioen deed keizer Paulus een gelofte aan de schildwacht – voor het geval hij nog een zoon zou krijgen, om hem Michael te noemen…” 2. Na zijn geboorte begonnen verschillende geruchten te circuleren. Er werd gevraagd of de pasgeborene, als zoon van de regerende vorst, geen voorkeursrecht op de troon zou hebben, aangezien zijn oudere broers werden geboren toen Paulus een grootvorst was. Paulus I besloot dat dopen en dopen gepaard moesten gaan met zo’n plechtige ceremonie die iedereen, inclusief tsarevitsj Alexander, het verschil zou laten zien tussen de zoon van de keizer en de zoon van de troonopvolger. De opvolgers van het kind uit het doopvont waren zijn oudere broer, groothertog Alexander Pavlovitsj, en zijn oudere zus, grootvorstin Alexandra Paulowna, die hun grootmoeder, hertogin Frederica-Sophie van Württemberg, vertegenwoordigden
Natuurlijk! Groothertog Michail Pavlovitsj was een prins die in Rusland werd geboren. Hij was de vierde zoon van keizer Paulus I en keizerin Maria Fjodorovna, en het jongste kind van de zonen van Paul I. Hij stierf op 28 augustus 1849 in Warschau, Polen.
Toen hij jong was, hield hij van militaire dingen en speelde hij graag met militair speelgoed. In 1814 mochten hij en zijn oudere broer zich bij het leger in Frankrijk aansluiten. In 1815 voerde Michail Pavlovitsj voor het eerst het bevel over een militaire eenheid (paardenartilleriebrigade) .
Van augustus 1817 tot juni 1819 maakte Michail Pavlovitsj een educatieve reis, eerst in Rusland, daarna in West-Europa, onder leiding van I. F. Paskevich. Paskevitsj bleek echter machteloos in de strijd tegen Michail Pavlovitsj’ neiging tot ‘exerciërisme’: ‘Hij was alleen geïnteresseerd’, schrijft Paskevitsj, ‘alleen door de houding en schoonheid van het front’. Kort na terugkeer van een reis naar het buitenland werd Michail Pavlovitsj benoemd tot commandant van de 1e Brigade van de 1e Garde Infanteriedivisie en chef van de Levenswacht van het Moskouse Regiment.
In 1819 nam hij feitelijk de leiding van de artillerieafdeling over en voerde een aantal transformaties en verbeteringen door. Volgens het rapport van Michail Pavlovitsj werd in 1820 de eerste artillerieschool in Rusland geopend.
Michail Pavlovitsj nam deel aan de onderdrukking van de Decembristenopstand op 14 december 1825. Het nieuws van de dood van Alexander I vond hem in Warschau; de volgende dag vertrok hij naar Sint-Petersburg met een brief van Konstantin Pavlovitsj over diens afstand van zijn rechten op de troon. Aangekomen in Sint-Petersburg en vernemend dat de eed van trouw aan Constantijn daar al was afgelegd, haastte Michail Pavlovitsj zich terug naar Warschau om Konstantin Pavlovitsj over te halen naar de hoofdstad te komen, maar zonder succes. Toen hij in de ochtend van 14 december 1825 weer in Sint-Petersburg aankwam en na informatie te hebben ontvangen dat het zweren van trouw aan Nikolaj Pavlovitsj door de rangen van de Garde Paardenartillerie gepaard ging met enige verwarring, besloot Michail Pavlovitsj de orde te herstellen door zijn persoonlijke aanwezigheid in de artilleriekazerne; Toen, nadat hij een rapport had ontvangen van de verontwaardiging van het Moskouse regiment, haastte hij zich als chef naar de kazerne en verzamelde de mannen die niet aan de opstand hadden deelgenomen en leidde hen naar het Senaatsplein, waar keizer Nicolaas een deel van de troepen die zich tussen de Izaäkkathedraal en de Horse Guards Manege hadden verzameld, aan zijn bevel toevertrouwde tegen de opstandige compagnieën van de Garderijtuig die daar stonden.
