Zien (zintuig): verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
k (Categorie:De mens verwijderd met HotCat)
 
(15 tussenliggende versies door 7 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{Pabo}}Voor ons is het heel vanzelfsprekend dat wij kunnen zien. Sommigen met een bril, de ander met lenzen, maar we hebben zicht. Dit is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Op deze pagina wordt wat verteld over de werking van '''het zintuig zicht''' en het wegvallen van dit zintuig.
+
Voor ons is het heel vanzelfsprekend dat wij kunnen zien. Sommigen met een bril, de ander met lenzen, maar we hebben zicht. Dit is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Op deze pagina wordt wat verteld over de werking van '''het [[zintuig]] zien''' en het wegvallen van dit zintuig.
   
  +
==Zintuigcellen==
==Het ontvangen en verwerken van een prikkel==
 
Ieder zintuig heeft een andere zintuigcel, ook wel receptoren genoemd. De zintuigcellen in je oog heten fotoreceptoren en zijn gevoelig voor licht. Licht is voor het oog een prikkel. Zo heeft iedere receptor een andere prikkel. Voor het oog betekend het, dat wanneer er licht op de fotoreceptoren valt, er een signaal naar de hersenen wordt gestuurd. In de hersenen wordt de informatie die het krijgt van de zintuigen verwerkt. Wanneer de prikkel verwerkt wordt kunnen de hersenen het lichaam aansturen om te reageren op de prikkel. Dit kan betekend dat de hersenen opdracht sturen naar bepaalde spieren om samen te trekken. Zo communiceren de zintuigen, hersenen en spieren non-stop met elkaar. Deze communicatie verloopt via zenuwen. Net als stoomdraden worden de signaaltjes in de zenuwen verwerkt door middel van elektriciteit. De signalen van de zintuigen naar de hersenen verlopen via zintuigzenuwen. De signalen van de hersenen naar de spieren verlopen via bewegingszenuwen. Sommige informatie van de zintuigen gaat niet naar de hersenen. Deze signalen worden gestopt ‘kortgesloten’ in het ruggenmerg. Hier gaat signaal direct over van een zintuigzenuw naar een bewegingszenuw. Er wordt dus direct door je spieren gereageerd op het signaal. Dit heet een reflex.
+
Ieder zintuig heeft een andere '''zintuigcel.''' Zo zitten er in je huid zintuigcellen waarmee je kan voelen en in je oog zintuigcellen waarmee je kan zien. De zintuigcellen in je oog reageren op licht. Licht wordt dan ook wel 'een prikkel' genoemd. Zintuigen werken als ontvangers. Wanneer ze een prikkel hebben ontvangen, sturen ze dit naar je hersenen. In de hersenen wordt de prikkel verwerkt. De hersenen sturen dan weer een signaaltje terug naar je lichaam met een opdracht voor je spieren. Zo sturen je hersen een signaaltje naar de spieren in je hand wanneer je een te hete kop thee aanraakt. Zo praten je zintuigen, je hersenen en spieren aldoor met elkaar. Dit praten doen ze via '''[[Zenuw|zenuwen.]]''' Net als stoomdraden worden de signaaltjes in de zenuwen verstuurt door middel van elektriciteit.
  +
  +
In je lichaam heb je twee soorten zenuwen: zintuigzenuwen en bewegingszenuwen. De signaaltjes van de zintuigen naar de hersenen gaan via '''zintuigzenuwen.''' De signalen van de hersenen naar de spieren gaan via '''bewegingszenuwen'''. Soms is het belangrijk dat je lichaam heel snel ergens op reageert: bijvoorbeeld wanneer er een hele felle lamp in je ogen schijnt. Het signaal van je zintuigen slaat dan je hersenen over en gaat gelijk door op de bewegingszenuw. Dit snelle signaaltje heet een [[reflex]].
   
