Brand: verschil tussen versies
k |
|||
(25 tussenliggende versies door 10 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[Bestand:Brand Bigshops Parkboulevard.jpg| | + | [[Bestand:Brand Bigshops Parkboulevard.jpg|miniatuur|300px|De [[brandweer]] [[Blussen|blust]] een brand]] |
− | '''Brand''' is een ander woord voor | + | '''Brand''' is een ander woord voor [[vuur]]. |
− | + | ==Drie factoren== | |
− | + | Bij brand spelen altijd drie belangrijke factoren: | |
− | |||
− | + | #De aanwezigheid van een hoge [[temperatuur]] of onstekingsenergie | |
− | + | #De aanwezigheid van [[brandstof]] | |
− | + | #De aanwezigheid van [[zuurstof (element)|zuurstof]] | |
− | |||
+ | Als je tenminste één van die factoren kunt wegnemen, dan blus je de brand. | ||
+ | ===1. Temperatuur of onstekingsenregie=== | ||
+ | Brand kan op verschillende manieren ontstaan: het kan aangestoken worden en het kan vanzelf ontstaan. Bijvoorbeeld door bliksem, een aansteker of een sigaret. Ook wensbalonnen en vuurwerk kunnen een brand veroorzaken. | ||
+ | Als een brand aangestoken wordt kan dit met opzet of per ongeluk gebeuren. Het kan zijn dat er een [[schoorsteen]]brand ontstaat. Dit gaat dan niet expres maar het is wel aangestoken door iemand. | ||
+ | Als het in de [[zomer]] erg warm is en er al een tijd geen regen gevallen is, hoeft er maar een [[sigaret]] op de grond te vallen die een stuk bos in de brand zet. Ook een stuk glas (bijvoorbeeld van een weggegooide fles) kan als vergrootglas werken. Doordat de zon er op schijnt kan er onder het glas een brandpunt ontstaan dat iets wat eronder ligt doet ontbranden. Brand iets eenmaal, dan zal ook door de hitte de brand zich verspreiden. Dan krijg je zelfontbranding van materiaal wat verderop ligt. Ook een vonkenregen kan verderop weer nieuwe branden veroorzaken. | ||
+ | |||
+ | ===2. Brandbaar materiaal=== | ||
+ | Veel branden kunnen blijven woeden als er maar brandbaar materiaal ([[brandstof]]) aanwezig is. Denk aan droog hout, papier, plastic, gas, olie enzovoorts. | ||
+ | |||
+ | ===3. Zuurstof=== | ||
+ | Meestal is er zuurstof (wat in lucht zit) nodig om iets te laten branden. Hoewel je door blazen een kaarsvlam kunt doven, is wind vaak juist de aanjager van een (natuur)brand. De wind blijft zuurstof aanvoeren. | ||
+ | |||
+ | ==Doven van een vuur== | ||
+ | Als er brand is kun / moet je de [[brandweer]] bellen (112 in landen van de europese unie). Die kan de brand voor je blussen. De brandweer zal altijd proberen tenminste één van de drie bovenstaande factoren weg te nemen om het vuur te blussen. Je kunt ook een [[BHV|BHV cursus]] volgen om te leren hoe je een brand kunt voorkomen of te blussen. | ||
+ | |||
+ | ===1. Wegnemen van ontsteker en koelen=== | ||
+ | Water heeft een koelende werking. Vandaar dat gebouwen in de omgeving van een brand ook nat worden gehouden. Dan kunnen ze niet ontvlammen (zelfontbranding). Ook worden boven de natuurgebieden vliegtuigen of helicopters of drones en brandtorens ingezet om te kijken of er bijvoorbeeld stukken glas liggen te glinsteren, of dat er een beginnend vuurtje ergens is. Omdat elektriciteit vonken kan geven bij kortsluiting, wordt (indien mogelijk) de stroom uitgeschakeld. Vandaar dat je bij het ruiken van gas, nooit een lichtschakelaar of lamp moet aandoen. Dat geeft altijd een vonk en dan krijg je een ontploffing. | ||