Later, als lid van de onderzoekscommissie naar de decembristenzaak, drong groothertog Michail Pavlovitsj erop aan om de doodstraf om te zetten in eeuwige strafrechtelijke dienstbaarheid aan Wilhelm Küchelbecker, een dichter en vriend van Poesjkin, die werd beschuldigd van het doodschieten van Michail Pavlovitsj.
Onmiddellijk na de Decembristenopstand werd Michail Pavlovitsj benoemd tot inspecteur-generaal voor techniek, lid van de Staatsraad, en in 1826 werd hij benoemd tot commandant van het Gardekorps. In 1826-1828 nam hij aan het hoofd van het Gardekorps deel aan de Russisch-Turkse Oorlog. Na de overwinning bij Brailov werd hij onderscheiden met de Orde van Sint-Joris II-graad, maar weigerde deze te dragen, omdat hij succes had geboekt tegen een te hoge prijs. Nicolaas I eerde zijn broer met een zwaard met het opschrift “Voor dapperheid” met lauweren en diamanten sieraden.
In 1830-1831 nam hij aan het hoofd van het Gardekorps deel aan de onderdrukking van de Poolse Opstand. In hetzelfde jaar, 1831, kreeg hij de rang van adjudant-generaal voor de bestorming van Warschau.
Vanaf 1831 was hij opperbevelhebber van het Page Corps en het hele Land Cadet Corps, het Noble Regiment. Met zijn deelname werden ongeveer 14 cadettenkorpsen opgericht. Hij was voorzitter van de Commissie voor het opstellen van het Reglement militaire infanteriedienst. Op voorstel van groothertog Michail Pavlovitsj werd in Tsarskoje Selo een Officiersschool opgericht om geweerinstructeurs op te leiden voor leger- en bewakingseenheden .
Hij beëindigde zijn militaire carrière als opperbevelhebber van het Garde- en Grenadierkorps (vanaf 1844).
Groothertog Michail Pavlovitsj heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het leger en vooral de artillerie in Rusland. Volgens Prins Chernyshev (Minister van Oorlog) onderging geen enkel deel van de leger-landadministratie grote transformaties zoals de artillerieafdeling. Bijna alle nieuwe buitenlandse uitvindingen voor de verbetering van de bewapening van troepen en artillerie zijn vijfentwintig jaar in Rusland getest, toegepast op onze troepen en geleidelijk geïntroduceerd, met de nodige aanpassingen en verbeteringen.
Echter, de commandant van het korps van gendarmes en het hoofd van de Derde Afdeling van Zijne Keizerlijke Majesteits Eigen Kanselarij, Dubelt, had een volledig tegenovergestelde mening over groothertog Michail Pavlovitsj. Hij zei: “Het is jouw wil, en deze man is het ongeluk van Rusland. Met zijn front verbijsterde hij ook de tsaar. 'Feldzeichmeister-generaal, inspecteur-generaal van ingenieurs, hij denkt noch aan het versterken van de grenzen van de staat, noch aan het verbeteren van de bewapening; weigert buitenlanders die bij ons komen met een voorstel voor een nieuw systeem van geweren en verlaat het leger, in plaats van een geweer, met stokken! Hij heeft zelfs eens gezegd dat oorlog de soldaat bederft en dat de waardigheid van het leger volgens hem alleen bestaat uit briljante parades. In deze blindheid was hij in staat om de goede keizer ervan te doordringen dat we hoeden naar iedereen zouden gooien!”.
Liefdadigheid
Groothertog Michail Pavlovitsj was niet alleen een militair leider, maar ook een weldoener. Volgens F. Gagern, die prins Alexander der Nederlanden vergezelde op een reis naar Rusland, was hij een “sombere weldoener”. Er zijn incidenten bekend waarin hij prachtige trekken van vrijgevigheid vertoonde.
