Faalangst: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | cies zo doe als zij willen". Doordat je niet jezelf kan zijn en geen nee kan zeggen, kan je soms erg veel stress ervaren waardoor alles wat minder lukt. Soms wil je dan niet meer afspreken met klasgenootjes omdat je bang bent dat ze er achter komen hoe je echt bent. Spelen en afspreken met klasgenootjes is daarom best moeilijk voor een kind met faalangst. |
||
− | |||
− | === Fchte hebt. Als laatste schrijf je kwaliteiten en vaardigheden op die jou gaan helpen het groene resultaat te bereiken. Door deze manier van probleem bekijken en oplossen, heb je gelijk een plan van aanpak voor in de klas. === |
||
− | ===Faalangsttraining en therapie=== |
||
− | Faalangsttraining is natuurlijk speciaal ontworpen voor volwassenen en kinderen met faalangst. Bij faalangsttraining wordt aandacht besteed aan wanneer heb je gezonde stress en wanneer heb je te veel stress. Want te veel stress zorgt ervoor dat je je toets minder goed maakt, dit bevestigd je negatieve gevoel en daardoor neemt je faalangst toe. Met faalangsttraining werk je er aan dit te voorkomen. Hier wordt je bewust gemaakt van je gevoelens en op wat voor momenten je die voelt. Ook leer je jezelf rustiger maken als je wel angstig bent omdat je bijvoorbeeld niet weet wat er gaat gebeuren. Hiervoor krijg je ontspanningsoefeningen en ademhalingsoefeningen aangeboden, deze kun je ook op school tijdens toetsen en presentaties gebruiken en thuis oefenen. Ook leer je tijdens de training kijken naar je gedachten en je gevoelens en hoe die aan elkaar gekoppeld zijn. Hier wordt net als bij ''Teken je gesprek'' gebruik gemaakt van helpende en niet-helpende gedachten. Daarom kan jouw juf of meester ''Teken je gesprek'' gebruiken in combinatie met jouw faalangsttraining. Verder wordt er ook uitleg gegeven over angst en dat het soms goed is en soms minder goed is om angst te hebben. Je leert dus over je eigen faalangst, hierdoor begrijp je wat er gebeurt als je er last van hebt en weet je wat je er aan kan doen. Het is niet meer onverwachts. |
||
− | |||
− | Cognitieve gedragstherapie, is therapie waarbij je leert over vaardigheden zoals nadenken en beslissingen nemen of activiteiten leert die je helpen bij het herkennen en aanpassen van negatieve gedachten. Deze vorm van therapie helpt heel goed bij kinderen met faalangst. ''Je bibbers de baas'' is een programma voor jullie, kinderen uit de bovenbouw met faalangst. Het programma helpt jullie en jullie juf of meester en ouders met het omgaan met faalangst. Jullie juf of meester en ouders krijgen ook in een aantal bijeenkomsten handvatten en informatie om jullie te helpen. Bij dit programma leer je omgaan met angst op verschillende manieren zodat je kan kiezen welke manier het beste bij jou past. Hier ben je ook bezig met het herkennen van gevoelens, spanning en ontspanning en de rol van je gedachten op je gedrag. Er is zelfs een klein onderzoekje gedaan waaruit kwam dat het programma effect heeft, de deelnemers hadden na afloop minder last van faalangst. |
||
* |
* |
||
− | * 9 stap: nagenieten en delen met anderen bij een positief resultaat. |
||
− | * 10 stap: Doorzetten! Angst dooft langzaam uit. |
||
− | |||
− | == Denkfouten == |
||
− | |||
− | Iedereen maak wel eens van die denk fouten ze zijn niet fout maar ze zijn vaak niet goed voor je zelfvertrouwen hier onder staan ze op een rijtje: |
||
− | * Zwart-witdenken, bijvoorbeeld "Niemand vindt mij aardig" of "ik heb altijd pech". Het is zwart of wit, goed of slecht. Een tussenweg is er niet. Termen als nooit, altijd, niemand, iedereen kunnen wijzen op zwart-witdenken. |
||
* Toekomst voorspellen, bijvoorbeeld "Het gaat me nooit lukken om een baan te krijgen" of "Ik ga deze toets nooit halen". Negatieve voorspellingen doen voor de toekomst en onvoldoende stil staan bij andere, meer waarschijnlijk scenario 's. |