 
==Pupilreflex==
 
==Pupilreflex==
[[Bestand:Doorsnede van het oog.png|thumb|300px|Doorsnede van het oog]] Ook het oog kent een reflex, het pupilreflex. Als er op het oog veel licht valt, wordt je pupil kleiner. Als er te weinig licht in het oog komt, wordt je pupil wordt juist groter. Het licht dat je oog binnen komt wordt in een bepaalde hoek gebroken. Op de afbeelding hiernaast kan je zien waar de onderdelen van het oog zich bevinden.
+
[[Bestand:Doorsnede van het oog.png|thumb|300px|Doorsnede van het oog]]Ook het oog heeft zo'n reflex, het '''pupilreflex.''' Als er op het oog veel licht valt (zoals bij de felle lamp), wordt je pupil kleiner. Als er te weinig licht in het oog komt, wordt je pupil wordt juist groter. Op het plaatje hiernaast kan je zien welke onderdelen het oog allemaal heeft.
  +
Eerder heb ik het gehad over fotoreceptoren. Dit waren de zintuigcellen van het oog, ze zitten in de gele vlek recht achter de pupil. In de blinde vlek zijn helemaal geen receptorcellen. Het oog heeft twee soorten fotoreceptoren: kegeltjes en staafjes. Met de kegeltjes zien we kleur. Met de staafjes zien we contrast: zwart, wit en grijstinten. Dat je scherp kan zien, komt door je ooglens. Die kan van vorm kan veranderen om scherp te kunnen stellen.
 
  +
Eerder heb je gelezen over zintuigcellen. De zintuigcellen van je oog zitten in de gele vlek recht achter de pupil. Dit is de zwarte vlek die je op je oog kan zien. In de blinde vlek zijn helemaal geen zintuigcellen.
  +
 
Het oog heeft twee soorten zintuigcellen: '''[[Kleurenblind|kegeltjes]]''' en '''staafjes'''. Met de kegeltjes kan je kleuren zien. Met de staafjes zien je contrast: zwart, wit en grijstinten. Contrast betekend dat je kan zien of iets heel licht of heel donker is. Dat je scherp kan zien, komt door je ooglens. Die kan van vorm kan veranderen om scherp te kunnen stellen.
   
 
==Het ontstaan van blind- en slechtziendheid==
 
==Het ontstaan van blind- en slechtziendheid==
Sommige oogafwijkingen zijn al aanwezig bij de geboorte, anderen komen door het gevolg van een ongeluk of operatie. Het kan vele oorzaken hebben. Alle delen van het oog kunnen beperkt worden door een afwijking. Soms mankeert het oog zelf helemaal niet, maar functioneert de oogzenuw niet goed, of wordt zintuigelijke informatie niet goed verwerkt door de hersenen.
+
Sommige oogafwijkingen zijn al aanwezig bij de geboorte, anderen komen door een ongeluk of operatie. Het kan door veel dingen komen dat je ogen het niet, of niet helemaal, meer doen. Alle delen van het oog kunnen minder goed gaan werken, of zelfs helemaal kapot gaan. Soms is er helemaal niets mis met het oog, maar doet de oogzenuw het niet goed, of worden de signaaltjes niet goed verwerkt door de hersenen.
 
==De gevolgen==
 
==De gevolgen==
Blind- of slechtziendheid heeft gevolgen op het kind. Er wordt hierbij aandacht gevraagd van leerkrachten en opvoeders. Met specifieke aandacht, en met professionele ondersteuning, kunnen kinderen een normaal leven leiden. Zo kunnen ze naar school gaan, studeren, werken, een relatie hebben en opgroeien tot een zelfstandig volwassene.
+
[[Blindheid|Blind-]] of slechtziendheid heeft verschillende gevolgen voor kinderen. Leerkrachten en ouders zijn erg belangrijk om hierbij te helpen. Met de hulp van anderen, kunnen kinderen een normaal leven leiden. Zo kunnen ze naar school gaan, studeren, werken, een relatie hebben en opgroeien tot een zelfstandig volwassene.
   
Wat zijn dan de gevolgen voor het kind? Wat gebeurt er dan met het oog?
+
''Wat zijn dan de gevolgen voor het kinderen? Wat gebeurt er dan met het oog?''
   