Een voorbeeld hiervan is het verhaal van zijn adjudant I. I. Bibikov. Een van de bewakers had een tekort aan geld dat hij aan zijn eigen behoeften besteedde. Voor de inspectie moest dit bedrag dringend aan de regimentskas worden betaald om beschuldigingen van verduistering te voorkomen. De kolonel, die geen uitweg uit de situatie zag, haastte zich naar het Michailovsky-paleis en vertelde alles aan de adjudant. Zonder zijn naam te noemen, vertelde Bibikov alles aan de groothertog. Nadat hij naar het verhaal had geluisterd, ging Michail Pavlovitsj naar het bureau, haalde het benodigde bedrag tevoorschijn en overhandigde het aan de adjudant en zei: “Geef het hem en durf me nooit zijn naam te vertellen, anders zal ik hem als korpscommandant berechten. Zeg hem dat ik hem help als groothertog en als privéman”.
In januari 1848 werd de vijftigste verjaardag van groothertog Michail Pavlovitsj gevierd. Militaire ingenieurs en artilleristen haalden ongeveer 18.000 roebel op om een buste van hun baas te bouwen. De buste werd gebeeldhouwd door de beroemde beeldhouwer I. P. Vitali, waarna het in brons werd gegoten door een voormalige leerling van de Artillerieschool, Baron P. K. Klodt. Van de bouw van de buste, die werd geïnstalleerd in de conferentiezaal van de Artillerieschool, bleef 8000 roebel onuitgegeven. Aan dit bedrag voegde Mikhail Pavlovich nog eens 3.000 roebel toe om dit kapitaal op de bank te storten en om een toelage toe te wijzen voor het onderwijs aan het Mariinsky Institute van vijf dochters van “onvoldoende” en geëerde artilleristen, meestal wezen, met de rente erop (met de toevoeging van een aanzienlijk jaarlijks bedrag geschonken door de groothertog).
Mikhailovsky Palace
Keizer Paul I gaf opdracht om geld te sparen voor de bouw van een paleis dat een in porfier geboren zoon waardig was. Het paleis was een geschenk van Alexander I aan de jongste van zijn broers en werd vernoemd naar prins Mikhailovsky. Het paleis is nog steeds een van de beste decoraties van St. Petersburg en is ontworpen door de beroemde architect Carlo Rossi. De bouw van het enorme gebouw duurde slechts zes jaar, van 1819 tot 18251.
De erfgenamen van Michail Pavlovitsj verkochten het paleis aan de schatkist. Momenteel behoort het paleis tot het Russisch Staatsmuseum.
Huwelijk
Groothertog Michail Pavlovitsj bleef vrijgezel tot zijn zesentwintigste, in tegenstelling tot zijn oudere broers die op jonge leeftijd trouwden. Keizerin Maria Fjodorovna vond een bruid voor haar jongste zoon in haar geboortehuis Württemberg. Zij was de kleindochter van de broer van de keizerin en de oudste dochter van prins Paul Heinrich Karl Friedrich August van Württemberg, Frederica Charlotte Maria. Om kennis te maken met de prinses die bestemd was voor zijn vrouw, ging Michail Pavlovitsj in 1822 naar Stuttgart. Volgens de memoires van graaf Moriol had de bruidegom geen tedere gevoelens voor de bruid, maar was hij ondergeschikt aan zijn moeder, de keizerin. De graaf schreef in 1823, voordat hij zijn verloofde ontmoette: “Deze reis was zeer onaangenaam voor zijn hart, en alle voorzichtigheid vergetend, toonde hij zijn kilheid, of liever gezegd walging, over de nieuwe positie die voor hem lag.” Deze houding was hoogstwaarschijnlijk te wijten aan de invloed van zijn oudere broer Constantijn, die na zijn eerste mislukte huwelijk alle Duitse prinsessen haatte en zijn jongere broer steunde in zijn terughoudendheid om met een van hen te trouwen.
Op 8 februari 1824 trouwde Michail Pavlovitsj in Sint-Petersburg met Frederica-Charlotte, die in de orthodoxie de naam Elena Paulowna (1806-1873) aannam.
