Armoede: verschil tussen versies
Regel 13: | Regel 13: | ||
Of ze moesten op een weefgetouw van de draden een stof weven. |
Of ze moesten op een weefgetouw van de draden een stof weven. |
||
− | [http:// |
+ | [http://hk-opdebeek.nl/wp-content/gallery/1-september-2013-spoor-weefgetouw-tankink/010-bespannen-weefgetouw-de-klus-geklaard.jpg] Klik hier voor een foto van een weefgetouw. |
Veel kinderen moesten ook werken. De ouders verdienden zelf niet genoeg om eten voor het hele gezin te kopen. De kinderen konden dan niet naar school. Ze werken vaak bij een bakker, timmerman of in een pottenbakkerij. Waar ze van klei potten maakten. Of ze werkten in een blekerij. Een bedrijf waar alle stoffen gebleekt werden. Bleken is de kleur uit een stof halen zodat het wit wordt. Hier was het heel vies. Het bleken werd gedaan door het gebruik van urine (plas) van dieren. Daar werden de stoffen wit van. |
Veel kinderen moesten ook werken. De ouders verdienden zelf niet genoeg om eten voor het hele gezin te kopen. De kinderen konden dan niet naar school. Ze werken vaak bij een bakker, timmerman of in een pottenbakkerij. Waar ze van klei potten maakten. Of ze werkten in een blekerij. Een bedrijf waar alle stoffen gebleekt werden. Bleken is de kleur uit een stof halen zodat het wit wordt. Hier was het heel vies. Het bleken werd gedaan door het gebruik van urine (plas) van dieren. Daar werden de stoffen wit van. |
Versie van 30 nov 2015 20:00
Arme mensen 1700-1800
Arme mensen die tussen 1700 en 1800 in de stad leefden, woonden vaak in kleine kelders of in krotten. Krotten zijn hele kleine slechte woningen voor arme mensen. De hele familie leefde samen in een kleine kamer. Hier moesten ze samen slapen, eten en werken. Veel arme mensen waren ook ziek of ondervoed. Ondervoed is wanneer je te weinig eten krijgt. Je wordt dan heel dun.
[1] Klik hier op voor een foto van een kelderwoning.
Werken
Veel arme mensen werkte in die tijd thuis. Dit noemde ze de huisnijverheid. Dat betekend thuis werken door van allerlei dingen te maken met behulp van simpel gereedschap. Ze moesten bijvoorbeeld op een spinnenwiel van wol draden weven. Ze kregen de wol van een koopman en wanneer ze klaar waren verkochten ze de draden aan de koopman.
[2] Klik hier voor een foto van een spinnenwiel.
Of ze moesten op een weefgetouw van de draden een stof weven.
[3] Klik hier voor een foto van een weefgetouw.
Veel kinderen moesten ook werken. De ouders verdienden zelf niet genoeg om eten voor het hele gezin te kopen. De kinderen konden dan niet naar school. Ze werken vaak bij een bakker, timmerman of in een pottenbakkerij. Waar ze van klei potten maakten. Of ze werkten in een blekerij. Een bedrijf waar alle stoffen gebleekt werden. Bleken is de kleur uit een stof halen zodat het wit wordt. Hier was het heel vies. Het bleken werd gedaan door het gebruik van urine (plas) van dieren. Daar werden de stoffen wit van. Als arme mensen geen werk hadden moesten ze soms ook bedelen voor eten.