Zaltbommel: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (Wijzigingen door Iefke (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Meesdh)
Regel 27: Regel 27:
 
Ook werd in de 13e eeuw begonnen met de bouw van de Sint Maartenskerk, eerst met het koor. Met het schip werd pas in 1450 begonnen en nog later met de toren. Eind 15de eeuw was de kerk pas helemaal klaar.
 
Ook werd in de 13e eeuw begonnen met de bouw van de Sint Maartenskerk, eerst met het koor. Met het schip werd pas in 1450 begonnen en nog later met de toren. Eind 15de eeuw was de kerk pas helemaal klaar.
   
((Bew))
 
   
 
[[Categorie:Gelderland]]
 
[[Categorie:Gelderland]]

Versie van 2 mrt 2011 13:53

Zaltbommel is al meer dan 1000 jaar oud. Voor het eerst werd de naam bekend in een oorkonde rond het jaar 850. Het was toen niet meer dan een kleine nederzetting, die “Bomela” heette. Rond het jaar 1000 kreeg Bommel tolrechten en een munt, alsmede van gruit en een stof waarmee het bier tot gisting gebracht werd.

In 1002 blijkt uit archiefgegevens dat de Duitse keizer Hendrik II (1002-1024) een schenking van zijn voorganger Otto III uit 999 bevestigde, welke ging over de opbrengsten van tol, munt en gruit uit het rechtsgebied van Bommel aan de Sint Maartenskerk van Utrecht. Dit zijn landsheerlijke inkomstenbronnen en ook hier blijkt dat Zaltbommel toen al een belangrijke plaats was.

De tol is waarschijnlijk gevestigd geweest aan de rivierzijde ter hoogte van de huidige oude watertoren.

Het recht van munt was niet het slaan van munten, maar de opbrengst van de wisselkantoren van geld. In 999 werd muntrecht vermeld in "de villa Bomele" en in 1196 nog eens in "opidium Bomela". Daarna hebben de Gelderse hertogen Reinald II en III in de 14e eeuw in de stad "Zautbomele" gemunt.

Gruit is de naam voor verschillende gedroogde kruidgewassen die onder andere gebruikt werden voor het brouwen van bier. Later gebruikte men hiervoor hop. Voor de verkoop van gruit moest het gruitrecht worden betaald.

In de dertiende eeuw kwamen deze rechten in handen van de graven van Gelre.

De stad die groeide en in de 13de eeuw werd het een belangrijk handelscentrum. Het was ook een strategisch punt aan de rivier en daarom belangrijk voor de adelijke macht. Het lag op een gunstige plek aan de Waal, waardoor het kon profiteren van de handel via de Waal èn de Maas. De Maas en de Waal stonden in die tijd bij Heerewaarden en Loevestein in open verbinding met elkaar.

Bommel ontwikkelde zich in die tijd tot de belangrijkste plaats in de regio en kreeg de toevoeging 'Zalt'.

Stadsrechten Zaltbommel was en is nog steeds de enige stad in de Bommelerwaard. Als een plaats in de Middeleeuwen stadsrechten kreeg, mocht het pas de ‘titel’ van “stad” dragen. Dit betekende dat de stad het recht had op eigen rechtspraak en een eigen bestuur.

Wanneer Zaltbommel 'stad' is geworden is niet precies bekend. Waarschijnlijk heeft Zaltbommel al in 1231 rechten gekregen van graaf Otto II van Gelre (1229-1271). In ieder geval verleenden graven en latere hertogen van Gelre aan Zaltbommel extra rechten op het gebied van rechtspraak, belastingheffing en verdediging. Deze rechten werden door graaf Reinoud I in 1315 en 1316 werden vernieuwd, uitgebreid en bevestigd. Hiervan zijn oorkonden bewaard en dit zijn de oudste bewaarde stadsrechten van Nederland.

Zaltbommel had al voordat de stadsrechten werden verleend een zegel. Op dit zegel staat enkel een vijfbladerige bloem, waarschijnlijk een mispel. Dit was het oudste symbool van de graven van Gelre. Pas onder de regering van Otto I (1229-1271) is het wapen veranderd in de leeuw. Rond dat tijdstip voegden ook een aantal Gelderse steden, zoals Doetinchem en Goch, de leeuw aan hun wapen toe. Of dat ook in Zaltbommel is gebeurd is niet zeker, er zijn geen zegelafbeeldingen uit die tijd bekend. Pas op het grootzegel uit 1355 komt de leeuw voor op een wapen met drie mispels of rozen.

Toen Zaltbommel stadsrechten kreeg veranderde de stad. Zaltbommel kreeg in 1316 een stadsmuur. De muur was in het begin eenvoudig, zonder kantelen. Er waren wel gaten voor kortelingen. Daarin kon in geval van nood snel een houten steiger tegen aan worden gebouwd. Op die steiger konden de burgers dan kijken, schieten en gooien met afweermiddelen. De bovenste rand van de muur was de borstwering. Aan de buitenkant van de muur lag een gracht en aan de binnenzijde liep een weg. De muur was versterkt met torens en poorten, ook wel vestingwerken genoemd. Ook werd in de 13e eeuw begonnen met de bouw van de Sint Maartenskerk, eerst met het koor. Met het schip werd pas in 1450 begonnen en nog later met de toren. Eind 15de eeuw was de kerk pas helemaal klaar.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Zaltbommel&oldid=177262"