Onbeperkte onderzeebootoorlog: verschil tussen versies
k |
k (replaced: [[File: → [[Bestand:) |
||
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | [[ |
+ | [[Bestand:Bundesarchiv DVM 10 Bild-23-61-17, Untergang der "Lusitania".jpg|450px|thumb|''Het Britse passagiersschip "Lusitania" wordt getorpedeerd en zinkt'']] |
De '''Onbeperkte onderzeebootoorlog''' was tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] (1914-1918) het Duitse antwoord op de Britse zeeblokkade die de bedoeling had om Duitsland uit te hongeren. |
De '''Onbeperkte onderzeebootoorlog''' was tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] (1914-1918) het Duitse antwoord op de Britse zeeblokkade die de bedoeling had om Duitsland uit te hongeren. |
||
Regel 26: | Regel 26: | ||
Het konvooisysteem bleef de voornaamste verdediging hoewel ook andere bestrijdingstechnieken werden toegepast. Zo namen door vliegtuigen afgeworpen bommen het grootste gedeelte van de 178 tijdens de oorlog tot zinken gebrachte Duitse onderzeeboten voor hun rekening. Geen enkel Amerikaans troepentransportschip ging tijdens de overtocht naar Frankrijk verloren. De Duitse marine had in januari 1918 134 onderzeeboten in de vaart. In dat jaar verloor ze er 73 en er kwamen 85 voor in de plaats. De onderzeebootoorlog was ten slotte door de geallieerden gewonnen. |
Het konvooisysteem bleef de voornaamste verdediging hoewel ook andere bestrijdingstechnieken werden toegepast. Zo namen door vliegtuigen afgeworpen bommen het grootste gedeelte van de 178 tijdens de oorlog tot zinken gebrachte Duitse onderzeeboten voor hun rekening. Geen enkel Amerikaans troepentransportschip ging tijdens de overtocht naar Frankrijk verloren. De Duitse marine had in januari 1918 134 onderzeeboten in de vaart. In dat jaar verloor ze er 73 en er kwamen 85 voor in de plaats. De onderzeebootoorlog was ten slotte door de geallieerden gewonnen. |
||
− | [[Categorie: |
+ | [[Categorie:Eerste Wereldoorlog]] |
Huidige versie van 12 feb 2021 om 20:23
De Onbeperkte onderzeebootoorlog was tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) het Duitse antwoord op de Britse zeeblokkade die de bedoeling had om Duitsland uit te hongeren.
Het begin van de onderzeebootoorlog
Begin 1915 was de Duitse hoop op een snelle overwinning te land vervlogen. De Duitse keizer, Wilhelm II, besloot dat er dan maar naar een beslissende overwinning op zee moest worden gestreefd. Op 4 februari verklaarde hij de wateren rond de Britse eilanden tot oorlogsgebied. Alle vijandelijke schepen die deze zone binnengingen, zouden zonder waarschuwing tot zinken worden gebracht. Deze episode staat bekend als de "Onbeperkte onderzeebootoorlog".
De ondergang van de "Lusitania"
Weliswaar gold dat voornamelijk Engelse en Franse schepen, maar wat als er passagiers met een andere nationaliteit aan boord waren, bijvoorbeeld Amerikanen? Dat zou tot een conflict met de Verenigde Staten kunnen leiden. Dat was al bijna gebeurd, toen in 1915 een groot Brits passagiersschip, de Lusitania, door een Duitse onderzeeboot was getorpedeerd en voor de Zuid-Ierse kust was vergaan. Daarbij waren ook Amerikanen omgekomen. Duitsland bond toen na Amerikaanse protesten tijdelijk in.