In mei 1828 schreef Konstantin Pavlovitsj aan zijn broer Nikolaj dat de relatie tussen de echtgenoten niet warmer werd, integendeel, Mikhail’s onoplettendheid voor zijn vrouw schokte zelfs zijn broers. Konstantin Pavlovitsj schreef: “De positie (van Elena Paulowna) is beledigend voor het zelfrespect van vrouwen en voor de delicatesse die over het algemeen kenmerkend is voor vrouwen. Ze is een verloren vrouw als de deplorabele situatie waarin ze zich bevindt niet verandert”.
Elena Paulowna was een hoogopgeleide vrouw met een breed scala aan kennis, terwijl groothertog Michail Pavlovitsj zich volledig wijdde aan de zaken van het leger. Er werd van hem gezegd dat ‘afgezien van het legerhandboek, hij geen enkel boek opensloeg’. Hoe hard Elena Paulowna ook probeerde zich aan te passen aan de smaak van haar man, wist ze niet altijd hoe ze zich moest inhouden: in haar gretigheid, zelfs in het bijzijn van vreemden, uitte ze ergernis en stopte ze het gesprek toen ze de kamer verliet. De groothertog probeerde zoveel mogelijk het gezelschap van zijn vrouw te vermijden.
Kinderen
Ze kregen vijf dochters, van wie er twee in Een grote tragedie voor het echtpaar was de dood van nog twee volwassen dochters.
- Maria Michailovna (25 februari (9 maart) 1825 - 7 (19) november 1846)
- Elizabeth Mikhailovna (14 (26), 1826 - 16 januari (28), 1845), gehuwd met hertog Adolf van Nassau in 1844.
- Jekaterina Michailovna (16 (28) augustus 1827 - 30 april (12 mei) 1894), gehuwd met George van Mecklenburg-Strelitz.
- Alexandra Michailovna (16 (28) januari 1831 - 15 (27) maart 1832)
- Anna Michailovna (15 (27 oktober 1834 - 10 maart 22)
Dood
Michail Pavlovitsj leed al in 1819 aan een ernstige ziekte en artsen adviseerden hem een behandeling met genezend water te ondergaan in Carlsbad, waar hij in de zomer van 1821 naartoe ging. In 1837 werd hij enkele maanden behandeld in Europese kuuroorden. Maar zelfs twee jaar later noteerde F. Gagern in zijn dagboek dat de ‘gezondheid van de groothertog lijdt’. Toch lachte hij de artsen uit, die de aanbevelingen niet altijd opvolgden. Keizer Nicolaas I schreef: “In plaats van vreugde is de naderende komst van Michail Pavlovitsj eerder bedroefd, want hij keert terug zonder zijn behandeling af te maken, die opnieuw zal moeten worden gestart, als hij, zoals men moet geloven, zijn manier van leven en slechte gewoonten hier niet verandert”.
De dood van zijn dochter Elizabeth in 1845 was een zware schok voor Michail Pavlovitsj, en een jaar later stierf zijn oudste dochter, Maria, in zijn armen. Daar, in Wenen, kon het lichaam van de groothertog het niet meer uitstaan – hij begon uit de neus te bloeden. Drie jaar later, tijdens het verblijf van de keizerlijke familie in Moskou tijdens de Goede Week, kreeg Michail Pavlovitsj een herhaling van bloedingen, wat resulteerde in een zenuwinzinking. In juli 1849 ging de groothertog, ondanks zijn slechte toestand, naar Warschau, waar de aan hem toevertrouwde Garde en het Grenadier Corps waren geconcentreerd. Op 12 augustus, tijdens een inspectie van de cavaleriedivisie en artillerie op het Mokotów-veld bij Warschau, richtte de groothertog zich tot N. N. Moravjov, die hem vergezelde: “Mijn hand is gevoelloos…” De mensen om hem heen hadden nauwelijks tijd om de groothertog van zijn paard te halen en hem naar het Belvedere-paleis te brengen