Tinker: verschil tussen versies
(→Karakter: spellingsfout gecorrigeerd) |
|||
Regel 20: | Regel 20: | ||
Tinkers worden veel gebruikt voor recreatie, om zelf op te rijden of achter de wagen. Tinkers worden tegenwoordig steeds meer gebruikt voor mennen. Een misverstand is, dat Tinkers alleen recreatief kunnen worden gebruikt. Dat klopt niet, want Tinkers kunnen goed springen en dressuren. Er zijn veel Tinkers in de topsport! |
Tinkers worden veel gebruikt voor recreatie, om zelf op te rijden of achter de wagen. Tinkers worden tegenwoordig steeds meer gebruikt voor mennen. Een misverstand is, dat Tinkers alleen recreatief kunnen worden gebruikt. Dat klopt niet, want Tinkers kunnen goed springen en dressuren. Er zijn veel Tinkers in de topsport! |
||
+ | |||
+ | [[categorie:dier]] |
Versie van 19 jun 2012 23:57
De Tinker is een gemiddeld groot, vaak bont gekleurd paard. Met bont word bedoeld dat het paard gevlekt is, bruin met wit of wit met zwart. In enkele gevallen met wit, zwart en bruin. Ook bestaan er effen Tinkers, met maar één kleur. Tinkers zijn betrouwbaar en rustig met een goed uithoudingsvermogen. Tinkers komen oorspronkelijk uit Engeland en Ierland.
Beschrijving
De Tinker heeft een schofthoogte van 1.50 m, dat is niet erg groot voor een paard. Ook hebben Tinkers lange haren aan hun benen ( van hun knieën tot hun hoeven) die 'sokken' of 'behang' worden genoemd. Lange manen en een breed hoofd zijn meer kenmerken van de Tinkers. Tinkers hebben soms ook een 'maanoog', dat is een blauw oog. Dat is gek, want paarden hebben normaal gesproken bruine ogen. Maanogen ontstaan doordat een paard pigment mist in zijn ogen, daardoor zijn ze licht van kleur (blauw). Paarden die veel witte plekken op hun hoofd hebben (een bles bijvoorbeeld), kunnen een maanoog hebben.
Karakter
Tinkers hebben een rustig en betrouwbaar karakter. Iedereen kan op ze rijden, ook al heb je natuurlijk wel pittige soorten. Tinkers hebben een ontzettend goed uithoudingsvermogen. Dat komt omdat ze vroeger meereisden met zigeuners (nu nog steeds in verlate delen van Engeland en Ierland). Hierdoor zijn Tinkers erg geschikt voor lange ritten, waarbij je soms wel uren lang op je paard zit. Tinkers zijn erg nieuwsgierig, slim en erg ondeugend, dus hebben ruiters nodig die geen loopje met zich laten nemen, want ze houden je zo voor de gek. Ondanks dat Tinkers niet erg groot zijn, kunnen ze makkelijk volwassenen dragen.
Soorten
Er zijn vier, door 'het Nederlands Stamboek voor Tinkers', erkende Tinkersoorten. De Cob, de Grai, de Vanner en de Scudder. De Cob komt het meeste voor, dat is de gedrongen, kleine Tinker met veel behang. De Grai is een lichter gebouwde soort en is erg goed geschikt voor rijden. De Scudder is een nog lichter gebouwde Tinker en heeft Dravers bloed. Deze soort is veel luxer, word veel meer in de wedstrijdsport gebruikt en heeft minder behang. De Vanner heeft meer Shire bloed en word vaak gebruikt als trekpaard. De Vanner komt bijna niet voor in Nederland.
Afkomst
Tinkers komen oorspronkelijk uit Engeland en Ierland. Zigeuners die daar leefden, hadden sterke paarden nodig om hun woonwagens te trekken. Bij het fokken van dit paard is de meeste invloed waarschijnlijk gekomen van de Shire, Clydesdale en de Fell Pony. Door hun bonte kleur waren ze opvallend en goed herkenbaar en haalde het Engelse leger ze niet op (om in het leger te dienen).
Gebruik
Tinkers worden veel gebruikt voor recreatie, om zelf op te rijden of achter de wagen. Tinkers worden tegenwoordig steeds meer gebruikt voor mennen. Een misverstand is, dat Tinkers alleen recreatief kunnen worden gebruikt. Dat klopt niet, want Tinkers kunnen goed springen en dressuren. Er zijn veel Tinkers in de topsport!