* Toekomst voorspellen, bijvoorbeeld "Het gaat me nooit lukken om een baan te krijgen" of "Ik ga deze toets nooit halen". Negatieve voorspellingen doen voor de toekomst en onvoldoende stil staan bij andere, meer waarschijnlijk scenario 's. |
||
* Gedachtenlezen, bijvoorbeeld "Hij vindt mij vast stom als ik de afspraak af zeg". Het invullen voor een andere, zonder te weten of het klopt dat een andere dat vindt. |
* Gedachtenlezen, bijvoorbeeld "Hij vindt mij vast stom als ik de afspraak af zeg". Het invullen voor een andere, zonder te weten of het klopt dat een andere dat vindt. |
||
Regel 21: | Regel 7: | ||
* Kans overschatten, bijvoorbeeld "Het vliegtuig zal zeker neerstorten". De kans dat een gevreesde gebeurtenis optreedt, wordt overschat. |
* Kans overschatten, bijvoorbeeld "Het vliegtuig zal zeker neerstorten". De kans dat een gevreesde gebeurtenis optreedt, wordt overschat. |
||
* Met twee maten meten, bijvoorbeeld "Als ik mijn emotie uit, ben ik zwak". Voor je zelf strenger regels hanteren, die voor anderen niet gelden. |
* Met twee maten meten, bijvoorbeeld "Als ik mijn emotie uit, ben ik zwak". Voor je zelf strenger regels hanteren, die voor anderen niet gelden. |
||
− | * Negatief denken, bijvoorbeeld "Ik heb maar twee keer gescoord". Het beoordelen van jezelf of situaties op een onredelijke manier, waarbij je negatieve vergroot en het positieve verkleint. |
+ | * Negatief denken, bijvoorbeeld "Ik heb maar twee keer gescoord". Het beoordelen van jezelf of situaties op een onredelijke manier, waarbij je negatieve vergroot en het positieve verkleint. |
* Stickers plakken, bijvoorbeeld "Ik ben nu eenmaal niet slim". Een negatief oordeel vellen over jezelf, zonder te bedenken of dit echt wel zo is. |
* Stickers plakken, bijvoorbeeld "Ik ben nu eenmaal niet slim". Een negatief oordeel vellen over jezelf, zonder te bedenken of dit echt wel zo is. |
||
Versie van 7 jun 2023 10:17
- Toekomst voorspellen, bijvoorbeeld "Het gaat me nooit lukken om een baan te krijgen" of "Ik ga deze toets nooit halen". Negatieve voorspellingen doen voor de toekomst en onvoldoende stil staan bij andere, meer waarschijnlijk scenario 's.
- Gedachtenlezen, bijvoorbeeld "Hij vindt mij vast stom als ik de afspraak af zeg". Het invullen voor een andere, zonder te weten of het klopt dat een andere dat vindt.
- Denken in moeten, bijvoorbeeld "Ik moet naar die verjaardag, anders ben ik geen goede vriend". Het vaste stellen van regels of eisen voor jezelf of anderen, waarbij je een negatieve oordeel velt als jij of de andere niet voldoet aan die regels.
- Persoonlijk maken, bijvoorbeeld "Mijn baas is vast chagrijnig, omdat ik die fout heb gemaakt". Er van uit gaan dat negatieve gebeurtenissen of negatief gedrag van andere, door jou zijn veroorzaakt.
- Emotioneel redeneren, bijvoorbeeld "Ik voel dat ik het niet kan en daarom gaat het niet lukken". Gevoelens als bewijs zien voor de juistheid van een gedachte, waarbij tegenbewijs genegeerd of onderschat wordt.
- Kans overschatten, bijvoorbeeld "Het vliegtuig zal zeker neerstorten". De kans dat een gevreesde gebeurtenis optreedt, wordt overschat.
- Met twee maten meten, bijvoorbeeld "Als ik mijn emotie uit, ben ik zwak". Voor je zelf strenger regels hanteren, die voor anderen niet gelden.
- Negatief denken, bijvoorbeeld "Ik heb maar twee keer gescoord". Het beoordelen van jezelf of situaties op een onredelijke manier, waarbij je negatieve vergroot en het positieve verkleint.
- Stickers plakken, bijvoorbeeld "Ik ben nu eenmaal niet slim". Een negatief oordeel vellen over jezelf, zonder te bedenken of dit echt wel zo is.
Belemmerde gedachten op zetten naar helpende gedachten
Belemmerde gedachten:
- 1. Ze vinden mij vast een.....
- 2. Ik mag mij emoties niet tonen anders vinden ze mij een dramaqueen.
- 3. Ik moet mij niet aanstellen.
- 4. Als ik mijn mening uit worden ze boos.
- 5.IK ben niet de moeite waard, Ik ben arrogant, Ik ben lelijk, ik ben dom.
- 6.IK heb nog eenmaal faalangst
- 7. straks ziet iedereen dat ik
- 8.Dab raak ik in paniek. Dat kan ik echt niet aan.
- 9.IK kan echt niet omgaan met complimenten.