+ | Ook elektrische apparaten en opladers kunnen oververhit raken of vonken geven bij kortsluiting. Deze kunnen de veroorzaker van een brand zijn. Dus houdt een oplader in de gaten (als je gaat slapen, haal 'm uit het stopcontact) | ||
+ | |||
+ | ===2. Wegnemen van brandstof=== | ||
+ | Bij een natuurbrand worden indien mogelijk brandgangen gemaakt. Dit zijn brede paden die moeten voorkomen dat een vuur verder kan gaan. Zo'n pad wordt ook preventief (uit voorzorg) gemaakt. Bij een brand in een rieten dak wordt ook het omliggende riet weggehaald. In riet kan een klein brandje smeulen (zeg maar gloeien). Bij heide en dergelijke heb je hetzelfde probleem. Ondergronds heb je wortels en veenachtig materiaal dat kan blijven smeulen. Ook gas en olieleidingen en dergelijke moeten worden afgesloten om de toevoer van brandstof te stoppen. Rook zelf bevat ook kleine brandbare deeltjes. Soms wordt er een watergordijn gespoten om rook en roetdeeltjes tegen te houden om gebouwen verderop te beschermen. | ||
+ | |||
+ | ===3. Wegnemen van zuurstof=== | ||
+ | Door water als een nevel te spuiten of door gebruik te maken van een poederblusser, creëer je als het ware een deksel rond de brand. Daarmee sluit je de toevoer van zuurstof af en zal de brand doven. Vandaar ook dat je bij een brandende juspan in de keuken er voorzichtig een deksel over kan schuiven om de pan te doven (dat leer je op een [[BHV]] cursus). Het gebruiken van een blusdeken heeft dezelfde werking. | ||
+ | |||
+ | Bij sommige branden is het erg moeilijk om één van de drie bovenstaande factoren weg te nemen. Brand zelf kan in de natuur of een gebouw een sterke (hete) wind veroorzaken. Ook de vonkenregen is al genoemd. Soms is de aanvoer van bluswater een probleem of is er zo veel brandbaar materiaal aanwezig, dat het onbegonnen werk is. In zo'n geval kan de brandweer alleen nog de brand gecontroleerd laten uitbranden. | ||
+ | |||
+ | ==Zie ook== | ||
+ | *[[Brandweer]] | ||
+ | *[[Rookmelder]] | ||
<!-- HET VOLGENDE LATEN STAAN, AUB --> | <!-- HET VOLGENDE LATEN STAAN, AUB --> | ||
[[Categorie:Woordenschat]] | [[Categorie:Woordenschat]] | ||
[[Categorie:Basiswoordenlijstgroep1]] | [[Categorie:Basiswoordenlijstgroep1]] | ||
+ | [[Categorie:Hulpdienst]] |
Huidige versie van 13 jan 2025 om 08:30
Brand is een ander woord voor vuur.
Drie factoren
Bij brand spelen altijd drie belangrijke factoren:
- De aanwezigheid van een hoge temperatuur of onstekingsenergie
- De aanwezigheid van brandstof
- De aanwezigheid van zuurstof
Als je tenminste één van die factoren kunt wegnemen, dan blus je de brand.
1. Temperatuur of onstekingsenregie
Brand kan op verschillende manieren ontstaan: het kan aangestoken worden en het kan vanzelf ontstaan. Bijvoorbeeld door bliksem, een aansteker of een sigaret. Ook wensbalonnen en vuurwerk kunnen een brand veroorzaken. Als een brand aangestoken wordt kan dit met opzet of per ongeluk gebeuren. Het kan zijn dat er een schoorsteenbrand ontstaat. Dit gaat dan niet expres maar het is wel aangestoken door iemand. Als het in de zomer erg warm is en er al een tijd geen regen gevallen is, hoeft er maar een sigaret op de grond te vallen die een stuk bos in de brand zet. Ook een stuk glas (bijvoorbeeld van een weggegooide fles) kan als vergrootglas werken. Doordat de zon er op schijnt kan er onder het glas een brandpunt ontstaan dat iets wat eronder ligt doet ontbranden. Brand iets eenmaal, dan zal ook door de hitte de brand zich verspreiden. Dan krijg je zelfontbranding van materiaal wat verderop ligt. Ook een vonkenregen kan verderop weer nieuwe branden veroorzaken.
