Werkwoord: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Regel 8: | Regel 8: | ||
Voorbeeld: | Voorbeeld: | ||
− | |||
* '''Tegenwoordige tijd''': | * '''Tegenwoordige tijd''': | ||
:* Ik '''loop''': de ik-vorm van lopen is loop, dus loop is de stam | :* Ik '''loop''': de ik-vorm van lopen is loop, dus loop is de stam | ||
Regel 36: | Regel 35: | ||
[[Categorie:Meer over taal]] | [[Categorie:Meer over taal]] | ||
− | [[ | + | [[Categorie:Werkwoorden]] |
Versie van 4 okt 2010 17:58
Een werkwoord is een heel belangrijk iets voor de taal. Schrijf je loopt nou met een t of een d?
De 3 belangrijkste tijden zijn: Tegenwoordige Tijd (t.t.), Verleden Tijd (v.t.) en Voltooide Tijd.
Hier zie je een paar regels en feiten:
- De ik-vorm is de stam
Voorbeeld:
- Tegenwoordige tijd:
- Ik loop: de ik-vorm van lopen is loop, dus loop is de stam
- Jij loopT
- Hij loopT
- Wij lopen
- Jullie lopen
- Zij lopen
- Verleden tijd:
- Ik liep
- Jij liep
- Hij liep
- Wij liepen
- Jullie liepen
- Zij liepen
- Voltooide Tijd:
- Ik heb gelopen
- Jij hebt gelopen
- Hij heeft gelopen
- Wij hebben gelopen
- Jullie hebben gelopen
- Zij hebben gelopen
Alleen bij de laatste is het werkwoord altijd hetzelfde.