Natuurfilosofie: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
{{pabo}} |
{{pabo}} |
||
+ | [[Bestand:Thales-06.jpg|miniatuur|208x208px|Beeld van Thales]] |
||
In de 6e, 5e en 4e eeuw voor [[Christus]] leefden filosofen die wij natuurfilosofen noemen. Dit omdat ze vooral de natuur bestudeerden. Ze woonden in wat wij nu als Turkije, Griekenland en Zuid-Italie kennen. In de 6e, 5e en 4e eeuw voor Christus heette dat allemaal Griekenland. De natuurfilosofen dachten na over waar de wereld uit bestaat en hoe het kon dat alles steed veranderde. Ze vroegen zich bijvoorbeeld af hoe een boom zijn blaadjes verliest en hoe ze teruggroeien, hoe een klein kind tot een groot volwassen persoon kon groeien en hoe de regen ontstaat. |
In de 6e, 5e en 4e eeuw voor [[Christus]] leefden filosofen die wij natuurfilosofen noemen. Dit omdat ze vooral de natuur bestudeerden. Ze woonden in wat wij nu als Turkije, Griekenland en Zuid-Italie kennen. In de 6e, 5e en 4e eeuw voor Christus heette dat allemaal Griekenland. De natuurfilosofen dachten na over waar de wereld uit bestaat en hoe het kon dat alles steed veranderde. Ze vroegen zich bijvoorbeeld af hoe een boom zijn blaadjes verliest en hoe ze teruggroeien, hoe een klein kind tot een groot volwassen persoon kon groeien en hoe de regen ontstaat. |
||
Regel 6: | Regel 7: | ||
De eerste natuurfilosofen dachten dat de wereld uit één oerstof bestond. Een stof waaruit alles was gemaakt. |
De eerste natuurfilosofen dachten dat de wereld uit één oerstof bestond. Een stof waaruit alles was gemaakt. |
||
− | De natuurfilosoof Thales dacht dat de oerstof water was. Dit is beter te begrijpen als je in plaats van water, vloeistof zegt. Wij mensen kunnen niet leven zonder planten en dieren, en wij alledrie kunnen niet leven zonder vloeistoffen. Dus dan zal de wereld wel opgebouwd zijn uit vloeistoffen, dacht Thales. |
+ | De natuurfilosoof Thales dacht dat de oerstof water was. Dit is beter te begrijpen als je in plaats van water, vloeistof zegt. Wij mensen kunnen niet leven zonder planten en dieren, en wij alledrie kunnen niet leven zonder vloeistoffen. Ook zag hij dat als het regende, er kikkers en wormen tevoorschijn kwamen. Als de rivier de Nijl overstroomde en zich weer terugtrok, gingen de planten groeien. Dus dan zal de wereld wel opgebouwd zijn uit vloeistoffen, dacht Thales. |
Anaximenes was een leerling van Thales. Hij had zijn eigen theorie. Hij geloofde dat de arche pneuma (grieks voor lucht) was. |
Anaximenes was een leerling van Thales. Hij had zijn eigen theorie. Hij geloofde dat de arche pneuma (grieks voor lucht) was. |
Versie van 10 nov 2017 13:04
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
In de 6e, 5e en 4e eeuw voor Christus leefden filosofen die wij natuurfilosofen noemen. Dit omdat ze vooral de natuur bestudeerden. Ze woonden in wat wij nu als Turkije, Griekenland en Zuid-Italie kennen. In de 6e, 5e en 4e eeuw voor Christus heette dat allemaal Griekenland. De natuurfilosofen dachten na over waar de wereld uit bestaat en hoe het kon dat alles steed veranderde. Ze vroegen zich bijvoorbeeld af hoe een boom zijn blaadjes verliest en hoe ze teruggroeien, hoe een klein kind tot een groot volwassen persoon kon groeien en hoe de regen ontstaat.
Bijzonder aan de natuurfilosofen is dat zij naar antwoorden zochten in de natuur. Alle andere Grieken in die tijd zeiden dat de Goden alles deden. Was er bliksem? Dan dachten de oude Grieken dat de God Zeus boos was. Zag je een regenboog? Die had de Godin Iris achtergelaten. De natuurfilosofen dachten dus dat er een andere reden moest zijn voor die verschijnselen.
De eerste natuurfilosofen dachten dat de wereld uit één oerstof bestond. Een stof waaruit alles was gemaakt.
De natuurfilosoof Thales dacht dat de oerstof water was. Dit is beter te begrijpen als je in plaats van water, vloeistof zegt. Wij mensen kunnen niet leven zonder planten en dieren, en wij alledrie kunnen niet leven zonder vloeistoffen. Ook zag hij dat als het regende, er kikkers en wormen tevoorschijn kwamen. Als de rivier de Nijl overstroomde en zich weer terugtrok, gingen de planten groeien. Dus dan zal de wereld wel opgebouwd zijn uit vloeistoffen, dacht Thales.
Anaximenes was een leerling van Thales. Hij had zijn eigen theorie. Hij geloofde dat de arche pneuma (grieks voor lucht) was.
Herakleitos was de derde natuurfilosoof, en hij ging uit van de arche vuur. Hij leefde van ongeveer 540 tot 480 voor Christus, in Efeze, ook in wat wij nu Turkije noemen.
Empedocles was de eerste filosoof die het hele plaatje bekeek. Hij vond dat al zijn voorgangers gelijk hadden en dus de goede arche gevonden, maar hij voegde er zelf ook eentje aan toe, namelijk de aarde. De filosofen tot nu toe hadden teveel op 1 ding gelet. Ze hadden daarbij niet veel naar het werk van de andere filosofen gekeken. Empedocles deed dat dus wel. Hij concludeerde dat er in de wereld dus vier basiselementen zijn: water, lucht, vuur en aarde. Er zijn theorieën dat hij dit bedacht toen hij een stukje hout zag branden (arche vuur). Bij het verbranden ontstaat er rook, dat zich verdunde tot lucht (arche lucht). Het hout knettert en sist van het water dat in het stuk hout zit (arche water). Van het stuk hout blijft na verloop van tijd alleen as over, waarin hij de aarde zag (arche aarde). Hier komen de vier elementen dus bij elkaar.
Bij deze oude filosofen zien we het begin van het denken dat wij tegenwoordig kennen.