 
==Slechtziend of blind==
 
==Slechtziend of blind==
Slechtziendheid komt vaker voor dan blindheid. Of je slechtziend bent, kan worden gemeten door 2 maten: de grote van je gezichtsveld en je gezichtsscherpte. Als je met een bril op of met lenzen in, een gezichtsscherpte hebt van 0,3 of kleiner, dan ben je slechtziend. Dit betekend dat een slechtziend iemand op een afstand van 30 meter of minder moet staan om hetzelfde te kunnen zien als iemand met een normale gezichtsscherpte op 100 meter afstand. Je kan ook slechtziend zijn als je gezichtsveld voortdurend storend wegvalt. Je bent blind als de gezichtsscherpte voor veraf van iemand minder dan 0,05 is.
+
Slechtziendheid komt vaker voor dan blindheid. Of je slechtziend bent, kan worden gemeten door 2 dingen: de grote van je gezichtsveld en je gezichtsscherpte. Als je met een bril op of met lenzen in, een gezichtsscherpte hebt van 0,3 of kleiner, dan ben je slechtziend. Dit betekend dat een slechtziend iemand op een afstand van 30 meter of minder moet staan om hetzelfde te kunnen zien als iemand met een normale gezichtsscherpte op 100 meter afstand. Je kan ook slechtziend zijn als je gezichtsveld steeds wegvalt. Je bent blind als de gezichtsscherpte voor veraf van iemand minder dan 0,05 is.
 
==De motorische ontwikkeling==
 
==De motorische ontwikkeling==
De motorische ontwikkeling van blinde en slechtziende kinderen gaat langzamer dan die van kinderen die kunnen zien. Blinde en slechtziende kinderen compenseren het ontbreken van een visuele waarneming met verschillende aanpassingstechnieken, hierbij wordt gebruik gemaakt van de goed werkende zintuigen (ruiken, voelen, proeven, horen). Wanneer een kind 2 jaar oud is, zijn er bijna geen verschillen te zien op het gebied van vaardigheden als: zitten en staan. Wel is er verschil te zien op vaardigheden als: kruipen en lopen. Kinderen hebben geen visuele (zichtbare) motivatie om ergens op af te gaan. Ook weet het kind niet wat hij/zij zal tegenkomen onderweg en zal onzeker bewegen. Voor kinderen met een visuele beperking is het vooral lastig om taken uitvoeren die te maken hebben met balans en die om een snelle reactie vragen.
+
Motorische ontwikkeling betekend alle bewegingen die je leert maken vanaf je geboorte. De motorische ontwikkeling van blinde en slechtziende kinderen gaat langzamer dan die van kinderen die kunnen zien. Blinde en slechtziende kinderen gebruiken andere goed werkende zintuigen (ruiken, voelen, proeven, horen) op slimme maniertjes. Zo kunnen ze dezelfde dingen doen als kinderen die wel goed kunnen zien. Deze kinderen luisteren bijvoorbeeld heel erg goed naar het verkeer als ze op straat lopen en kunnen zo horen of er misschien een auto aankomt of waar de weg is.
  +
  +
Wanneer een kind 2 jaar oud is, zijn er bijna geen verschillen te zien met zitten en staan tussen een slechtziend of blind kind en een kind dat wel goed kan zien. Wel is er verschil te zien met kruipen en lopen. Slechtziende- of blinde kinderen hebben geen zichtbare motivatie om ergens op af te gaan. Ook weet het kind niet wat hij/zij zal tegenkomen onderweg en zal onzeker bewegen. Ze hebben vooral moeite met dingen doen die te maken hebben balans en die om een snelle reactie vragen.
   
