Naamval: verschil tussen versies
k |
|||
Regel 3: | Regel 3: | ||
De term schijnt bedacht te zijn door de Griekse filosoof [[Aristoteles]], toen hij met een dobbelsteen zat te spelen. Het viel hem op dat steeds een ander vlak bovenkwam, terwijl het toch om dezelfde dobbelsteen ging. Dat zette hem aan het denken (dat was zijn beroep) en ziedaar: het woord naamval was geboren. |
De term schijnt bedacht te zijn door de Griekse filosoof [[Aristoteles]], toen hij met een dobbelsteen zat te spelen. Het viel hem op dat steeds een ander vlak bovenkwam, terwijl het toch om dezelfde dobbelsteen ging. Dat zette hem aan het denken (dat was zijn beroep) en ziedaar: het woord naamval was geboren. |
||
− | Het aantal naamvallen kan per taal verschillen. Het varieert van één (dus geen) tot bijna 100. Het Lak of Kasikumük, een taal in de Kaukasus, heeft met meer dan 90 naamvallen het record. |
+ | Het aantal naamvallen kan per taal verschillen. Het varieert van één (dus geen) tot bijna 100. Het Lak of Kasikumük, een taal in de Kaukasus, heeft met meer dan 90 naamvallen het record. |
+ | |||
+ | Het Nederlands kende met name in de schrijftaal ooit ook echte naamvallen, maar die zijn nu bijna helemaal verdwenen. Vaak is de vormverandering alleen nog in bepaalde verouderde of staande uitdrukkingen zichtbaar, zoals weg (1ste naamval) de vorm kan hebben ''zijns weegs'' (2de) of ''vanwege'' (3de). Of ''zij'' (1ste), ''hunner'' (2de), ''hun'' (3de), ''hen'' (4de); dit laatste is het enige vormverschil dat nog een beetje belangrijk is. Ook lees je af en toe wel eens ''der'' of ''des'', dat is een andere vorm van ''de'' en betekent hetzelfde als "van de". Maar ook al is er in het Nederlands nauwelijks nog vormverschil, het functieverschil blijft wel bestaan. |
||
Je komt ze nog wel tegen in namen en plaatsnamen. Zoals van der Broek, des Hertogenbosch ofwel ‘s-Hertogenbosch |
Je komt ze nog wel tegen in namen en plaatsnamen. Zoals van der Broek, des Hertogenbosch ofwel ‘s-Hertogenbosch |
Versie van 17 jun 2024 10:51
Naamval is het verschijnsel dat lidwoorden en naamwoorden in een taal van vorm veranderen als hun grammaticale functie in de zin verandert. Het is belangrijk daar het een en ander van te weten als je andere talen, met name Duits gaat leren, want daar is het vormverschil nog volop aanwezig.
De term schijnt bedacht te zijn door de Griekse filosoof Aristoteles, toen hij met een dobbelsteen zat te spelen. Het viel hem op dat steeds een ander vlak bovenkwam, terwijl het toch om dezelfde dobbelsteen ging. Dat zette hem aan het denken (dat was zijn beroep) en ziedaar: het woord naamval was geboren.
Het aantal naamvallen kan per taal verschillen. Het varieert van één (dus geen) tot bijna 100. Het Lak of Kasikumük, een taal in de Kaukasus, heeft met meer dan 90 naamvallen het record.
Het Nederlands kende met name in de schrijftaal ooit ook echte naamvallen, maar die zijn nu bijna helemaal verdwenen. Vaak is de vormverandering alleen nog in bepaalde verouderde of staande uitdrukkingen zichtbaar, zoals weg (1ste naamval) de vorm kan hebben zijns weegs (2de) of vanwege (3de). Of zij (1ste), hunner (2de), hun (3de), hen (4de); dit laatste is het enige vormverschil dat nog een beetje belangrijk is. Ook lees je af en toe wel eens der of des, dat is een andere vorm van de en betekent hetzelfde als "van de". Maar ook al is er in het Nederlands nauwelijks nog vormverschil, het functieverschil blijft wel bestaan.
Je komt ze nog wel tegen in namen en plaatsnamen. Zoals van der Broek, des Hertogenbosch ofwel ‘s-Hertogenbosch