Medezeggenschapsraad: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Werk}} Ouders en onderwijzend personeel kunnen via de '''medezeggenschapsraad''' (MR) in het primair en voortgezet onderwijs invloed uitoefenen op de besluitvorm...') |
k |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | {{Werk}} |
||
− | |||
Ouders en onderwijzend personeel kunnen via de '''medezeggenschapsraad''' (MR) in het primair en voortgezet onderwijs invloed uitoefenen op de besluitvorming van het (school)bestuur. |
Ouders en onderwijzend personeel kunnen via de '''medezeggenschapsraad''' (MR) in het primair en voortgezet onderwijs invloed uitoefenen op de besluitvorming van het (school)bestuur. |
||
Regel 24: | Regel 22: | ||
* [https://wetten.overheid.nl/BWBR0020685/2022-08-01 Wet Medezeggenschap Scholen (WMS)] |
* [https://wetten.overheid.nl/BWBR0020685/2022-08-01 Wet Medezeggenschap Scholen (WMS)] |
||
+ | [[Categorie:Onderwijs]] |
Huidige versie van 27 mei 2023 om 13:16
Ouders en onderwijzend personeel kunnen via de medezeggenschapsraad (MR) in het primair en voortgezet onderwijs invloed uitoefenen op de besluitvorming van het (school)bestuur.
In het primair onderwijs worden personeelsleden en ouders in de MR gekozen. In het voortgezet onderwijs kunnen ook leerlingen van 13 jaar en ouder worden gekozen.
In Nederland is medezeggenschap in het primair en voortgezet onderwijs vastgelegd in de Wet medezeggenschap op scholen (WMS).
De leden van de MR kunnen een beroep doen en informatie inwinnen bij belangenorganisaties, zoals de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO), de Algemene Onderwijsbond (AOb), CNV Onderwijs en het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS). Het LAKS vertegenwoordigt enkel scholieren.
Als er meerdere scholen onder een bestuur vallen, dan is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Afgevaardigden van de MR van elke school voeren hierin hun activiteiten en overleggen.
De eerste wet medezeggenschapsraad onderwijs trad in 1982 in werking. In 1992 is de ‘oude WMO’ vervangen door de WMO zoals we die nu kennen. De WMS is in werking getreden op 1 januari 2007 en is de opvolger van de Wet medezeggenschap onderwijs van 1992.
De medezeggenschapsraad heeft het recht op informatie vanuit het bevoegd gezag (bestuur of directie) en het recht om met het bevoegd gezag te overleggen. Verder heeft het Instemmingsrecht bij te nemen besluiten en adviesbevoegdheden bij besluiten die het bestuur heeft voorgenomen (die ze van plan zijn om te gaan nemen). Hierbij kun je denken aan zoals de begroting (financiën) en het jaarverslag van de school. Ook bij het benoemen van nieuw personeel speelt de MR een rol.
Ook is er instemming van de MR nodig als er iets aan de onderwijskundige doelstellingen van de school verandert gaat worden of dat er veranderingen zijn in het schoolplan (dan wel het leerplan of de onderwijs- en examenregeling).
De MR heeft ook recht tot initiatief. Dat wil zeggen dat de MR iets wat over de school gaat, kan aankaarten bij het bevoegd gezag. Hierbin kunnen ze voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. Het bevoegd gezag moet dan binnen 3 maanden hierop reageren en beschrijven waarom ze wel of niet op het voorstel ingaan.
De MR brengt verslag uit aan aan alle betrokkenen. Soms wordt dit in de schoolkrant of iets dergelijks gepubliceerd.