 
==Gevolgen voor het volgen van onderwijs==
 
==Gevolgen voor het volgen van onderwijs==
Kinderen die slechtziend of blind zijn gaan steeds vaker naar een normale basisschool, waarbij iemand hen helpt in het onderwijs. De kerndoelen van het onderwijs zijn voor kinderen met een visuele beperking hetzelfde als voor kinderen die kunnen zien. Wel leren slechtziende- en blinde kinderen extra dingen:
+
[[Bestand:Braille text.jpg|thumb|200x200px|Brailleschrift]]Kinderen die slechtziend of blind zijn gaan steeds vaker naar een normale basisschool, waarbij iemand hen helpt in het onderwijs. De kerndoelen van het onderwijs zijn voor kinderen die slechtziend of blind zijn hetzelfde als voor kinderen die wel goed kunnen zien. Wel leren slechtziende- en blinde kinderen wat extra dingen:
* het lezen en schrijven met braille
+
* het lezen en schrijven met '''[[braille]].''' Dit zijn bolletjes die ze met hun vingers kunnen voelen en die samen letters vormen.
 
* les in oriëntatie en goed gebruik maken van de andere zintuigen (ruiken, voelen, proeven, horen)
 
* les in oriëntatie en goed gebruik maken van de andere zintuigen (ruiken, voelen, proeven, horen)
 
* ook krijgen zij een speciaal vak aangeboden: ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen).
 
* ook krijgen zij een speciaal vak aangeboden: ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen).
   
 
Ook krijgen ze verschillende hulpmiddelen, zoals: brillen, vergrotingen en bijvoorbeeld speciale verlichting. Voor rekenen en wiskunde wordt er gebruik gemaakt van modellen, tekeningen en grafieken die je kan voelen. Voor blinde kinderen is een schrijfwijze ontwikkeld in braille. Het is voor blinde en slechtziende kinderen dus gewoon mogelijk om onderwijs te volgen!
 
Ook krijgen ze verschillende hulpmiddelen, zoals: brillen, vergrotingen en bijvoorbeeld speciale verlichting. Voor rekenen en wiskunde wordt er gebruik gemaakt van modellen, tekeningen en grafieken die je kan voelen. Voor blinde kinderen is een schrijfwijze ontwikkeld in braille. Het is voor blinde en slechtziende kinderen dus gewoon mogelijk om onderwijs te volgen!
  +
  +
==Bronnen==
  +
* Bouwman, M., Van Goor, H., Jongmans, W., Strikwerda, J., Weeda, A., Wolfswinkel, T., Wolters, J., & Zweverink., Y. (2014). ''Nectar - Biologie - 5 vwo leerboek'' (3e ed.). Groningen/Houten, Nederland: Noordhoff.
  +
* Gringhuis, D., Moonen, J. M. G., & Van Woudenberg, P. A. (2010b). Slechtziende en blinde kinderen. In G. A. Bakker, D. M. C. B. Zeben-van der Aa, J. Dewispelaere, R. Vecht-van den Bergh, M. van der Meulen-van Dijk, & V. H. Soyez (Reds.), ''Ziekten en handicaps'' (Herz. ed., pp. 249–275). Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
  +
* Kersbergen, C. en Haarhuis, A. (2015). ''Natuuronderwijs Inzichtelijk.'' Bussum: Uitgeverij Coutinho.
  +
* Neve, J. J., & Jorritsma, F. F. (2008b). 17 Slechtziendheid en blindheid. In J. S. Stilma, & T. H. B. Voorn (Reds.), ''Oogheelkunde'' (2e ed., pp. 317–330). Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
  +
* VISION 2020 Netherlands. (2005). ''Vermijdbare blindheid en slechtziendheid in Nederland - Samen werken aan het voorkomen van vermijdbare blindheid en slechtziendheid.'' Geraadpleegd van http://www.vision2020.nl/contents/V2020NLrapport.pdfhttp://www.vision2020.nl/contents/V2020NLrapport.pdf
  +
  +
[[Categorie:Bakzintuigen]]
  +
[[Categorie:Menselijk lichaam]]

Huidige versie van 17 sep 2024 om 10:42

Voor ons is het heel vanzelfsprekend dat wij kunnen zien. Sommigen met een bril, de ander met lenzen, maar we hebben zicht. Dit is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Op deze pagina wordt wat verteld over de werking van het zintuig zien en het wegvallen van dit zintuig.