Helpende gedachten bij de boven belemmerde gedachten de nummers geven aan bij welke ze horen:
- 1. Wat anderen over mij denken is aan hen.ik weet niet wat andere van mij denken tot ik ze het vraag. Ik kan geen gedachten lezen.
- 2. Openheid: Ik kies er voor welke emoties ik met andere deel en op welk moment. Ik accepteer teleurstelling door te jammeren of huilen.
- 3. IK onderzoek mijn gevoelens en besteed mijn aandacht hier aan. Ik accepteer teleurstelling door hierom te huilen of te jammeren.
- 4. Ik denk na hoe ik mijn mening uit. Ik uit mijn mening op een respectvolle manier. Hoe anderen daar op reageren, ligt buiten mijn cirkel van invloed/is de verantwoordelijkheid van de andere / ligt bij een andere.
- 5. Is dit waar over mij ? Wat is er wel waar over mij? Kwaliteiten herhalen en negatief oordeel ombuigen.
- 6. Ik leer omgaan met mijn angsten en wordt daar beter in.
- 7.IK focus op mijn taak / wat ik wil doen. Mensen hebben al genoeg anderen dingen aan hun hoofd. Ik ben niet de middelpunt van hun leefwereld.
- 8. Bedankt je lichaam dat je mij waarschuwt voor gevaar. Wat er ook gebeurt ik kan het aan en ga het aan.
- 9. Bedankt/Dankjewel. Leuk om een compliment te krijgen.
Faalangst Rijm
Ik ben ik.
Mijn doelen zijn mijn doelen.
Mijn resultaten zijn mijn resultaten.
Die heb ik gecreëerd die ben ik niet.
Want ik ben ik.
Als ik kennis heb over faalangst dan...
... weet ik wat faalangst is. Dan weet ik in welke situaties ik er last van heb en dan weet ik wat ik zelf kan doen om de niet helpende gedachtes te stoppen.
... weet ik ook hoe de juf of meester mij kan helpen als ik het lastig vind om het alleen te doen.
... weet ik wat ik denk en hoe ik me daardoor voel. Ook weet ik hoe ik helpende gedachtes moet inzetten om me weer beter te voelen.
Levenslessen
Deze levenslessen helpen je bij je faalangst:
- Fouten maken mag , het zijn waardevolle lessen . Elke fout die je maakt brengt je één stap dichterbij je doel.
- Je kunt altijd vooruit , het is een kwestie van willen.
- Je bent sterker dan je denkt.
- Hoeveel successen je ook boekt er zullen áltijd mensen zijn die Je er op wijzen wat je niet goed doet.
- Er is niets wat je klein houd , behalve jij zelf.
- Enige fout die je kunt maken in je leven is door te kiezen om iets niet te doen omdat jij bang bent om fouten te maken .
- Wees niet bang om uit je comfortzone te stappen , goede ervaringen en kansen verschijnen als je durft te verliezen .
- Je kunt nooit 100% zeker weten dat iets niet lukt , je kunt wel 100% zeker weten dat iets niet werkt als je niks doet.
- Hoe voorzichtig je woorden ook uitkiest , er zullen áltijd mensen zijn die ze ombuigen of verkeerd begrijpen. Durft te zeggen wat je wilt zeggen.
Bronnen
- Deelcommissie Jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie. (2013). Je bibbers de baas. Geraadpleegd op 4 november 2019 van, https://www.nji.nl/nl/Databank/Databank-Effectieve-Jeugdinterventies/Erkende-interventies/Je-bibbers-de-baas
- Gedragsproblemenindeklas.nl. (2019). Faalangst in de klas. Geraadpleegd op 2 oktober 2019 van, https://gedragsproblemenindeklas.nl/gedragsproblemen/faalangst/
- Langedijk, P. (2004). Faalangst. (7e geheel gewijzigde druk). Deventer: Ankh-Hermes.
- Nieuwenbroek, A. (2004). Faalangst en ouders. (7e druk). Kampen: Kok
- Prodia. (2014). Mogelijke interventies bij een leerling met faalangst. Geraadpleegd op 4 november 2019 van, http://www.prodiagnostiek.be/materiaal/GEDRAG%20EN%20EMOTIE_Bijlage%2021_Mogelijke%20interventies%20bij%20een%20leerling%20met%20faalangst.pdf
- Van der Wolf, K. & Van Beukering, T. (2016). Gedragsproblemen in scholen: Het denken en handelen van leraren. (6e druk). Leuven: Acco.
- De Vreede, A. (2019). Teken je gesprek over faalangst: Of andere dingen waar je over piekert. (6e druk). Bellingwolde: PICA.
- Persoonlijke communicatie (1 november 2019), met Rolanda van Andel, oud-leerkracht, orthopedagoog en faalangsttrainingbegeleider.