Het kon echter niet voorkomen, dat de stemming in de Verenigde Staten ten opzichte van Duitsland omsloeg, ook onder invloed van Britse propaganda. In de Britse pers verschenen voortdurend gruwelverhalen over door de Duitsers bedreven oorlogsmisdaden. De meeste berustten op pure fantasie, maar als je onzin maar vaak genoeg herhaalt, gaan sommigen het geloven. En dat was in de Verenigde Staten het geval, toen dit land in april 1917 Duitsland de oorlog verklaarde.
Amerika mengt zich in de oorlog
Niet dat er in Duitsland nu paniek uitbrak. Het Amerikaanse beroepsleger stelde niet veel voor. Het bedroeg ca. 200.000 man en er waren nog 100.000 "guardsmen" (een soort nationale reserve). Maar de Duitsers hadden zich volkomen verkeken op de Amerikaanse mentaliteit. Vrijwel direct werd de dienstplicht ingesteld. Vier miljoen man, inclusief vrijwilligers, werden opgeroepen; 800.000 man bij de marine. Het zou de oorlog beslissen. Ruim twee miljoen Amerikaanse troepen zouden naar Europa worden getransporteerd.
Enorme geallieerde verliezen
De Amerikaanse marine, die in april 1917 73.000 officieren en manschappen telde, kon bijna onmiddellijk haar rol gaan spelen. Opperbevelhebber Sims bezocht in april 1917 Londen. Hij vernam dat de Duitse onderzeeboten in de eerste drie maanden van 1917 300.000 ton aan geallieerde scheepsruimte tot zinken hadden gebracht. De verliezen in april zouden naar schatting bijna 900.000 ton bedragen. Als verliezen van deze grootte voortduurden, zou Engeland de oorlog niet kunnen volhouden. Zicht op verbetering was er niet.
De Duitse onbeperkte onderzeebootoorlog werd in februari 1917 hervat met 111 "U-boten" (onderzeeboten). De geallieerden hadden rond 21 miljoen ton scheepsruimte en minstens 15 miljoen ton nodig om de oorlog voort te zetten. Een derde van de "speling" van 6 miljoen was inmiddels al door de Duitsers tot zinken gebracht. Sims constateerde, dat de geallieerden de zee niet meer beheersten.
Effectieve tegenmaatregelen
Besloten werd uiteindelijk koopvaardijschepen in konvooien (in groepen bij elkaar) te laten varen, beschermd door oorlogsschepen. Een eenvoudig idee, dat al eerder geopperd was, maar door de inzet van Amerikaanse oorlogsschepen nu echt kon worden uitgevoerd. Het had een verrassende uitwerking. Het verlies liep drastisch terug, ondanks het feit dat de Duitsers in oktober 1917 140 U-boten in de vaart hadden. De Amerikaanse scheepswerven zorgden voor een massaal vervangingsprogramma, vulden de eerdere verliezen aan. Het bezoek van Sims aan Londen werd het keerpunt. Tegen december 1917 was nog geen 400.000 ton tot zinken gebracht. De verliezen bereikten nooit meer het record van 881.000 ton van april 1917.
Het einde van de onderzeebootoorlog
In januari 1918 hadden de geallieerden de onbeperkte onderzeebootoorlog van de Duitsers onder controle. De dreiging bleef, maar de maandelijkse verliezen liepen terug naar een overzichtelijke 300.000 ton. De geallieerde scheepswerven leverden een grotere tonnage af dan door de Duitsers tot zinken kon worden gebracht.
Het konvooisysteem bleef de voornaamste verdediging hoewel ook andere bestrijdingstechnieken werden toegepast. Zo namen door vliegtuigen afgeworpen bommen het grootste gedeelte van de 178 tijdens de oorlog tot zinken gebrachte Duitse onderzeeboten voor hun rekening. Geen enkel Amerikaans troepentransportschip ging tijdens de overtocht naar Frankrijk verloren. De Duitse marine had in januari 1918 134 onderzeeboten in de vaart. In dat jaar verloor ze er 73 en er kwamen 85 voor in de plaats. De onderzeebootoorlog was ten slotte door de geallieerden gewonnen.