Zintuigcellen

Ieder zintuig heeft een andere zintuigcel. Zo zitten er in je huid zintuigcellen waarmee je kan voelen en in je oog zintuigcellen waarmee je kan zien. De zintuigcellen in je oog reageren op licht. Licht wordt dan ook wel 'een prikkel' genoemd. Zintuigen werken als ontvangers. Wanneer ze een prikkel hebben ontvangen, sturen ze dit naar je hersenen. In de hersenen wordt de prikkel verwerkt. De hersenen sturen dan weer een signaaltje terug naar je lichaam met een opdracht voor je spieren. Zo sturen je hersen een signaaltje naar de spieren in je hand wanneer je een te hete kop thee aanraakt. Zo praten je zintuigen, je hersenen en spieren aldoor met elkaar. Dit praten doen ze via zenuwen. Net als stoomdraden worden de signaaltjes in de zenuwen verstuurt door middel van elektriciteit.

In je lichaam heb je twee soorten zenuwen: zintuigzenuwen en bewegingszenuwen. De signaaltjes van de zintuigen naar de hersenen gaan via zintuigzenuwen. De signalen van de hersenen naar de spieren gaan via bewegingszenuwen. Soms is het belangrijk dat je lichaam heel snel ergens op reageert: bijvoorbeeld wanneer er een hele felle lamp in je ogen schijnt. Het signaal van je zintuigen slaat dan je hersenen over en gaat gelijk door op de bewegingszenuw. Dit snelle signaaltje heet een reflex.

Pupilreflex

Doorsnede van het oog

Ook het oog heeft zo'n reflex, het pupilreflex. Als er op het oog veel licht valt (zoals bij de felle lamp), wordt je pupil kleiner. Als er te weinig licht in het oog komt, wordt je pupil wordt juist groter. Op het plaatje hiernaast kan je zien welke onderdelen het oog allemaal heeft.

Eerder heb je gelezen over zintuigcellen. De zintuigcellen van je oog zitten in de gele vlek recht achter de pupil. Dit is de zwarte vlek die je op je oog kan zien. In de blinde vlek zijn helemaal geen zintuigcellen.

Het oog heeft twee soorten zintuigcellen: kegeltjes en staafjes. Met de kegeltjes kan je kleuren zien. Met de staafjes zien je contrast: zwart, wit en grijstinten. Contrast betekend dat je kan zien of iets heel licht of heel donker is. Dat je scherp kan zien, komt door je ooglens. Die kan van vorm kan veranderen om scherp te kunnen stellen.

Het ontstaan van blind- en slechtziendheid

Sommige oogafwijkingen zijn al aanwezig bij de geboorte, anderen komen door een ongeluk of operatie. Het kan door veel dingen komen dat je ogen het niet, of niet helemaal, meer doen. Alle delen van het oog kunnen minder goed gaan werken, of zelfs helemaal kapot gaan. Soms is er helemaal niets mis met het oog, maar doet de oogzenuw het niet goed, of worden de signaaltjes niet goed verwerkt door de hersenen.

De gevolgen

Blind- of slechtziendheid heeft verschillende gevolgen voor kinderen. Leerkrachten en ouders zijn erg belangrijk om hierbij te helpen. Met de hulp van anderen, kunnen kinderen een normaal leven leiden. Zo kunnen ze naar school gaan, studeren, werken, een relatie hebben en opgroeien tot een zelfstandig volwassene.

Wat zijn dan de gevolgen voor het kinderen? Wat gebeurt er dan met het oog?

Slechtziend of blind

Slechtziendheid komt vaker voor dan blindheid. Of je slechtziend bent, kan worden gemeten door 2 dingen: de grote van je gezichtsveld en je gezichtsscherpte. Als je met een bril op of met lenzen in, een gezichtsscherpte hebt van 0,3 of kleiner, dan ben je slechtziend. Dit betekend dat een slechtziend iemand op een afstand van 30 meter of minder moet staan om hetzelfde te kunnen zien als iemand met een normale gezichtsscherpte op 100 meter afstand. Je kan ook slechtziend zijn als je gezichtsveld steeds wegvalt. Je bent blind als de gezichtsscherpte voor veraf van iemand minder dan 0,05 is.