2. Brandbaar materiaal
Veel branden kunnen blijven woeden als er maar brandbaar materiaal (brandstof) aanwezig is. Denk aan droog hout, papier, plastic, gas, olie enzovoorts.
3. Zuurstof
Meestal is er zuurstof (wat in lucht zit) nodig om iets te laten branden. Hoewel je door blazen een kaarsvlam kunt doven, is wind vaak juist de aanjager van een (natuur)brand. De wind blijft zuurstof aanvoeren.
Doven van een vuur
Als er brand is kun / moet je de brandweer bellen (112 in landen van de europese unie). Die kan de brand voor je blussen. De brandweer zal altijd proberen tenminste één van de drie bovenstaande factoren weg te nemen om het vuur te blussen. Je kunt ook een BHV cursus volgen om te leren hoe je een brand kunt voorkomen of te blussen.
1. Wegnemen van ontsteker en koelen
Water heeft een koelende werking. Vandaar dat gebouwen in de omgeving van een brand ook nat worden gehouden. Dan kunnen ze niet ontvlammen (zelfontbranding). Ook worden boven de natuurgebieden vliegtuigen of helicopters of drones en brandtorens ingezet om te kijken of er bijvoorbeeld stukken glas liggen te glinsteren, of dat er een beginnend vuurtje ergens is. Omdat elektriciteit vonken kan geven bij kortsluiting, wordt (indien mogelijk) de stroom uitgeschakeld. Vandaar dat je bij het ruiken van gas, nooit een lichtschakelaar of lamp moet aandoen. Dat geeft altijd een vonk en dan krijg je een ontploffing. Ook elektrische apparaten en opladers kunnen oververhit raken of vonken geven bij kortsluiting. Deze kunnen de veroorzaker van een brand zijn. Dus houdt een oplader in de gaten (als je gaat slapen, haal 'm uit het stopcontact)
2. Wegnemen van brandstof
Bij een natuurbrand worden indien mogelijk brandgangen gemaakt. Dit zijn brede paden die moeten voorkomen dat een vuur verder kan gaan. Zo'n pad wordt ook preventief (uit voorzorg) gemaakt. Bij een brand in een rieten dak wordt ook het omliggende riet weggehaald. In riet kan een klein brandje smeulen (zeg maar gloeien). Bij heide en dergelijke heb je hetzelfde probleem. Ondergronds heb je wortels en veenachtig materiaal dat kan blijven smeulen. Ook gas en olieleidingen en dergelijke moeten worden afgesloten om de toevoer van brandstof te stoppen. Rook zelf bevat ook kleine brandbare deeltjes. Soms wordt er een watergordijn gespoten om rook en roetdeeltjes tegen te houden om gebouwen verderop te beschermen.
3. Wegnemen van zuurstof
Door water als een nevel te spuiten of door gebruik te maken van een poederblusser, creëer je als het ware een deksel rond de brand. Daarmee sluit je de toevoer van zuurstof af en zal de brand doven. Vandaar ook dat je bij een brandende juspan in de keuken er voorzichtig een deksel over kan schuiven om de pan te doven (dat leer je op een BHV cursus). Het gebruiken van een blusdeken heeft dezelfde werking.
Bij sommige branden is het erg moeilijk om één van de drie bovenstaande factoren weg te nemen. Brand zelf kan in de natuur of een gebouw een sterke (hete) wind veroorzaken. Ook de vonkenregen is al genoemd. Soms is de aanvoer van bluswater een probleem of is er zo veel brandbaar materiaal aanwezig, dat het onbegonnen werk is. In zo'n geval kan de brandweer alleen nog de brand gecontroleerd laten uitbranden.