De motorische ontwikkeling

Motorische ontwikkeling betekend alle bewegingen die je leert maken vanaf je geboorte. De motorische ontwikkeling van blinde en slechtziende kinderen gaat langzamer dan die van kinderen die kunnen zien. Blinde en slechtziende kinderen gebruiken andere goed werkende zintuigen (ruiken, voelen, proeven, horen) op slimme maniertjes. Zo kunnen ze dezelfde dingen doen als kinderen die wel goed kunnen zien. Deze kinderen luisteren bijvoorbeeld heel erg goed naar het verkeer als ze op straat lopen en kunnen zo horen of er misschien een auto aankomt of waar de weg is.

Wanneer een kind 2 jaar oud is, zijn er bijna geen verschillen te zien met zitten en staan tussen een slechtziend of blind kind en een kind dat wel goed kan zien. Wel is er verschil te zien met kruipen en lopen. Slechtziende- of blinde kinderen hebben geen zichtbare motivatie om ergens op af te gaan. Ook weet het kind niet wat hij/zij zal tegenkomen onderweg en zal onzeker bewegen. Ze hebben vooral moeite met dingen doen die te maken hebben balans en die om een snelle reactie vragen.

Gevolgen voor het volgen van onderwijs

Brailleschrift

Kinderen die slechtziend of blind zijn gaan steeds vaker naar een normale basisschool, waarbij iemand hen helpt in het onderwijs. De kerndoelen van het onderwijs zijn voor kinderen die slechtziend of blind zijn hetzelfde als voor kinderen die wel goed kunnen zien. Wel leren slechtziende- en blinde kinderen wat extra dingen:

  • het lezen en schrijven met braille. Dit zijn bolletjes die ze met hun vingers kunnen voelen en die samen letters vormen.
  • les in oriëntatie en goed gebruik maken van de andere zintuigen (ruiken, voelen, proeven, horen)
  • ook krijgen zij een speciaal vak aangeboden: ADL (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen).

Ook krijgen ze verschillende hulpmiddelen, zoals: brillen, vergrotingen en bijvoorbeeld speciale verlichting. Voor rekenen en wiskunde wordt er gebruik gemaakt van modellen, tekeningen en grafieken die je kan voelen. Voor blinde kinderen is een schrijfwijze ontwikkeld in braille. Het is voor blinde en slechtziende kinderen dus gewoon mogelijk om onderwijs te volgen!

Bronnen

  • Bouwman, M., Van Goor, H., Jongmans, W., Strikwerda, J., Weeda, A., Wolfswinkel, T., Wolters, J., & Zweverink., Y. (2014). Nectar - Biologie - 5 vwo leerboek (3e ed.). Groningen/Houten, Nederland: Noordhoff.
  • Gringhuis, D., Moonen, J. M. G., & Van Woudenberg, P. A. (2010b). Slechtziende en blinde kinderen. In G. A. Bakker, D. M. C. B. Zeben-van der Aa, J. Dewispelaere, R. Vecht-van den Bergh, M. van der Meulen-van Dijk, & V. H. Soyez (Reds.), Ziekten en handicaps (Herz. ed., pp. 249–275). Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
  • Kersbergen, C. en Haarhuis, A. (2015). Natuuronderwijs Inzichtelijk. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
  • Neve, J. J., & Jorritsma, F. F. (2008b). 17 Slechtziendheid en blindheid. In J. S. Stilma, & T. H. B. Voorn (Reds.), Oogheelkunde (2e ed., pp. 317–330). Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum.
  • VISION 2020 Netherlands. (2005). Vermijdbare blindheid en slechtziendheid in Nederland - Samen werken aan het voorkomen van vermijdbare blindheid en slechtziendheid. Geraadpleegd van http://www.vision2020.nl/contents/V2020NLrapport.pdfhttp://www.vision2020.nl/contents/V2020NLrapport.pdf
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Zien_(zintuig)&oldid=885844"